Zijn de studenten bij jou op school afhakers of blijvertjes?
Voortijdig schoolverlaat staat sterk in de belangstelling, vermoedelijk ook in jouw onderwijs. Nog steeds zijn er studenten die problemen ervaren in hun (studie)loopbaan, waardoor ze te vroeg stoppen met hun opleiding en geen startkwalificatie halen. De uitval is het hoogst bij mbo-niveau 1 (Van den Berg, 2007). Het behalen van een startkwalificatie geeft een beter perspectief op de arbeidsmarkt en een eigen plek in de maatschappij. Dit is goed voor de jongere zelf, goed voor de maatschappij en goed voor de economie (Bryk & Thum, 1989).
Figuur 1. Cijfers voortijdig schoolverlaat, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2014
Steeds meer jongeren in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs halen hun diploma. Het aantal voortijdig schoolverlaters is in 2013 sterk gedaald naar minder dan 6%. Maar dan nog verlaten tienduizenden jongeren voortijdig het onderwijs (figuur 1). We zijn er dus nog niet. Om ook deze jongeren op een goede plaats in de (arbeids-) maatschappij terecht te laten komen, zullen (v)mbo-instellingen zich moeten blijven inzetten om voortijdig schoolverlaat tegen te gaan.
Gezegd mag worden dat mbo-instellingen op de goede weg zitten! Bijna alle mbo-instellingen zijn erin geslaagd de uitval afgelopen jaar verder terug te dringen. Hoornbeeck College, ROC Flevoland, ROC Aventus, ROC Leeuwenborgh, ROC van Twente, Nova College, ROC ter AA, ROC Graafschap College en ROC Friese Poort behoren tot de kopgroep van de dalers. Vier van deze ROC’s behoren tot de top 15 mbo-instellingen waarmee sinds twee jaar een intensief traject loopt om de uitval verder terug te dringen (Rijksoverheid, 2014). Het leren van elkaar in wat werkt om voortijdig schoolverlaat tegen te gaan is het eerste advies dat ik wil meegeven. Informeer bij elkaar naar de succesvolle preventieve aanpak van voortijdig schoolverlaat.
Tips om voortijdig schoolverlaat tegen te gaan: |
Een effectieve aanpak voor het verminderen van voortijdig schoolverlaat begint met een strakke structuur: duidelijke regels, strakke handhaving, heldere leerdoelen, hard werken en geen smoesjes (WRR, 2009). Boyraz en Kaymakci (2010) benadrukken dat jongeren een strakke structuur op prijs stellen en aangesproken willen worden als beginnend professionals. Studenten willen duidelijkheid over de regels binnen de school. Hierbij kan gedacht worden aan de consequenties bij afwezigheid.
Jongeren kunnen binnen boord gehouden worden als voldaan wordt aan de drie basisbehoeften van Stevens (2004): relatie, competentie en autonomie. Allereerst gaat het om een goede relatie tussen studenten en docenten. Studenten moeten voelen dat ze erbij horen, dat ze ertoe doen en dat anderen hen willen helpen. Eimers (2006, p. 102) zegt hierover: “Care is niet alleen maar begripvol luisteren en liefde, care is ook in staat zijn om uitzonderingen te maken. Care houdt ook in dat je voor één student bereid bent een stapje extra te doen. Meer differentiëren voor dat individu.” Studenten moeten uitgedaagd en verleid worden om te leren. Boyraz en Kaymakci (2010) bevestigen dit in hun onderzoek waarin zij aangeven dat langdradige en gemakkelijke lessen een risicofactor vormen voor voortijdig schoolverlaat. Ten slotte moeten studenten de ruimte hebben om autonome keuzes te maken, hun leerpad uit te stippelen en daar verantwoordelijkheid voor te dragen.
Schoolniveau
- Het vergroten van het inzicht in de importantie van een startkwalificatie richting studenten en opleidingen.
- Een meer centrale aanpak van voortijdig schoolverlaten op het mbo, waarbij het management een consequent gebruik van inzetbare middelen waarborgt.
- Het creëren van een meer regelend vermogen voor docenten binnen de afgesproken kaders op het mbo indien de situatie daarom vraagt.
- Een introductiemodule organiseren waarin studenten die instromen in het mbo op een eenduidige wijze kennismaken met de mbo-instelling en de wijze van werken binnen de opleiding zodat studenten in een relatief korte tijd een goed opleidingsbeeld verkrijgen.
- Het registreren van schoolverzuim in combinatie met een ‘hands-on’ aanpak. Bijvoorbeeld in de vorm van huisbezoeken van de leerplichtambtenaar of een verzuimspreekuur.
- Betere loopbaanbegeleiding organiseren met meer afstemming tussen vmbo en mbo.
- Het verruimen van de mogelijkheden voor praktijkgericht onderwijs.
- Het organiseren van een stagemarkt.
- Een aansluitend rooster zonder tussenuren ontwikkelen. Te veel tussenuren geven studenten het gevoel doelloos voor de school rond te hangen.
- Een ontmoetingsplek creëren voor studenten en docenten in de opleiding. Een middel om het schoolklimaat en de relatie tussen docent en student te verbeteren is een loungeroom oprichten.
- Vaste vergadermomenten en studentbesprekingen inroosteren.
Docentniveau
- Een effectieve aanpak van voortijdig schoolverlaten begint altijd bij een warme en betrokken aandacht van de docent bij de studenten. Persoonlijke binding tussen de individuele student, de docent en de school verlaagt de kans op uitval.
- Een positieve benadering naar studenten. Dat geeft de student een extra prikkel om door te gaan.
- De docent moet voor iedere student willen gaan. Dat betekent dat gesignaleerde problemen altijd besproken moeten worden binnen een ketengerichte aanpak.
- Docenten moeten inspirerend en boeiend onderwijs verzorgen. Door dergelijk onderwijs kan de docent de student binden aan de school. Gebruik van verschillende werkvormen en hulpmiddelen kan daarvoor zorgen.
- Studenten in contact brengen met een concreet toekomstperspectief. Voortijdig schoolverlaters zien over het algemeen niet de toegevoegde waarde van een schooldiploma. Door studenten in contact te brengen met diverse banen of vervolgopleidingen leren ze deze waarde wel te zien.
- Het helpen van studenten bij het vinden van een stage. Wanneer studenten geen stageplek kunnen vinden, vertraagt dat hun studie en verhoogt dat de kans op uitval.
- Coaching op de werkvloer tijdens de stages. Het gesprek aangaan met de student is daarin erg belangrijk: komt de stage overeen met de wensen en verwachtingen?
- Ondersteuning en ontwikkeling van Veel studenten vallen uit omdat zij steeds falen en hierdoor het gevoel krijgen dat hun inspanningen voor niets zijn. Door hen specifieke studievaardigheden aan te leren en aandacht te besteden aan de lesstof, wordt de kans op voortijdig schoolverlaten kleiner.
- Docenten moeten dezelfde regels hanteren en elkaar erop aanspreken wanneer deze overschreden worden.
Studentniveau
- Maatwerktrajecten: structurele begeleiding en aansturing.
- Studenten moeten zich openstellen voor de docent en voor de school, waartoe ook een eerlijke en open communicatie behoort.
- Studenten zijn eigenaar van hun leerproces en dus ook zelf verantwoordelijk.
Gezinsniveau
- Het betrekken van en kennismaken met het gezin. Het gezin speelt een belangrijke rol in het al dan niet afmaken van de opleiding en moet daarom ook aandacht krijgen.
Wil jij hulp bij het preventief – en zo nodig reactief – handelen om voortijdig schoolverlaat te verminderen? Denk hierbij aan een succesvolle invulling van studieloopbaanbegeleiding, het verzorgen van een aantrekkelijk onderwijsaanbod en een gestructureerd klassenmanagement. We horen graag van je!
Bronnenlijst
- Berg, G. van den. (2007). Voortijdig van school. Jeugd en Co Kennis, 4, 16-22.
- Boyraz, E., & Kaymakci, A. (2010). Voorkomen voortijdig schoolverlaters. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.
- Bryk, A.S., & Thum, Y.M. (1989). ‘The effects of high school organization on dropping out. An exploratory investigation’. American Educational Research Journal, 26, 3, 353-383.
- Eimers, T. (2006). Vroeg is nog niet voortijdig. Naar een nieuwe beleidstheorie voortijdig schoolverlaten. Nijmegen: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt.
- Holter, N., & Bruinsma, W. (2010). Wat werkt bij het voorkomen van voortijdig schoolverlaten? Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
- (16 januari 2014). Aantal voortijdig schoolverlaters daalt fors. Opgehaald van http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2014/01/16/aantal-voortijdig-schoolverlaters-daalt-fors.html
- Stevens, L.M., Beekers, P., Evers, M., Wentzel, M. & Werkhoven, W. van (2004). Zin in school. Amersfoort: CPS.
- Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). (2009). Vertrouwen in de school: over de uitval van ‘overbelaste’ jongeren’. University Press: Den Haag/Amsterdam.