Misschien hebt u de afgelopen weken het spotje van Sire voorbij horen komen op de radio waarin verteld wordt dat één op de vier werknemers op hun werk te maken heeft met pestgedrag. Eén op de vier! En dat zijn dan volwassenen, zou je toch zeggen, die zouden toch wijzer moeten zijn? Als pesten bij volwassenen op die schaal gebeurt wat betekent het dan voor jongeren die op een opleiding zitten? Pesten is voor veel scholen en docenten nog steeds een verborgen en niet zelden onbespreekbaar probleem. Toch wijst onderzoek (2014/2015 CBS) uit dat één op de vijf studenten in het MBO en één op de zeven studenten in het HBO te maken heeft met ernstige pestproblemen.

Deze cijfers liegen er niet om: pesten mag geen verborgen probleem zijn en moet een wezenlijk onderwerp zijn in de gesprekken en visies rondom het pedagogisch klimaat van een opleiding.

 

Graag wil ik door deze blog opleidingen motiveren het pestprobleem op hun agenda te zetten en daadwerkelijke actie te ondernemen. Pesten is een enorme demotivator voor studenten en kan grote psychische problemen veroorzaken op het moment dat het pestgedrag voorkomt maar zeker ook later in het volwassen worden. Als pesten op je agenda staat dan zouden onderstaande zaken daarin meegenomen kunnen worden.

Pesten op MBO en HBO opleidingen zien we terug in de volgende negatieve handelingen:

  • volstrekt doodzwijgen;
  • isoleren, buitensluiten;
  • psychisch, fysiek of seksueel mishandelen (onder het laatste valt ook loverboygedrag)
  • buiten school opwachten,
  • klopjachten organiseren;
  • op weg van en naar school achterna rijden;
  • naar het huis van het slachtoffer gaan;
  • opbellen, bedreigen via WhatsApp en internet;
  • nooit de echte naam van een klasgenoot gebruiken, maar een bijnaam;
  • opdrachten geven huiswerk te maken of huiswerk innemen;
  • bezittingen maltraiteren of afpakken;
  • cadeaus eisen of geld afpersen;
  • jennen of voortdurend zogenaamd leuke opmerkingen maken
  • het slachtoffer voortdurend de schuld van iets geven;
  • het slachtoffer uitschelden of ertegen gaan schreeuwen;
  • opmerkingen maken over kleding;
  • beledigen, discrimineren.

Om pesten op de opleiding aan te kunnen pakken moet voldaan worden aan zes basale voorwaarden. Deze voorwaarden lijken wellicht simpel maar in de praktijk blijkt dat veel scholen en docenten deze voorwaarden óf nooit besproken hebben óf (toch) niet hanteren.

  1. Pesten moet als een probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: docenten, de opleiding, BPV bedrijven, ouders en studenten (gepeste studenten, pestende studenten en de zwijgende middengroep).
  1. De school moet het pestprobleem voorkomen. Een preventieve aan­pak bestaat onder meer uit de behandeling van het onderwerp met de studenten, waarna met hen regels worden vastgesteld.
  1. Als pesten desondanks toch optreedt, moeten docenten dat kunnen signaleren en ook daadwerkelijk reageren!
  1. Docenten en de opleiding nemen duidelijk stelling tegen het pesten.
  1. Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen, toch weer de kop opsteekt, moet de opleiding beschikken over een directe aanpak (curatief).
  1. Weigert een opleiding of een docent het probleem aan te pak­ken, gebeurt dit op onjuiste wijze of heeft de aanpak geen resultaat, dan is inschakeling van een vertrouwensper­soon nodig.

Vooral punt 3 en 4 zijn voorwaarden die direct in een klas/groep door een docent kunnen en moeten worden gehanteerd. Natuurlijk kun je als docent lang niet altijd de vinger op de zere plek legpestengen al was het maar omdat pesten vaak ook stiekem gebeurt maar heel eerlijk; daar gaat het ook niet altijd om! Vaak voel je als docent wel dat er ‘iets niet klopt’ of dat er ‘iets speelt’. Ben je dan in staat, en dúrf je dat ook, om je les stil te leggen en de klas aan te spreken? Al was het maar om duidelijk te maken dat jij iets merkt wat niet klopt en op duidelijk stelling te nemen en je omgangswensen en gedragsverwachtingen duidelijk naar voren te brengen.

Het is van groot belang dat de opleiding een protocol vaststelt hoe zij omgaat met pesten (en andere pedagogische onderdelen overigens). Dat protocol moet geen papieren tijger zijn maar doorleefd en uitgevoerd worden door elke betrokkene. Dat niet alleen; het moet, net zoals elke pedagogische strategie, consequent worden uitgevoerd en gemonitord: het is een handelingswijzer die permanent onder de aandacht blijft

Vanuit de opleiding kan het voorkomen van pesten ondersteund worden door bijvoorbeeld de Vijfsporenaanpak (voor HBO en oudere studenten de Viersporenaanpak i.v.m. de eigen verantwoordelijk en de verminderde verantwoordelijkheid van de ouders).De Vijfsporenaanpak richt zich op de volgende gebieden:

Steun bieden aan de jongere die gepest wordt:

  • Er achter proberen te komen of en hoe erg de jongere gepest wordt en haar/zijn probleem serieus nemen.
  • Met haar/hem overleggen over mogelijke oplossingen.
  • Haar/hem steunen bij het werken aan oplossingen.
  • Zo nodig zorgen dat de jongere deskundige hulp krijgt, bijv. een sociale vaardigheidstraining, training positief zelfbeeld.

Steun bieden aan de jongere die zelf pest:

  • Met haar/hem bespreken wat pesten voor een ander betekent.
  • Met haar/hem bespreken hoe het pestgedrag is om te bouwen naar het onderhouden van positieve relaties met anderen.
  • Zo nodig zorgen dat de jongere deskundige hulp krijgt, bijv. een sociale vaardigheidstraining.

De middengroep betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem:stop-pesten-en-doe-er-niet-aan-mee

  • Met deze jongeren praten over pesten en over hun eigen rol daarbij.
  • Met hen overleggen over mogelijke oplossingen en over wat ze zelf kunnen bijdragen aan die oplossingen.
  • Samen werken aan oplossingen, waarbij de jongeren zelf een actieve rol spelen.

De opleiding en de docenten voorzien van de juiste informatie en eenduidige besluiten nemen:

  •  De directie, mentoren en docenten informatie geven over pesten als algemeen verschijnsel en over het aanpakken van pesten in de eigen klas en de eigen school.
  • Werken aan het tot stand brengen van een algemeen beleid van de school rond veiligheid en pesten waar de hele school bij betrokken is.

De ouders betrekken en/of steunen (daar waar mogelijk):

  • Ouders die zich zorgen maken over pesten, serieus nemen.
  • Informatie en advies geven over pesten en de manieren waarop pesten kan worden aangepakt.
  • In samenwerking tussen school en ouders het pestprobleem aanpakken.
  • Zo nodig ouders doorverwijzen naar deskundige ondersteuning.

Zoals ik al eerder benoemde in deze blog; met alleen een protocol ben je er niet en het is ook niet gezegd dat de Vijfsporenaanpak het enige protocol is wat je zou kunnen gebruiken. Waar het mij om gaat is dat je als opleiding het probleem van pesten écht serieus neemt omdat je er vanuit mag gaan dat zonder expliciete aandacht voor dit probleem op jouw opleiding pesten per definitie voorkomt!

Mocht je ondersteuning en/of materiaal willen hebben bij dit onderwerp neem dan gerust contact met me op (e.heerkens@oabdekkers.nl); ik help je graag verder!

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

× Stel je vraag via WhatsApp