In deze tijd, waarin het loopbaanperspectief minder voorspelbaar is dan voorheen, neemt de onzekerheid van studenten toe. Studenten moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen en keuzes maken voor de loopbaan die zij ambiëren. Dit vraagt niet alleen zelfkennis, maar ook actuele kennis van de arbeidsmarkt. Als opleiding speel je hier op in door loopbaanbegeleiding aan te bieden. Het realiseren van goede kwalitatieve loopbaanbegeleiding blijkt in de praktijk moeilijk (Kuijpers & Meijers, 2011). In deze blog beschrijf ik een aantal theoretische inzichten en praktische tips waarmee je als docent een bijdrage levert aan de loopbaancompetenties van studenten.
Voordat ik verder ga, stel ik me eerst aan je voor. Mijn naam is Liza Goos en heb als nieuwe medewerker bij Onderwijsadviesbureau Dekkers gelijk de hoofdprijs te pakken.Ā Hoewel in tijden van crisis de banen niet voor het oprapen liggen had ik voor mezelf duidelijke wensen geformuleerd waaraan mijn toekomstige baan moest voldoen. Dit wensenpakket vond ik terug bij Onderwijsadviesbureau Dekkers: āDicht bij het primaire proces opereren met als doel zoveel mogelijk jongeren op een goede plaats in de maatschappijā. Wat is er tenslotte mooier dan het leveren van een bijdrage aan het doel om jongeren een goed loopbaanperspectief te bieden?
Loopbaancompetenties
Om een waardevolle plek te verkrijgen op de arbeidsmarkt, heeft een startende beroepsbeoefenaar loopbaancompetenties nodigĀ (zie ook ons eerder blog over studieloopbaanbegeleiding). In een groot Nederlands onderzoek beschrijven Kuijpers, Meijers en Bakker (2006) drie loopbaancompetenties die centraal staan bij loopbaanontwikkeling, namelijk: loopbaanreflectie, loopbaanvorming en netwerken. Uit dit onderzoek blijkt dat studenten door deze competenties meer inzicht krijgen in de vraagĀ wat werk in hun eigen leven betekent en welke rol zij willen spelen in de huidige maatschappij. Dit doen zij door te reflecteren op kwaliteiten en motieven (loopbaanreflectie) en op een pro-actieve wijze werkmogelijkheden te onderzoeken (loopbaanvorming). Hierdoor wordt het proces van bewustwording omgezet naar nieuwe mogelijkheden. Daarbij is het volgens Kuijpers et al. (2006) essentieel dat studenten netwerken en contacten opdoen, zodat zij hun wensen kunnen omzetten in concrete doelen.
Focus op de toekomst
Jij als  docent speelt een essentiële rol bij de ontwikkeling van loopbaancompetenties. Om loopbaanontwikkeling te stimuleren moet er sprake zijn van een zogenaamde loopbaandialoog op school en in de praktijk. Testen of reflecties zijn zinvolle middelen, maar stimuleren de student nog niet direct om na te denken over hun eigen toekomstbeelden en belangrijker nog hoe zij deze kunnen verwezenlijken (Winters, Meijers, Kuijpers & Baert, 2009). Bij studievoortgangsgesprekken blijft de aandacht vaak te veel gevestigd op korte termijn doelen, urgente eisen en verplichtingen. Jij als docent of beter nog, jij als gesprekspartner kan de student stimuleren de eigen loopbaanontwikkeling te sturen. Hoewel er meerdere wegen naar Rome leiden, stellen Kuijpers et al. (2006) drie eisen aan de vormgeving van loopbaangerichte gesprekken:
- Het gesprek is praktijkgericht. Studenten ontwikkelen pas echt loopbaanidentiteit wanneer zij ervaring hebben opgedaan in authentieke situaties (Kuijpers et al., 2006). Door de loopbaanbegeleiding zoveel mogelijk af te stemmen op de praktijkgerichte leeromgeving kan de student werken aan zijn zelf- en beroepsbeeld.
- Het gesprek is vraaggericht. Laat het initiatief bij de student, zodat zij leren het eigen loopbaanproces te sturen (Kuijpers et al., 2006). Bij veel loopbaangesprekken in het beroepsonderwijs ligt het initiatief namelijk nog te veel bij de docent, waardoor studenten minder betrokken zijn en zich niet verantwoordelijk voelen voor het eigen leerproces (Winters et al., 2009).
- Het gesprek is waarderend. Een loopbaangesprek onderscheidt zich van andere begeleidingsgesprekken, doordat de dialoog gericht is op het toekomstbeeld van de student. Studenten krijgen inzicht in kwaliteiten en motieven en weten deze om te zetten naar concrete doelen. Op deze wijze wordt de student eigenaar van de eigen loopbaanontwikkeling (Kuijpers et al., 2006).
10 vragen voor het stimuleren van de loopbaandialoog
āNiet je talent bepaalt wie je bent, maar de keuzes die je maaktā, aldus Kuijpers (2003). Mooi gezegd, maar nog niet makkelijk gedaan. Zoals hiervoor beschreven is het belangrijk dat de dialoog tussen docent en student praktijkgericht, vraaggericht en waarderend is. Om je inzicht te geven hoe dit vertaald kan worden naar de praktijk heb ik een tiental vragen opgesteld. Deze 10 vragen zijn vormgegeven rond de 5 Dās van waarderend coachen uit het boek van Masselink en IJbema (2011):
- Define.Ā Bepaal voor aanvang van het gesprek welke onderwerpen de student graag wil bespreken.
* Welke uitdagingen wil je komende tijd oppakken?
* Welke onderwerpen hebben momenteel jouw aandacht? - Discover. Verken samen met de student de talenten en successen.
* In welke situatie in de praktijk had je het gevoel dat je echt een toegevoegde waarde had?
* Kun je een situatie noemen waar je bijzonder trots op bent? - Dream.Ā Ā Stimuleer een student om na te denken over hun ambities, missie en wensen in de toekomst.
* Als je drie wensen zou mogen doen voor jouw ideale droombaan, welke zijn dat dan?
* Hoe ziet jouw ideale dag eruit als je jouw talenten in kan zetten? - Design.Ā Om de wensen om te zetten naar actie is het goed een actieplan met de student te bespreken.
* Hoe wil jij ervoor zorgen dat je jouw talenten optimaal kan gaan inzetten?
* Welke middelen en tools kun je inzetten om deze dromen te vertalen naar de praktijk? - Destiny.Ā Als laatste is het essentieel dat de ontdekte perspectieven worden vertaald naar concrete plannen.
* Hoe ga je dit nu concreet vormgeven?
* Als ik jou de volgende keer spreek, wat heb je dan gedaan?
Ik hoop je met bovenstaande tips te helpen om studieloopbaanbegeleiding verder vorm te geven. Mocht je op basis van dit blog vragen of opmerkingen hebben, dan hoor ik die uiteraard graag viaĀ onderstaand reactieveld.
Interesse?
GeĆÆnteresseerd in meer informatie over (studie)loopbaanbegeleiding? Neem dan gerust contact met ons op! Wij verzorgen cursussen over studieloopbaanbegeleiding, coachen docenten en hebben diverse boekenĀ over dit onderwerp geschreven.
Literatuur
Bloemen, P. & Dekkers, J. (2009). Greep krijgen op je studieloopbaan (1e druk). Culemborg: Twin Media.
Dekkers, M. & Hogenboom, C. (2009). Aan de slag met studieloopbaanbegeleiding (2e druk). Nuenen: OAB drs. M.A.F. DekkersKuijpers, M. (2003). Loopbaanontwikkeling. Onderzoek naar “competenties“.  Universiteit van Twente.
Kuijpers, M., Meijers, F. & Bakker, J. (2006). Krachtige loopbaangerichte leeromgevingen in het (v)mbo: hoe werkt het? Driebergen: Het PlatformĀ Ā Beroepsonderwijs.
Kuijpers, M., & Meijers, F. (2011). Learning for Now or Later? Career Competencies Among Students in Higher Vocational Education in TheĀ Netherlands. Studies in Higher
Education, doi: 10.1080/03075079.2010.523144.
Masselink R., &Ā Ijbema, J. (2011). Het waarderend werkboek. Appreciative inquiry in de praktijk. Nieuwerkerk aan den Ijssel: Gelling Publishing
Meijers, F. & Wardekker, W. (2002). Career learning in a changing world: The role of emotions. International Journal for the Advancement ofĀ Counselling, 24 (3), 149-167.
Winters, A., Meijers, F., Kuijpers, M. & Baert, H. (2009). What are Vocational Training Conversations about? Analysis of Vocational TrainingĀ Conversations in Dutch
Vocational Education from a Career Learning Perspective. Journal of Vocational Education and Training, 61 (3),Ā 247-266.