8 Ingrediënten voor goed onderwijs.

Vorige week verzorgde ik een studiemiddag in een mbo-college over ‘goed onderwijs’. De docent die het lokaal voor me opende, stelde de vraag: ‘Jij gaat ons wat vertellen over goed onderwijs?’, waarop ik antwoordde: ‘Ik ben vooral benieuwd naar wat jullie goed onderwijs vinden!’

123Een (gezamenlijke) visie op goed onderwijs en daarover in gesprek zijn met elkaar is een voorwaarde om tot goed onderwijs te komen. We – en daar maak ik me zelf ook schuldig aan – laten studiedagen invliegen over pedagogiek, didactiek, toetsen, curriculumontwikkeling en volgens mij zijn dat allemaal thema’s die invulling kunnen geven aan ‘goed onderwijs’. Het begint met de vraag: Wat vinden wij goed onderwijs én wat is daarvoor nodig?


Onderwijskundige visies op goed onderwijs

Biesta (2012) stelt dat goed onderwijs tegemoet komt aan drie domeinen. Allereerst het domein van de kwalificatie. Hier gaat het om de rol van goed onderwijs in het verwerven van kennis, vaardigheden en houdingen die de student kwalificeren voor een beroep. Naast kwalificatie vindt socialisatie plaats. Hier gaat het om de wijze waarop studenten deel worden van onze maatschappij en praktijken, bijvoorbeeld het kunnen meedraaien als werknemer in de beroepspraktijk. Tot slot heeft onderwijs ook altijd effect op de persoonlijke ontwikkeling van de student. In het antwoord op de vraag wat onder goed onderwijs verstaan wordt, verschuilen persoonlijke overtuigingen en waarden. Het gesprek over goed onderwijs zou zich moeten richten op de effectieve en efficiënte manier om goed onderwijs in te richten, passend bij degenen die betrokken zijn. Dat betekent dat onderwijsprocessen en onderwijsactiviteiten bij ‘goed onderwijs’ iets opleveren voor de onderwijsteams en bovenal voor de student in kwestie. Mijn advies is om de student, jullie klant, ook mee te nemen in de beantwoording van de vraag wat goed onderwijs is. Met elkaar kan vervolgens gekeken worden waarin jullie visies op goed onderwijs overeenkomen, waar jullie verbinding zit en hoe je daaraan gestalte kunt geven. Daarmee zorg je voor eenzelfde perspectief op goed onderwijs, spreek je dezelfde taal en blijf je hierover voortdurend de betekenisvolle dialoog aangaan.

Het realiseren van goed onderwijs begint bij de docent in de klas (Marzano, 2007). Hij of zij speelt een beslissende rol in de mogelijkheden die studenten hebben om zich maximaal te ontwikkelen. Het effectief handelen van de docenten heeft daarom de hoogste prioriteit op een school die de ambitie heeft om goed onderwijs te geven. Docenten moeten helder voor ogen hebben wat ze met hun onderwijs willen bereiken en wat ze de moeite waard vinden voor hun studenten. Maar een docent kan niet alleen verantwoordelijk gesteld worden voor goed onderwijs. Het team van docenten speelt een cruciale rol in het realiseren van goed onderwijs. Alle docenten moeten in staat zijn om tegemoet te komen aan de criteria die zijn vastgesteld voor de invulling van goed onderwijs. Het vraagt om een investering van de school in een gemeenschappelijk pedagogisch-didactisch handelingsrepertoire van docenten. Deze gezamenlijke ‘gereedschapskist’ vol met materialen, methodieken en effectieve manieren van werken, stelt de docenten in staat het onderwijs te geven dat de studenten nodig hebben. Door te investeren in het gemeenschappelijk repertoire voorkomt de school dat de kwaliteit afhankelijk is van het individuele handelen van de docenten.

 

8 ingrediënten voor goed onderwijs.
0. Een continue betekenisvolle dialoog over goed onderwijs;
1. Een pedagogisch klimaat dat veilig, ondersteunend en uitdagend is;
2. Doelmatig klassenmanagement;
3. Onderwijs dat is afgestemd op de verschillende behoeften van studenten;
4. Effectief benutte onderwijstijd waarin studenten zich het aanbod eigen kunnen maken;
5. Een instructie die effectief is, met aandacht voor de lerende houding van studenten;
6. Een leerstofaanbod dat studenten voorbereidt op de beroepspraktijk of doorstroom naar een hoger niveau;
7. Onderwijs waar een heldere structuur van leerlingenzorg ten grondslag ligt;
8. Onderwijs dat activerend is, met aandacht voor zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

 

Docent is doorslaggevend
image001Uitgangspunt hierbij is dat de docenten weten hoe goed onderwijs gegeven wordt en dat docenten kritisch naar hun eigen handelen kijken en durven te reflecteren. Een manier om met en van elkaar te leren, en elkaar uit te dagen om kritisch te kijken naar het eigen handelen en of dat in lijn is met de visie op goed onderwijs, is beeldend leren. Beeldend leren zorgt ervoor dat iemand vanuit zijn of haar persoonlijke overtuiging en waarden informatie selecteert en omzet naar gedragsverandering die hij of zij kan expliciteren naar anderen (Baeten, 2015). Het is een manier om docenten zelfverantwoordelijk te maken voor het eigen leren. De expertise van individuen wordt actief gedeeld.

 

Beeldend leren
In beeldend leren onderzoek je doelen van docenten die ten grondslag liggen aan hun dagelijkse werkwijzen met hun studenten vanuit verschillende opvattingen over ‘goed’ onderwijs (Wassink & Bakker, 2013). Tijdens beeldend leren bekijk je in groepen van 4 tot 6 personen een praktijkvideo van maximaal 5 minuten. Vraag je vooraf af welke perspectieven je mee wilt nemen in de betekenisvolle dialoog. Stel je gaat het hebben over goed onderwijs dan zou je de rector, de manager, de docent, een onderwijsondersteuner, de conciërge en de student kunnen uitnodigen. Op deze manier heb je een gemêleerde groep. Met elkaar wordt een authentiek leerdoel vastgesteld, bijvoorbeeld een gezamenlijke visie vaststellen op goed onderwijs. Vervolgens gaat deze groep kijken naar een praktijkvideo waarin verschillende perspectieven en voorbeelden van goed onderwijs worden getoond. Ieder selecteert individueel 6 kritieke beeldfragmenten die voor hem of haar kenmerkend zijn (in positieve dan wel negatieve zin). Vervolgens staan alle geselecteerde beeldfragmenten op de beeldtafel (per individu gekenmerkt) en komt men door middel van de betekenisvolle dialoog tot consensus over 6 kritieke beeldfragmenten. Deze 6 kritieke beeldfragmenten krijgen een titel. Na afloop van de beeldtafelsessie worden oefeningen aangeboden die bijdragen aan het beantwoorden van vragen zoals: hoe vaak heb je dit kritieke moment na de sessie in je werk nog ervaren? Heb je dit kritieke moment na de sessie in je werk verbeterd en zo ja, hoe heb je dat gedaan? Ook kan er gekozen worden voor een leergame die op iedere smartphone gespeeld kan worden om de opgedane kennis in de beeldsessie en oefening te verankeren.

Beeldend leren kan dus worden ingezet voor het expliciteren van wat goed onderwijs is voor jullie school, maar je kunt het ook inzetten om te ‘toetsen’ of jouw handelingswijze aansluit bij jullie visie op goed onderwijs. Je kunt bijvoorbeeld korte lessituaties filmen waarbij je met anderen bespreekt wat goed ging en wat eventuele handelingsalternatieven zouden zijn. Het beeldend leren heeft als voordeel dat het denken in termen van legitieme handelingsalternatieven jou en andere docenten de ruimte geeft om de verschillende handelingsalternatieven vrij te exploreren, zonder dat je je beoordeeld voelt. Een voorbeeld kan bijvoorbeeld zijn een lessituatie waarin studenten een ongemotiveerde houding aannemen en meer aandacht hebben voor de laatste nieuwtjes op whatsapp in plaats van jouw instructie. Je gaat dan vervolgens analyseren met elkaar hoe jij hebt gehandeld en wat daar goed aan was, en welke alternatieve handelingswijzen er zijn.

Om tot een betekenisvolle dialoog te komen is het bij beeldend leren nodig dat er eerst gedeelde betekenis over bepaalde kritieke beelden komt tijdens de analyse van praktijkvideo’s en dat er pas daarna gewerkt wordt aan het oplossen van of oefenen in de kritieke beelden.

Hieronder zie je de beeldtafel waarop het beeldend leren plaatsvindt.
image003.jpg

Wat levert beeldend leren op?

  • Authentieke beelden
  • Leren en werken wordt geïntegreerd
  • Effectief en efficiënt onderwijs
  • Meer adaptief vermogen
  • Optimaal leerrendement voor individuen en teams
  • Hogere retentiewaarde van leren
  • Op een leuke manier leren

Ik ben benieuwd naar de mogelijkheden die jij ziet om een continue betekenisvolle dialoog over goed onderwijs in jullie school te voeren. Als beeldend leren je aanspreekt, hoor ik het graag zodat ik contact met je kan opnemen en we kunnen kijken hoe beeldend leren het leren in jullie organisatie kan stimuleren.
Mailadres: R.Dekooning@oabdekkers.nl
Telefoonnummer: 06 20 55 66 43

 

Literatuurlijst
Baeten, J. (2009 resp. 2011). Virtual Action Learning: een opleidingsconcept over samenlerend produceren met ICT. CSS: Breda.
Baeten, J. (2015). Meaningful Dialogue. Dissertation UvA.
Biesta, G.J.J. (2012). Goed onderwijs en de cultuur van het meten: Ethiek, politiek en democratie. Den Haag: Boom/Lemma.
Marzano, R.J. (2007). Wat werkt op school. Research in actie. Meta-analyse van 35 jaar onderwijsresearch direct toepasbaar in beleid en praktijk. Middelburg: Bazalt.
Wassink, H. & Bakker, C. (2013). Op zoek naar balans: Instrumentele en normatieve professionalisering. Meso magazine, (191), 9-13.

 

 

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

× Stel je vraag via WhatsApp