fbpx

Wellicht staat uw team binnenkort voor een mooie uitdaging: het curriculum moet herontworpen worden. Hoe pakt u dat aan? In deze blog een aantal handvatten op basis van mijn ervaringen in het mbo en hbo. Mocht u op basis van deze blog vragen of opmerkingen hebben, laat dan uw reactie achter in het reactieveld onderaan deze blog.

1. Teamopdracht vs. projectgroep

Curriculumvernieuwing raakt het hart van het onderwijs. We raden het opleidingen aan om curriculumvernieuwing in te zetten als teamopdracht en daarvoor tijd in te plannen. Laat alle betrokkenen meedenken over de fundamenten waaraan het nieuwe curriculum moet voldoen.

“De mensen die op televisie naar de maanlanding van de Apollo II hebben gekeken, waren verbijsterd toen ze de eerste man op de maan zagen lopen […] om daar te komen moesten de astronauten zich letterlijk bevrijdemaanlandingn van de aantrekkingskracht van de aarde. De eerste minuten kostten meer energie dan de honderdduizenden kilometers de dagen erna.” (Covey, 2014) 

Bovenstaande citaat geldt ook voor curriculumvernieuwing: investeer in een goed voorbereide start (het fundament) en vlieg vervolgens als projectgroep (de astronauten) door naar dat nieuw geïmplementeerde curriculum. Soms kom ik opleidingen tegen die er voor kiezen om ook de start van curriculumvernieuwing te delegeren aan een projectgroep. Het grote voordeel daarvan is dat er in een relatief korte tijd grote stappen gemaakt kunnen worden. Mogelijke nadelen zijn dat het ontwerp van het nieuwe curriculum kan rekenen op weerstand, niet wordt uitgevoerd of op een verkeerde manier wordt uitgevoerd. Ik ben van mening dat er niets mis is om een projectgroep aan te stellen die zich bezighoudt met curriculumontwerp, maar daarvoor moeten zij zich “eerst bevrijden van de aantrekkingskracht van de aarde“. In de volgende paragraaf beschrijf ik hoe het fundament daarvoor kan zorgen.

2. Het fundament (teamopdracht)

Ok, u kiest ervoor om het hele team mee te laten denken over de fundamenten van het nieuwe curriculum.  In mijn ogen moet het hele team in ieder geval betrokken worden bij:

  • De aanleiding van het herontwerp. Wordt de aanleiding geaccepteerd door minimaal 80% van de betrokkenen? Aanleidingen zijn bijvoorbeeld een veranderd beroepsprofiel, een hoog aantal uitvallers in het eerste jaar of ongemotiveerde studenten. Het doel van de aanleiding is om urgentiebesef te creëren bij alle betrokkenen.
  • De opleidingsvisie. Het ontwikkelen van een opleidingsvisie (waar staan wij als opleiding voor?) is een belangrijke stap om opleidingskeuzes op te baseren, in plaats van individuele keuzes van betrokkenen.

Afgelopen maand heb ik een opleiding van 20 docenten begeleid bij het ontwikkelen van een opleidingsvisie. Dit was nodig omdat zij in het team vooral keuzes maakten op basis van individuele belangen, waardoor besluitvorming rondom curriculumontwerp onmogelijk werd. De opleidingsvisie heeft er toe geleid dat keuzes gebaseerd werden op de opleidingsvisie in plaats van individuele belangen.

  • De manier van opleiden. Bepaal hoe het onderwijs er volgens het team idealiter uit moet komen te zien. Hierbij kunt u denken aan een curriculum gericht op:
    • de ontwikkeling van de individuele student
    • de beroepspraktijkvorming;
    • integrale opdrachten op school;
    • de beoordeling van de (eind)competenties; en/of
    • de vakdisciplines.
  • Percentage opleidingsonderdelen. Bepaal per leerjaar wat de omvang in percentages moet worden van de volgende opleidingsonderdelen:
    • Toetsing en examinering
    • Stage
    • Projecten
    • Vakken
    • Studieloopbaanbegeleiding

Het team ict kiest ervoor om in het eerste jaar studenten een goede basis mee te geven om te kunnen functioneren in de beroepspraktijk. Vandaar dat in het eerste jaar vooral gewerkt wordt met integrale opdrachten op school. In het tweede en derde jaar is het onderwijs middels lintstages gericht op de beroepspraktijkvorming. Hetgeen wat op school aan vakken wordt aangeboden heeft een directe relatie met de beroepspraktijk. In het laatste jaar staat de beoordeling van eindcompetenties centraal binnen de beroepspraktijkvorming. Hierdoor krijgt met name studieloopbaanbegeleiding een belangrijke rol in het vierde jaar.

  • De inhoud van de opleiding. Bepaal op basis van het beroepsprofiel én het huidige curriculum wat behouden kan blijven en wat aan inhoud toegevoegd dient te worden. Houd daarbij ook rekening met ontwikkbehangelingen die niet direct in het beroepsprofiel staan beschreven, zoals bijvoorbeeld de verplichting van een hbo-instelling dat iedere student Engels op c1 niveau moet beheersen.

Tip: Maak bovenstaande keuzes als opleiding inzichtelijk op een grote rol behang. Iedereen krijgt dan de grove kaders van het (ver)nieuw(d)e curriculum in zicht.

3. Curriculumontwerp (projectgroep)

Nu het fundament staat is het mogelijk om in projectgroepen te gaan werken. Daarbij moeten de volgende onderdelen uitgewerkt worden:

  • Ontwikkel een plan voor toetsing en examinering. Deze stap is essentieel om te beschrijven welke doelstellingen er worden nagestreefd en hoe de verschillende opleidingsonderdelen worden afgerond. Het plan geeft enerzijds de relatie met het beroepsprofiel en stuurt anderzijds de inrichting van het opleidingsplan.
  • Deel het beschikbare materiaal in. Deel het huidige onderwijsmateriaal in op basis van het fundament én het plan van toetsing en examinering. De opbrengst is een overzicht van bruikbare opleidingsonderdelen die reeds beschikbaar zijn. Bovendien wordt inzichtelijk gemaakt wanneer meer onderwijsmateriaal beschikbaar is dan de beschikbare tijd toelaat of dat er onderwijsmateriaal moet worden ontwikkeld om de opleidingstijd goed in te vullen.
  • Ontwikkel het leerplan. Als alle bovenstaande stappen zijn doorlopen kan het leerplan ontwikkeld worden. In het leerplan wordt per onderwijseenheid de doelstellingen, verwachte leeropbrengsten, benodigde tijd, materialen en lesopbouw/werkvormen beschreven. Dit is de meest gedetailleerd niveau van beschrijven.

Tot slot

Curriculumvernieuwing kan relatief veel tijd in beslag nemen, maar dat hoeft niet. Dat is afhankelijk of het een inhoudelijke of een vormtechnische aanpassing betreft. Betreft het een inhoudelijk aanpassing dan is de tijdsomvang van de curriculumvernieuwing te overzien. Betreft het een vormtechnische aanpassing (bijvoorbeeld van vakdisciplines naar integrale opdrachten) vergt het relatief veel tijd. Denk aan het ontwikkelen van nieuw onderwijs en het professionaliseren van betrokkenen. Tevens is het bij een vormtechnische aanpassing van wezenlijk belang dat de ontwikkeling als teamopdracht wordt opgepakt.

Literatuur

Covey, S. R. (2014) de zeven eigenschappen van effectief leiderschap.  Uitgeverij Business Contact: Amsterdam/Antwerpen

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

× Stel je vraag via WhatsApp