Het nieuwe schooljaar is begonnen. Hordes leerlingen komen met veel drukte en enthousiasme je klaslokaal binnen. Jij observeert met welke leerlingen je komend jaar gaat (samen)werken. Er komen gedachten in je op: “Wat een leuke meid!”, “Dat is een pittige leerling”, “Zijn zus heb ik eerder lesgegeven.”, “Die ouders ken ik nog van het sporten.”, “Die heeft wel een erg kort rokje aan.”, “Zonde zeg, die piercing!”, “Die heeft veel deo op.”, “Nou ja zeg, hij kijkt me niet eens aan!”. Iedere docent heeft gedachten over leerlingen op de eerste schooldag. Onontkoombaar.
Jullie willen als docent ook een goede eerste indruk maken op je leerlingen. En dat herken ik. Ik verzorgde afgelopen week weer de eerste bijeenkomsten voor docenten sinds mijn vakantie. Het begon met een lekker melodietje, ieder een hand te geven bij binnenkomst én natuurlijk de gratis glimlach. De eersten die binnenkwamen, kregen van mij een compliment en ik vroeg hen naar hun naam. “Die onthoud ik in ieder geval!”, zei ik. En van degene die als laatste binnenkwam, onthield ik de naam ook meteen. Ik werkte met naamkaartjes en probeerde gaandeweg de dag zoveel mogelijk namen te oefenen. Aan het eind van de bijeenkomst benoemde een van de deelnemers haar eerste indruk van mij: “Ik dacht wat is ze jong. Wat leuk. Of misschien lijkt ze wel jong, maar is ze dat niet.” Iemand anders begon over het jumpsuit dat ik de dag ervoor aanhad. En weer iemand anders had ik de dag ervoor al ontmoet in de docentenkamer waar we hadden gesproken over de vakantie, dus daar herinnerden we elkaar aan. Allemaal eerste indrukken. Ze zijn onvermijdelijk en zo bepalend.
In onderstaand filmfragment vertelt Tim Mainhard, onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht, over zijn onderzoek naar docent-klas-relaties. Leerlingen in het filmfragment benoemen hun eerste indruk op basis van een filmfragment van enkele minuten. Een opvallend resultaat van het onderzoek is dat de eerste indruk erg bepalend is voor het verloop van de rest van het jaar. Een goede start van de lessen betaalt zich het hele jaar terug, maar de kanttekening is dat een slechte start nog een lange nasleep kan hebben.
Filmfragment (duur: 15.43 minuten)
Tim Mainhard geeft aan dat de meest optimale docent-klas-relatie bestaat uit veel overwicht en een hoge verbondenheid. Wat wordt verstaan onder overwicht en verbondenheid, licht ik toe aan de hand van de interpersoonlijke cirkel.
In de cirkel zijn vier typeringen opgenomen, die elk een verschillende combinatie van invloed (overwicht) en nabijheid (verbondenheid) in de docent-klas-relatie weergeven. Rechtsboven is sprake van een onderwijsklimaat waarin de docent een gezaghebbende relatie met leerlingen heeft. Lessen worden gekenmerkt door een gestructureerde en ontspannen sfeer. Rechtsonder is sprake van een meer tolerante relatie tussen docent en leerlingen. De docent besteedt zorg aan leerlingen, de sfeer in de lessen is vriendelijk, maar soms ook rommelig en chaotisch. Linksonder is sprake van een wanordelijke situatie waarbij regelmatig gedreigd wordt met negatieve consequenties. Linksboven is sprake van een autoritair klimaat. De lessen kennen een strenge discipline met weinig gelegenheid voor eigen initiatieven van leerlingen. De gewenste relatie bevindt zich dus in het kwadrant rechtsboven, maar niet helemaal bovenin (Brekelmans, 2010).
Een docent-klas-relatie bestaande uit een balans in overwicht en verbondenheid resulteert in hogere leerresultaten. Het gaat daarbij om scores op gestandaardiseerde toetsen, cijfers voor praktische opdrachten en rapportcijfers. Ook affectieve leeropbrengsten, zoals het plezier in een vak, het nut en de relevantie die leerlingen van een vak zien, het vertrouwen dat leerlingen in hun functioneren binnen het vak hebben, de inzet die zij voor het vak willen tonen, hun doelmatigheidsverwachting en hun motivatie voor school in het algemeen, zijn hoger in klassen waar leerlingen meer de goede balans tussen overwicht en verbondenheid van hun docenten ervaren (Brekelmans, Wubbels, & Van Tartwijk, 2005).
Ik wens je veel succes met de eerste schooldag, de eerste introductieweek en/of lesweek en hoor graag terug wat jij hebt gedaan om te investeren in een goede relatie met je leerlingen.
Bronvermelding
• Brekelmans, M. (2010). Klimaatverandering in de klas. Utrecht: Universiteit Utrecht, Faculteit Sociale Wetenschappen.
• Brekelmans, M., Wubbels, Th., & Tartwijk, J. van. (2005). Teacher–student relationships across the teaching career. International Journal of Educational Research, 43, 55-71.