Passend onderwijs: geen eindpunt maar een vertrekpunt in het onderwijs. Als we het hebben over passend onderwijs, merk ik dat er soms spookbeelden ontstaan bij docenten. Ze zien passend onderwijs voor zich als een busje met ‘gekken’ dat voor de school stopt om al die ‘gekken’ naar hun klas te begeleiden. Passend onderwijs wordt gezien als een megaverandering die al na de zomervakantie gaat plaatsvinden! Gaat passend onderwijs de diepgang van het vak ondermijnen? Hoe organiseren we als onderwijsinstelling effectief onderwijs met al die extra zorgstudenten? Hoe implementeren we passend onderwijs op de werkvloer? Hoe betrekken we ouders erbij? Hoe maken we teams klaar voor passend onderwijs? Te oud, te weinig mannen, teveel parttimers, te laag of niet specifiek voor zorgstudenten opgeleid… excuses om maar aan te geven dat we echt nog niet klaar zijn voor passend onderwijs. Dit gebeurt veelal onder het mom van: ‘de problematiek is voor onze school te zwaar.’

Ga je uit van of ga je om met verschillen tussen studenten? Organiseer je de klas zo dat je optimaal gebruik maakt van de kwaliteiten van studenten, moderne middelen, samenwerkend leren en differentiatie in doel en instructiebehoefte, dan kunnen alle studenten daarvan profiteren. Inclusief de studenten die de stempel ‘zorg’ hebben. Dat betekent niet dat ik ontken dat dit een fikse uitdaging is in een klas van 30 studenten waarin vaak meerdere zorgstudenten zitten. Met name AD(H)D, autismespectrum-stoornissen en hechtingsproblematiek zijn veel geziene problemen bij studenten in het MBO en HBO. Tegelijkertijd brengen de studenten naast deze ‘zorg’ allerlei gedragsproblemen met zich mee en vragen zij ook qua pedagogiek en didactiek een andere aanpak. In onderstaand filmpje delen we een verhaal van Sarah Morton, ervaringsdeskundige op het gebied van autisme en opvoeding.

Om de zorg aan studenten op scholen te beoordelen, kijkt de Inspectie van het Onderwijs of een school goed zicht heeft op de ondersteuningsbehoefte van de student en of de school hier planmatig aan werkt. Het gaat er dus om wat de student nodig heeft en of de school dat in de lespraktijk waarmaakt (Jonk, 2014). Met de invoering van het passend onderwijs zal de mate waarin docenten te maken krijgen met studenten die extra behoeften hebben, verder toenemen. Passend onderwijs staat of valt met wat de docent doet en de implementatie van passend onderwijs moet dan ook vooral gericht zijn op de docent. Bij de invoering van passend onderwijs zullen we steeds scherp voor ogen moeten houden: wat betekent dat in de groep en wat betekent dat voor (het handelen van) de docent? Wat kun je als docent doen in je klas om studenten met leer- en gedragsproblemen binnen je groep goed te begeleiden? En hoe ziet een optimale samenwerking tussen onderwijs en zorg eruit om preventief een positief basisklimaat te scheppen waarin aantoonbaar meer studenten tot positieve ontwikkeling komen? Hoe leggen we verbinding tussen school, thuis en de omgeving van de student? ROC van Twente heeft spelregels ontwikkeld om passend onderwijs in goede banen te leiden.

De spelregels voor passend onderwijs (ROC van Twente, 2014):

  1. Iedere student kan terecht bij een eigen studieloopbaanbegeleider.
  2. Jouw mogelijkheden om een beroep te leren uitoefenen staan centraal. We kijken dan ook naar de beroepseisen die bij dit beroep horen, welke vaardigheden je daarvoor nodig hebt en natuurlijk naar je eigen ontwikkelingsmogelijkheden.
  3. Je ouders spelen een belangrijke rol tijdens je opleiding. Ben je nog geen 18 jaar, dan hebben wij een informatieplicht, maar ook als je ouder dan 18 bent, vinden wij het belangrijk om je ouders bij je opleiding te betrekken.
  4. Wij zorgen voor deskundige docenten en begeleiders  die je kunnen adviseren en ondersteunen als je extra onderwijsbegeleiding nodig hebt door dyslexie, dyscalculie, faalangst, een vorm van autisme, een  psychisch probleem of een begeleidingsvraag op een ander gebied.
  5. Wij maken samen met jou (en je ouders) een overeenkomst waarin al onze afspraken staan opgenomen.
  6. En last but not least: als er aanpassingen nodig zijn, dan gaan we er mee aan de slag!

Docenten ervaren een toename van gedragsproblemen in de school. Ze ergeren zich als het niet lukt om de gedragsproblematiek op effectieve wijze aan te pakken. Er gaat veel energie verloren aan het voortdurend blussen van brandjes. De oplossing ligt mijns inziens in het voorkomen van de problemen: preventief boven reactief, nooit alleen curatief. Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS) vind ik daarom de wenselijke schoolbrede aanpak om vraagstukken rondom passend onderwijs te beantwoorden. SWPBS is een bewezen, effectieve manier om gedragsproblemen te verminderen, leerprocessen te optimaliseren en te werken aan een positieve en veilige leeromgeving waarin de effectieve instructie- en leertijd toeneemt. Met SWPBS richt je je vooral op het stimuleren van gewenst gedrag en voorkom je op die manier ongewenst gedrag. Iedere student heeft behoefte aan positieve aandacht. Stap dus de klas binnen met de gedachte: ‘ik ga het aankomend lesuur letten op de momenten waarop studenten het gewenste gedrag vertonen en besteed daar aandacht aan’. Let bij studenten die lastig gedrag vertonen dus vooral op de momenten dat ze het gewenste gedrag vertonen en geef ze dan aandacht. De aanpak SWPBS zorgt daarnaast voor:

  • een toename van gewenst gedrag op school, in de klas en thuis;
  • een betere samenwerking van het onderwijsteam met ouders en zorg;
  • vermindering van het aantal disciplinaire maatregelen (zoals schorsing of verwijdering uit de les);
  • minder handelingsverlegenheid van docenten;
  • meer collegialiteit.

Dat het een hele kluif is om passend onderwijs in goede banen te leiden, mag duidelijk zijn! Waarom zou je je tanden als team hierin gaan zetten?

Een student met ADHD vindt het lastig om op zijn stoel te blijven zitten, terwijl een student met autisme soms niet van zijn stoel af te krijgen is. Je kunt je hieraan storen of je kunt het benutten. Storen verlaagt je energie en verhoogt je frustratie. Wanneer je kiest voor een opdracht waarbij beide studenten aan hun trekken komen, leer je ze én samenwerken (een mooie voorbereiding op een arbeidzaam leven) én je put zelf energie uit deze succeservaring. Je houdt dan ook nog energie over voor het begeleidingsproces. Als studenten een positieve ervaring in hun leerproces opdoen, bevordert dit hun intrinsieke motivatie en doorzettingsvermogen. Het aanspreken van de sterke kanten waarover je studenten beschikken, levert gegarandeerd meer op in je onderwijs.

Passend onderwijs implementeren roept veel vragen op die gepasseerd zijn in het begin van deze blog. Graag wil ik jullie met deze blog meenemen in een aantal stappen, die jullie als onderwijsteam kunnen doorlopen om passend onderwijs succesvol te maken (Afbeelding 1).

Procesbegeleiding op ontwikkeling van visie en ambitie
Stap 1 Visie op onderwijs en ontwikkeling van studenten
Procesbegeleiding op de ontwikkeling van de inhoudelijke voorwaarden
Stap 2 Concretisering van het schoolprofiel aan de hand van de uitwerking van vijf domeinen: 1) aandacht en tijd 2) onderwijsmaterialen 3) ruimtelijke omgeving 4) expertise 5) samenwerking
Procesbegeleiding ten behoeve van kwaliteitszorg en communicatie
Stap 3 PR en marketing (het communiceren van de boodschap naar de omgeving)
Stap 4 Voorwaarden tot consolidatie
Stap 5 Interne en externe verantwoording
Stap 6 Collegiale visitatie

Afbeelding 1. Te doorlopen stappen voor het laten slagen van passend onderwijs

De Golden Circle is een hulpmiddel om jullie visie op en ambitie rondom passend onderwijs aan te vullen (het ‘waarom’). Vervolgens kijken jullie als onderwijsteam hoe passend onderwijs invulling kan krijgen binnen jullie onderwijsinstelling (het ‘hoe’). Dat betekent dat je de concrete vertaling moet maken naar wat jullie visie en ambitie dan betekent voor het gedrag van docent naar student, het gedrag van docent naar docent, het gedrag van de student naar student en het gedrag van docent naar de buitenwereld, bijvoorbeeld de beroepspraktijk. Probeer niet alleen te kijken naar het gedrag, maar ook naar de gevolgen van passend onderwijs voor het onderwijsprogramma en het gebruikte lesmateriaal (het ‘wat’).

 

Geen busje vol met gekken, maar een limousine met VIP’s! En wie zit er achter het stuur? Jij! 

 

Bronvermelding:

 

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

× Stel je vraag via WhatsApp