Persoonlijke leerdoelen echt realiseren. Hoe zorg je ervoor dat de student zichzelf een leerdoel stelt dat hij ook daadwerkelijk gaat uitvoeren? Komt de volgende situatie je bekend voor?
De student heeft een persoonlijk leerdoel geformuleerd (bijv. beter leren plannen of beter samenwerken) en tijdens het gesprek dat je als (studie)loopbaanbegeleider of mentor met hem hebt, zegt de student dat hij hier echt aan zal werken. Bij een volgend gesprek blijkt dat hier echter weinig van terecht is gekomen. Je kunt er natuurlijk voor kiezen om de student te vragen zijn leerdoel in het vervolg SMART te laten uitwerken (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden), in de hoop dat het dan wel lukt. Het nadeel hiervan is dat de student het formuleren van persoonlijke leerdoelen dan helemaal als een opdracht gaat zien die hij voor zijn opleiding moet doen. Het is namelijk niet bepaald inspirerend of motiverend om elke keer weer een leerdoel SMART te formuleren en menige student zal zijn toevlucht nemen tot het bekende knip- en plakwerk.
Naar ons idee is het effectiever om ervoor te zorgen dat de student gaat werken aan een leerdoel dat CHI is, ofwel Concreet, Haalbaar en Inspirerend (bron is ons onbekend).
Je gaat dan allereerst van start met het naar boven halen van de intrinsieke motivatie, ofwel de I van inspirerend (of nuttig).
Wanneer een student zichzelf bijvoorbeeld heeft voorgenomen om beter te leren plannen, dan stel je vragen als:
– Stel dat je beter kunt plannen, wat levert jou dat op?
– Stel dat…wat levert dat jouw omgeving op?
– Welke voordelen heeft het voor jou, wanneer je dit leerdoel hebt bereikt?
– Welke voordelen heeft het voor anderen, wanneer je dit leerdoel hebt bereikt?
– Wat maakt het voor jou de moeite waard om aan dit leerdoel te werken?
Je vraagt dus naar de relatie tussen het korte termijn doel en een lange termijn doel. Het korte termijn doel kan immers een middel zijn om op langere termijn iets te bereiken dat echt motiverend is.
Vervolgens ga je door naar de C van concreet. Dit betekent dat je vragen stelt als:
– Wat wil je precies bereiken?
– Waaraan merk je dat je je leerdoel hebt bereikt?
– Wat zie ik (of wat zien anderen) jou dan doen?
– Wat hoor ik (of wat horen anderen) jou dan zeggen?
– Stel dat je een videoclip maakt van de situatie waarin je je leerdoel hebt bereikt, wat krijg ik dan te zien?
Tenslotte zorg je ervoor dat de student zichzelf een leerdoel stelt dat naar zijn idee haalbaar (H) is. Dit doe je door bijvoorbeeld de volgende vragen te stellen:
– Stel je voor dat we [x] weken verder zijn en je bent er echt voor gegaan, wat heb je dan maximaal bereikt?
– Wat je nu zegt is heel ambitieus, mooi! Maak het nu eens kleiner: Wat is dan je eerstvolgende stap? (Wanneer je de indruk hebt dat de student teveel wil.)
– Waar kun je morgen al mee beginnen?
Daarnaast kun je werken met de schaalvraag:
– Als we er nu vanuit gaan dat 10 staat voor de situatie waarin jouw leerdoel helemaal voor 100% is bereikt en 1 staat voor de situatie dat jouw doel totaal niet is bereikt. Op welk cijfer sta je dan nu? Hoe heb je het voor elkaar gekregen om al op een [het cijfer noemen] te staan? Of: Wat maakt dat je al op een [het cijfer noemen] staat? En wat nog meer? Op welk cijfer wil je over [x] weken staan? Hoe krijg je dit voor elkaar? Wat ga je dan doen? Etc.
Door te vragen wat de student al gedaan heeft om nu reeds op een specifiek cijfer te staan, versterk je het vertrouwen in het eigen kunnen van de student. Door te vragen naar de stap vooruit, breng je nuancering aan. Overigens is elk cijfer dat de student noemt goed, je bent nu immers niet aan het beoordelen. Bij studenten die het lastig vinden om zelf iets te noemen zou je kunnen vragen: “Wat zou een vriend(in) van je zeggen als ik het hem/haar zou vragen?”
Bovenstaande vragen zijn afkomstig van de Oplossingsgerichte aanpak: Een krachtige, positieve en praktische wijze van coachen, ontwikkeld door Insoo Kim Berg en Steve de Shazer.
Bij het lezen denk je misschien: “Waar haal ik de tijd vandaan om leerdoelen zo uitgebreid te bespreken met mijn studenten?” De investering die je doet levert ook veel op; je leert de student immers op deze wijze zelfstandig CHI-leerdoelen te formuleren. Daarnaast kun je er natuurlijk voor zorgen dat studenten elkaar helpen in het formuleren van CHI-leerdoelen door elkaar bovenstaande vragen te laten stellen.
Tip: Leren is niet alleen het ‘wegwerken van tekorten’, maar ook het verder ontwikkelen van individuele kwaliteiten. Voor een student wordt het een stuk motiverender om te werken aan zijn persoonlijke leerdoelen, wanneer er een goede balans is tussen het werken aan de dingen die beter kunnen en het verder ontwikkelen van datgene waar je van nature goed in bent (je kwaliteiten of sterke punten). Juist het laatste is inspirerend en tegelijkertijd leerzaam.
Ben je benieuwd naar wat wij te bieden hebben op het gebied van (studie)loopbaanbegeleiding kijk dan op de website OAB Dekkers. Wil je een reactie geven op bovenstaande blog? Vul dan het contactformulier in en wij nemen contact met je op.