Deze blog is bedoeld voor de studieloopbaanbegeleiders die hun specifieke begeleiding van studenten nog effectiever en efficienter willen uitvoeren. Aan de hand van 7 competenties kan je kijken hoe  je verder kunt komen met jouw eigen ontwikkeling als (studie)loopbaanbegeleider.

Een stukje achtergrondinformatie
Als studieloopbaanbegeleider wil je studenten  laten groeien naar zelfstandige burgers die met de juiste zelfreflectie hun toekomst tegemoet gaan. We willen ze de mogelijkheden meegeven om een goede beroepsbeoefenaar te zijn die weet waar zijn kansen en talenten liggen… Kortom; we willen meer!

(Studie)loopbaanbegeleiding is daarbij ons hulpmiddel bij uitstek. Deze begeleiding moet leiden tot de vergroting van de vijf loopbaancompetenties van de student:

  1. Wie ben ik, wat kan ik? (kwaliteitenreflectie)
  2. Wat wil ik, wat drijft mij? (motievenreflectie)
  3. Welk soort werk past bij mij? (werkexploratie)
  4. Wat wil ik worden? (loopbaansturing)
  5. Wie kan mij daarbij helpen? (netwerken)

Dat betekent nogal wat voor degene die de studenten hierbij moet (mag!) ondersteunen: de (studie)loopbaanbegeleider. Wat heb je nodig om die specifieke begeleiding van studenten effectief en efficiënt uit te kunnen voeren? Om aan die vraag toe te komen heb ik de zeven competenties van de (studie)loopbaanbegeleider nader toegelicht. Naast een korte omschrijving wordt er gekeken naar de werkomschrijving (taak), het beginniveau (wat mogen we van je verwachten?) en de prestatie-indicatoren (wat doe je dan?).

De competentiemeetlat
Om je te ondersteunen in het verder ontwikkelen van deze competenties heb ik ook nog een competentiemeetlat
(Dekkers & Hogenboom, 2006) bijgevoegd. Hierin kun je voor jezelf aangeven waar je qua competenties op dit moment staat en waar je dus nog in kunt groeien.

Competentie 1: Adviseren
Korte toelichting: Adviseren is gericht op het aanreiken van mogelijkheden, tips en ideeën aan studenten in het kader van hun studieloopbaanontwikkeling. Bij het adviseren wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken en mogelijkheden van de student.

Werkomschrijving: de (studie)loopbaanbegeleider adviseert de student op adequate wijze over keuzes inzake het leertraject op maat en de hierbij benodigde begeleiding en overige ondersteuning.

Beginniveau: De (studie)loopbaanbegeleider kan een vijftal studenten adviseren met betrekking tot hun (studie)loopbaanontwikkeling.

Prestatie-indicatoren:

  • past afhankelijk van de situatie tijdens de loopbaan verschillende stijlen van advisering toe (o.a. meer/minder sturend);
  • past de adviesstijl aan aan de studieloopbaanfase van de individuele student;
  • communiceert met de student over zijn manier van adviseren;
  • stelt effectieve vragen en geeft concrete aanwijzingen zodat de student zich kan ontwikkelen;
  • ondersteunt en bemoedigt door middel van het geven van feedback
  • staat open voor feedback van studenten ten aanzien van zijn functioneren als coach.

In hoeverre beheers je deze competentie?

[polldaddy poll=8609703]

Competentie 2: Coachen
Korte toelichting: Coachen is het individueel richting en sturing geven aan studenten. De stijl van coachen moet hierbij worden aangepast aan de individuele student, zodanig dat de betrokken student zich optimaal kan ontwikkelen.

Werkomschrijving: De (studie)loopbaanbegeleider kan als coach een student tijdens zijn studieloopbaan zodanig richting en sturing geven dat de betrokken student zijn eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van zijn studieloopbaan optimaal kan ontwikkelen en reflecteert daarbij continu op gedrag en houding. Daarbij adviseert de (studie)loopbaanbegeleider de student op adequate wijze over keuzes inzake het leertraject op maat en de hierbij benodigde begeleiding en overige ondersteuning.

Beginniveau: De (studie)loopbaanbegeleider kan een vijftal studenten individueel coachen.

Prestatie-indicatoren:

  • past in verschillende situaties tijdens de studieloopbaan van een student verschillende stijlen van coaching toe, waaronder instrueren, argumenteren en accepteren;
  • past de coachingsstijl aan aan de studieloopbaanfase van de individuele student;
  • maakt bij het coachen gebruik van inzichten uit relevante wetenschapsgebieden (leerpsychologie/onderwijskunde);
  • hanteert het juiste sturingsprincipe, zodat de student zijn verantwoordelijkheid optimaal kan ontwikkelen gedurende zijn studieloopbaan;
  • onderzoekt sterktes en zwaktes in het presteren van de student met behulp van het portfolio dat de student heeft aangelegd;
  • geeft persoonlijke suggesties voor ontwikkeling naar aanleiding van bestudering van het portfolio en gegeven feedback;
  • stelt effectieve vragen en geeft concrete aanwijzingen zodat de student zich kan ontwikkelen;
  • ondersteunt en bemoedigt door middel van het geven van feedback;
  • staat open voor feedback van studenten ten aanzien van zijn functioneren als coach;
  • communiceert met de student over zijn manier van coachen.

In hoeverre beheers je deze competentie?

[polldaddy poll=8609710]

Competentie 3: Longitudinaal plannen en organiseren
Korte toelichting: Deze competentie houdt in dat op effectieve wijze doelen en prioriteiten worden bepaald en benodigde tijd, acties en middelen worden aangeven om bepaalde doelen te kunnen bereiken.

Werkomschrijving: De (studie)loopbaanbegeleider kan als intermediair tussen vraag en aanbod de student begeleiden bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan en een portfolio.

Beginniveau: De (studie)loopbaanbegeleider kan in een deels standaardcurriculum een vijftal student individueel begeleiden bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan en een portfolio.

Prestatie-indicatoren:

  • formuleert de doelen in ‘SMART-termen’ (specifiek, meetbaar, acceptabel, realiseerbaar en tijdgebonden);
  • begeleidt op een zodanige manier dat het POP gerelateerd is aan de persoonlijke behoeften van de student en datgene wat de opleiding kan bieden;
  • begeleidt op een zodanige manier dat het POP en het portfolio voldoen aan de eisen die de opleiding stelt.
  • stemt de begeleiding af op de fase waarin de studieloopbaan van de student zich bevindt.

In hoeverre beheers je deze competentie?

[polldaddy poll=8609713]

Competentie 4: Communiceren
Korte toelichting: Deze competentie houdt in dat ideeën en meningen aan studenten duidelijk worden gemaakt door middel van duidelijke taal, gebaren en non-verbale communicatie. Taal en terminologie worden aangepast aan de studenten.

Werkomschrijving: De (studie)loopbaanbegeleider kan als coach van een individuele student tijdens diverse momenten zodanig communiceren dat de communicatie een bijdrage levert aan een optimale ontwikkeling van de betrokken student.

Beginniveau: De (studie)loopbaanbegeleider kan tijdens periodieke begeleidingsgesprekken effectief verbaal en non-verbaal communiceren.

Prestatie-indicatoren:

  • houdt bij communicatie rekening met het communicatieniveau van de individuele student;
  • stemt gebaren en andere vormen van non-verbale communicatie af op de situatie;
  • stemt gesprekstechnieken af op het doel van het begeleidingsgesprek;
  • hanteert tijdens het begeleidingsgesprek de juiste feedbackregels;
  • hanteert de juiste regels voor het voeren van slechtnieuwsgesprekken.

In hoeverre beheers je deze competentie?

[polldaddy poll=8609715]

Competentie 5: Monitoren van de competentieontwikkeling
Korte toelichting: Deze competentie houdt in dat de ontwikkeling van de student wordt bijgehouden, geanalyseerd en besproken met de student.

Werkomschrijving: De (studie)loopbaanbegeleider kan met behulp van het ontwikkelingsportfolio de competentieontwikkeling van studenten volgen en bewaken. Op basis van kenmerken van de individuele student en gegevens uit POP, portfolio en andere bronnen analyseert de (studie)loopbaanbegeleider hoe de student zich ontwikkelt en wat dit betekent voor vervolgactiviteiten en interventies.

Beginniveau: De (studie)loopbaanbegeleider kan zich een oordeel vormen over de competentieontwikkeling van de student en weet een keuze te maken uit mogelijke interventies en vervolgactiviteiten.

Prestatie-indicatoren:

  • hanteert instrumenten als POP en portfolio als begeleidingsinstrument;
  • analyseert de gegevens uit de begeleidingsinstrumenten in relatie tot de ontwikkeling van de student;
  • maakt de resultaten uit de monitoring en de consequenties daarvan voor de wijze/mate van ontwikkeling concreet voor de student;
  • hanteert de juist interventies op basis van de monitoringgegevens.

In hoeverre beheers je deze competentie?

[polldaddy poll=8609718] 

Competentie 6: Vormen van oordelen
Korte toelichting: Hieronder wordt verstaan dat op basis van beschikbare informatie juiste en realistische conclusies worden getrokken.

Werkomschrijving: De (studie)loopbaanbegeleider kan op basis van het portfolio en het begeleidingsgesprek zich een oordeel vormen over het (competentie)niveau van de student.

Beginniveau: De (studie)loopbaanbegeleider kan zich een oordeel vormen over het competentieniveau van een vijftal individuele eerstejaarsstudenten.

Prestatie-indicatoren:

  • benoemt de consequenties van de verschillende acties die kunnen worden ondernomen op basis van het oordeel;
  • schat capaciteiten en mogelijkheden van studenten juist in;
  • geeft oordelen die logisch te herleiden zijn tot de feiten en die onderbouwd zijn met beschikbare informatie en geldige argumenten;
  • koppelt de informatie uit het portfolio en de informatie die verkregen wordt uit de begeleidingsgesprekken op een logische manier aan elkaar.

In hoeverre beheers je deze competentie?

[polldaddy poll=8609722]

Competentie 7: Bewaken van de administratieve organisatie rondom de student
Korte toelichting: Dit houdt in dat alle noodzakelijke administratieve taken gericht op het bijhouden van de ontwikkeling van de student worden uitgevoerd.

Werkomschrijving: De (studie)loopbaanbegeleider zorgt voor het bijhouden van alle gegevens die nodig zijn om de ontwikkeling van de student in kaart te brengen en die nodig zijn om de student de noodzakelijke activiteiten te laten uitvoeren.

Beginniveau: De (studie)loopbaanbegeleider weet welke administratieve handelingen nodig zijn in het kader van de opleiding en de ontwikkeling van de student.

Prestatie-indicatoren:

  • weet welke administratieve taken verricht moeten worden;
  • kan de student verwijzen naar de juiste medewerker als hij de (administratieve) taken zelf niet kan verzorgen;
  • kan informatie uit het studenteninformatieysteem/studentenvolgsysteem interpreteren en vertalen in acties;
  • kan gegevens uit systemen vertalen in informatie die voor betrokkenen (student, management, docenten, ouders, andere begeleiders, werkveld) relevant is.

In hoeverre beheers je deze competentie?

[polldaddy poll=8609724]

Ik ben benieuwd of je met dit competentieoverzicht verder kunt komen met jouw ontwikkeling van de competenties van (studie-)loopbaanbegeleider. Graag hoor ik van je waar je op dit moment staat met die ontwikkelingen en wat voor ideeën je daarbij hebt. Zoek je ondersteuning bij het opzetten van die begeleiding dan kunnen we je daarbij helpen. Neem gerust contact op om te sparren, te delen, te vertellen en te halen! 

Bron:

Dekkers, M.A.F., & Hogenboom, C.M.L. (2006). Aan de slag met studieloopbaanbegeleiding. Nuenen: OnderwijsAdviesBureau Dekkers.

http://onderwijsboek.nl/aan-de-slag-met-studieloopbaanbegeleiding

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

× Stel je vraag via WhatsApp