De essentie van wat jij moet weten over groepsdynamiek in de klas.
Herken je dit?
- Je bent veel tijd kwijt om studenten te corrigeren of om te vragen of ze stil kunnen zijn;
- Studenten hangen achterover in jouw lessen en jij bent heel hard aan het werk om zowel de inhoud als het groepsproces te managen;
- Voordat jij de bijeenkomst afgesloten hebt, staan alle tassen al op tafel en zijn de jassen aan gedaan;
- Je bent je les begonnen maar je wordt bij herhaling gestoord door studenten die nog naar binnen willen en met veel lawaai en grote gebaren gaan zitten;
- Je introduceert een werkvorm maar je studenten gaan niet aan de slag.
Wanneer je dit herkent is het misschien de moeite waard om onderstaande blog verder te lezen.
De actie die ik van je vraag is om in het reactieveld onder de blog jouw tips rondom groepsdynamiek te delen. We verloten het boek “Het prachtige risico van onderwijs” (Biesta, 2015) onder iedereen die een reactie achterlaat in het reactieveld.
Studiesucces hangt nauw samen met betrokkenheid bij onderwijsactiviteiten en sociale interactie tussen docent en medestudenten. Piaget en Vygotsky zijn twee belangrijke grondleggers van het sociaal-constructivisme en hebben gewezen op dit belang (Sanden, 2001). Ruimer opgevat gaat leren over persoonlijke ontwikkeling, creatief en analytisch denken en ontwikkelen van vaardigheden om je de routines en tradities van een groep (bijv. collega’s in een beroep) eigen te maken (Biesta, 2015).
Billson (2015) geeft door middel van 13 principes aan hoe, door middel van bewust inzetten op groepsdynamische principes, het leerresultaat van studenten positief beïnvloed wordt.
Ik zet de 5 belangrijkste voor jullie op een rij:
- Medeverantwoordelijkheid
Aan het begin van ieder schooljaar, onderwijsperiode of zelfs een losse lesactiviteit is het belangrijk om de medeverantwoordelijkheid van de groep voor het proces te bespreken. Tijdens de introductie van de les gaan veel docenten direct over op de inhoud van de les: wat komt er aan bod, in welke volgorde en met welk tijdschema. Afspraken over het groepsproces worden zelden gemaakt. Dit is een gemiste kans omdat je als docent niet alléén verantwoordelijk bent voor het groepsproces. Alle leden van de groep hebben een verantwoordelijkheid in het goed laten verlopen van de les of de onderwijsperiode. Maak bijvoorbeeld ook in het lesmateriaal al duidelijk wat je van de studenten verwacht in het groepsproces zoals een actieve participatie, elkaar feedback geven en de wijze waarop er gecommuniceerd wordt met elkaar. Ook kan het handig zijn om bepaalde taken in de groep te verdelen zoals wie is verantwoordelijk voor het terugzetten van tafels en stoelen in de oorspronkelijke opstelling, wie zorgt voor het verdelen van aantekeningen en materiaal, wie is verantwoordelijk voor de telefoon of WhatsApp cirkel.
Maak in ieder geval duidelijk dat hun onvrede en kritiek (evenals die van jou) een zaak zijn van de hele groep en dat van iedereen voorstellen ter verbetering verwacht worden. Op deze manier stimuleer je de actieve betrokkenheid van je studenten.
- Groepsnormen
Aansluitend op het thema medeverantwoordelijkheid is het ook goed om de groepsnormen met elkaar te bespreken. In veel trainingen over pedagogisch klimaat worden wij gevraagd hoe om te gaan met regels als eten en drinken in de klas, petje op petje af, pestgedrag en het inpakken van de tassen aan het eind van de les. Wanneer aan het begin van de onderwijsperiode duidelijke afspraken gemaakt worden, zijn dit soort discussies makkelijker te hanteren. Essentieel daarbij is dat de normen die je afspreekt afgeleid zijn van de waarden of essentiële aspecten die jij belangrijk vindt in de groep. Wanneer je deze afspraken niet met de groep maakt gaat de groep zelf de normen stellen (Bakker-de Jong, 2009). Studenten die de neiging hebben om zich extra te profileren (door “de uitslovers” of mensen die hun werk al af hebben openlijk belachelijk te maken) worden al snel verheven tot de norm. Het is maar zeer de vraag of dit de normen of regels zijn die jij als docent acceptabel vindt. Neem daarom aan het begin van de onderwijsperiode of de les de tijd om deze normen goed met elkaar te bespreken.
- Rolmodel
Jij bent als docent een van de belangrijkste leden van de groep. Het is daarom cruciaal om goed voorbeeldgedrag te laten zien. Wanneer je als docent een rolmodel bent voor de groep door bijvoorbeeld tijdig aanwezig te zijn, te vertellen over je eigen ervaringen, je te houden aan de normen die je hebt afgesproken (bijvoorbeeld niet eten en drinken in het klaslokaal) of door goede feedback te geven ben jij het rolmodel voor de groep. Studenten verleiden tot actieve deelname begint vaak bij jezelf. Wanneer jij veel energie in de groep steekt, krijg je waarschijnlijk de meeste energie terug.
- Betrokkenheid van alle deelnemers
Binnen groepsprocessen in de klas maar een beperkt aantal studenten zichtbaar en hoorbaar. Er ontstaat de gewoonte van enkele praters en veel zwijgers (Billson, 2015). Het is jouw rol als begeleider van de groep om te zorgen dat het onderwijs van docent gecentreerd naar student gecentreerd gaat. Zorg ervoor dat in de werkvormen er veel wisselende contacten tussen studenten zijn zodat zij elkaar horen en leren kennen. Belangrijk voor de begeleider is hierbij te zorgen dat niemand buiten de boot valt en te zorgen dat het gesprek niet door enkelen gedomineerd wordt. Samen werken aan een opdracht, elkaar feedback geven of elkaar interviewen zijn mogelijkheden om de interactie te bevorderen. Door alert te zijn op de actieve participatie van alle deelnemers neemt de effectiviteit van de groep en het leerproces toe.
- Ga bewust om met subgroepen
Studenten neigen naar het vormen van subgroepen in de klassen. Het is van belang om hier alert op te zijn en dit actief te beïnvloeden. Voordat je het in de gaten hebt (let heel goed op de zwakke signalen hiervan in de groep) ontstaan er subgroepen op gebied van leefstijl, sekse, afkomst, kledingnormen etc. Dit hoeft natuurlijk niet bezwaarlijk te zijn maar zoals vaak met groepen gaat de communicatie vaak “over de andere groep”. Oordelen, meningen of overtuigingen over de ander kunnen een effectieve groep of een effectief leerproces in de weg staan.
Als docent heb je de regie en een hele grote in de vorming van subgroepen. Laat dit niet aan het toeval over maar intervenieer hier heel bewust in door zelf de groepen samen te stellen. Geef dan duidelijk aan op basis van welke criteria je tot de groepen gekomen bent. Deze criteria kunnen aansluiten bij het thema (bijv. werkervaring), bij de werkvorm (jongens tegen de meisjes) of willekeurig zijn (op basis van alfabet). Het is voor groepsleden relevant om te weten waarom ze in een bepaalde groep zitten.
Het woord is nu aan jullie. Laat hieronder in het reactieveld jouw ervaringen en successen met het werken met groepen achter en win “het prachtige risico van onderwijs”!
Bronnen:
Bakker-de Jong, M & I. Mijland. (2009). Handboek positieve groepsvorming. Esch: Uitgeverij Quirijn.
Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs: Uitgeverij Phronese.
Billson, J.M. (2015). Schoolklassen. In J. Remmerswaal (Ed.), Begeleiden van groepen. Groepsdynamica in de praktijk. (pp. 267-279). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Sanden, J.M.M. van der. ( 2001). Opleiden vanuit een constructivistisch perspectief. In J. W. M. P. Kessels, R.F. (Ed.), Human Resource Development: organiseren van het leren (pp. 53-66): Uitgeverij Samson.