Soms zet één persoon de hele sportwereld op zijn kop. Vol bewondering was ik aan het kijken hoe Usain Bolt in slechts 100 meter de topsnelheid van 43 km per uur behaalde op de olympische spelen. Hij is snel, getalenteerd en succesvol. Maar één ding is hij niet: bescheiden. Maar ach als je de snelste mens op aarde bent, dan zijn dit soort poses misschien ook wel te tolereren?
Een belangrijk onderdeel van Bolt zijn leven is competitie. Het verlangen om te winnen en het continu verbeteren van zijn eigen prestaties is zijn ‘corebusiness’. Volgens Spence en Helmrich (1983) zorgt een competitie-element ervoor dat mensen het beste uit zichzelf halen. Maar is dit wel zo? Hoewel ik ook dolenthousiast wordt van spelletjes en competitie-elementen, heb ik het idee dat mijn leerprestaties juist verbeteren wanneer ik samenwerk met anderen. In deze blog ga ik in op de vraag wat het effect van competitie is op de leerprestaties van studenten.
Competitie v.s. Samenwerking
In de loopbaan van Usain wordt het competitie element niet alleen ingezet om de snelste man op aarde te worden, het is een opzichzelfstaand doel, namelijk ‘winnen’. Binnen veel opleidingen wordt een competitie-element ingezet om andere doelstellingen te behalen. Afgelopen week vertelde een docent nog dat hij met studenten het ‘Ik hou van holland spel’ had gespeeld. In dit spel had hij alle kennis en vaardigheden verwerkt die in die les behandeld moesten worden. Hij was dolenthousiast: ‘Ik heb mijn studenten nog nooit zo gemotiveerd gezien’. Dit sluit aan bij de resultaten uit het onderzoek van Reeve en Deci (1996). Zij zagen dat door een competitie-element studenten een verhoogde inzet hadden bij leertaken.
Waar de kracht van het ‘win’ element ligt bij competitie, ligt ook direct de valkuil. Een overwinning levert allerlei vormen van beloning op: status, erkenning en soms een aanzienlijk geldbedrag. Het gevaar is dat een competitief persoon niet leert omdat hij intrinsiek gemotiveerd is, maar voor de beloning (Johnson & Johnson, 1974). Bovendien kan een competitie element ervoor zorgen dat studenten psychische druk ervaren (Kohn, 1986). Johnson, Johnson en Stanne (2000) hebben in een meta-analyse onderzocht wat de invloed van competitie is op de leerprestaties van studenten. Hieruit kwam naar voren dat niet competitie, maar samenwerking leidt tot betere leerresultaten. Samenwerking geeft studenten vertrouwen en mensen voelen zich meer verantwoordelijk. Vooral bij complexe taken zoals het leren van concepten bleek samenwerking beter te scoren dan competitie.
Het verantwoord inzetten van een competitie-element
Naast de nadelen, zijn er gelukkig ook voordelen met betrekking tot de inzet van competitie. Studenten zijn vaak actief betrokken bij de taak en het kan leiden tot verhoogde motivatie. Om ervoor te zorgen dat competitie verantwoord wordt ingezet in het onderwijs hebben Johnson en Johnson (1974) vier voorwaarden inzichtelijk gemaakt. Als docent moet je er volgens Johnson en Johnson voor zorgen dat:
1. De activiteit relatief makkelijk is. Hierbij kan het geleerde wel van goed niveau zijn, maar door een eenvoudige activiteit te kiezen zorg je ervoor dat het leidt tot plezier en ontspanning.
2. De studenten het idee hebben dat er een reële kans bestaat dat ze kunnen winnen.
3. Er duidelijke procedures en regels zijn.
4. Studenten de voortgang van hun medestudenten kunnen zien, zodat ze weten waar ze staan in de competitie.
Ik ben erg benieuwd of jullie zelf ervaringen hebben met het inzetten van competitie in jullie onderwijs. Herkennen jullie de voor- en nadelen van competitie? Laat je reactie achter in het reactieveld.
Liza Goos
Johnson, D. W., & Johnson, R. (1974). Instructional structure: Cooperative, competitive, or individualization. Review of Educational Research, 44, 213-240.
Johnson, D. W., Johnson, R. T., & Stanne, M. B. (2000). Cooperative Learning Methods : A Meta-Analysis. Methods, 1, 1-33. Retrieved from http://www.tablelearning.com/uploads/File/EXHIBIT-B.pdf.
Kohn, A. (1986). No contest: The case against competition. Boston, M.A.: Houghton-Mifflin.
Reeve, J. & Deci E.L. (1996). Elements of the Competitive Situation That Affect Intrinsic Motivation. Personality and Social Psychology Bulletin, 22(1), 24-33.