Bouw mee aan de ideale professionalisering voor docenten!

 

Zowel in het HBO als in het MBO is er een sterke roep naar het versterken van de professionele ruimte van docenten, het samenwerken in teams en het versterken van de professionele ontwikkeling van docenten. Of het nu gaat om het leraarregister, de basiskwalificatie didactische bekwaamheid of de basiskwalificatie examinering. Er is veel aandacht voor de professionalisering van docenten.

Als onderwijsadviesbureau worden wij regelmatig gevraagd of wij een bijdrage kunnen leveren aan een programma waarin (groepen) docenten geprofessionaliseerd worden tot de basis- of expertkwalificatie didactiek of examinering.

 

Uiteraard proberen wij programma’s zo goed mogelijk af te stemmen op de doelgroep docenten in HBO of MBO maar we denken dat dit nog veel beter kan. Hoe? Door de vraag voor te leggen aan de lezers van deze blog (iedere week ruim 7000 mensen!)

 

In deze blog schets ik de wijze waarop wij de professionalisering voor docenten bij voorkeur inrichten.

 

Aan het eind van de blog aan jullie de vraag hoe we dit professionaliseringstraject kunnen verbeteren. De inzenders van een reactie nodigen we uit om met ons verder te brainstormen over de inhoud.

 

Maar eerst het professionaliseringstraject zoals wij dat voorstellen (ga er even goed voor zitten, het is een lang verhaal):

 

1) Didactisch concept: onderzoekend leren

“…de essentie van leren meer centraal te plaatsen: werken en leren in teams, vertrouwen in partners, communicatie, probleem oplossen, informatie zoeken, relevante informatie accuraat selecteren, kritisch zijn.” (Dochy, 2015)

 

Wij hanteren een didactisch concept waarbij onderzoekend leren centraal staat gebaseerd op de creatieve actie methodologie (Delnooz, 2012). Binnen dit concept stellen we deelnemers in staat om op basis van reflectie een innovatieve oplossing te bedenken voor hun eigen praktijkvraagstuk en hen te leren om deze vervolgens te toetsen met behulp van wetenschappelijk onderzoek. Dit vraagt van hen een nieuwsgierige en onderzoekende houding, waarbij zij kritisch kijken naar de bestaande informatie, open staan voor nieuwe ideeën en een actieve leerhouding hebben. We stimuleren daarmee de professionele nieuwsgierigheid om het eigen handelen in de beroepspraktijk te verbeteren (Meijer, 2010). Uit onderzoek van Van Gelder (2005) blijkt dat mensen van nature niet kritisch zijn. Wanneer een verklaring in eerste instantie waar lijkt te zijn, wordt er door mensen niet kritisch meer naar de verklaring gekeken. Bovendien blijkt daarbij de onderbouwing met argumenten vaak te ontbreken. Docenten zullen in het leertraject daarom geprikkeld worden om op zoek te gaan naar informatie en deze informatie vanuit meerdere perspectieven, kritisch te bekijken. Ons doel is om docenten in staat te stellen om zelfverantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces door middel van een kritische, onderzoekende, creatieve, innoverende en ondernemende houding.

 

In onze aanpak vinden wij het belangrijk dat deelnemers bij elke stap van het leerproces nadenken over hun eigen leervragen en zelf beslissen hoe ze het betreffende vraagstuk aan gaan pakken. Wij kiezen daarom voor een model gebaseerd op het 70-20-10 raamwerk (Jennings, 2016) waarbij leren voornamelijk in de beroepspraktijk (een hybride leeromgeving, zie figuur 1) plaatsvindt. Door middel van aanbod en coaching gaat de deelnemer ophybride-leeromgeving-blogzoek naar innovatieve, creatieve oplossingen voor die eigen leervragen. Grofweg bestaat een leertraject uit drie onderdelen.

Figuur 1: Hybride leeromgeving (Baaij, 2016)

 

  • 10% formeel aanbod vanuit opleider. Denk hierbij aan themaworkshops & online instructievideo’s (kwadrant I en II)
  • 20% Coaching & intervisie waarbij we de interactie tussen deelnemers stimuleren. Door de deelnemers met elkaar te laten discussiëren over de ingebrachte leervragen komen tegenstrijdige inzichten en adviezen ter sprake, die tegen elkaar afgewogen moeten worden (Reflectie tijdens en achteraf, kwadrant III)
  • 70% ervaringen in de eigen beroepspraktijk, waaruit deelnemers leervragen destilleren en de praktijkgerichte oplossingen implementeren. Dit implementeren ondersteunt OAB Dekkers met lesbezoeken waarin het gedrag van de studenten observeren in het kader van de doelstellingen van de docent (Kwadrant II en IV). De docent vraagt feedback, ontwerpt een leeractiviteit en met behulp van beeldend leren kijken we naar de effecten en de mate waarin deze effectief zijn.

 

 

Figuur  1: hybride leeromgeving

 

2) Beeldend leren

Videobeelden zien wij als krachtig instrument waarmee docenten zelf en met anderen kunnen reflecteren op het eigen handelen en oplossingen te zoeken op eigen leervragen. Een belangrijk onderdeel van ons traject is dan ook het verzamelen van die beelden van de eigen lespraktijk. Tijdens de coaching en intervisie zijn deze videobeelden belangrijke input tijdens de sessies beeldend leren. Voor een uitleg van beeldend leren verwijzen wij naar de volgende blog: http://www.kardonsch.nl/beeldend-trainen-leren-van-en-met-elkaar-werkplekleren/. Via authentieke beelden uit de praktijk van de docent komen we tot een betekenisvolle dialoog met peers, studenten en opleiders. Niet de tool staat centraal maar de dialoog.

beeldend-leren-blog
Om bovenstaande principes uit te werken komen wij tot onderstaand leertraject.

 

3) Het basis leertraject:

Het doel van het basisleertraject is als volgt

  1. De deelnemer kan een (zelfontwikkelde) toets beoordelen op kwaliteit en kan deze zo nodig bijstellen zodat deze aan alle gestelde eisen van de toetscyclus voldoet (ExpertgroepBKE/SKE).
  2. De deelnemer beschikt vanuit een urgent vraagstuk over een zelfstandig onderbouwd pedagogisch didactisch repertoire (gekenmerkt door routine en probleemoplossend vermogen (Geerligs, 2010)) met het oog op het motiveren van studenten en het bereiken van leerresultaat.
  3. De deelnemer is zelfverantwoordelijk voor zijn/haar eigen professionalisering, gericht op een kritische, onderzoekende, creatieve, innoverende en ondernemende houding.

 

Deelnemers houden gedurende het leertraject een digitaal ontwikkelportfolio bij, waarin zij op basis van videobeelden, 360 graden feedback en beknopte reflectieverslagen aantonen verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces.

Voor de geformuleerde leerdoelen vindt op basis van het ontwikkelportfolio een assessmentgesprek plaats.

 

Opzet

De opzet van het basisleertraject hebben we op hoofdlijnen vormgegeven volgens het schema van figuur 2. Kenmerkend van het basisleertraject is dat we ervoor kiezen structuur te bieden met betrekking tot de inhoud en de manier van werken. In 2 cursussen van 10 weken verweven de deelnemers in teamverband hun BKE (Basiskwalificatie Examinering en BDB (basiskwalificaite didactisch bekwaam). In die 20 weken ontwikkelen de deelnemers een kritische, onderzoekende, creatieve, innoverende en ondernemende houding ten aanzien van hun eigen leervragen. We leggen hiermee de basis voor een duurzame professionele nieuwsgierigheid, die gecontinueerd kan worden in het gevorderden en expert-traject.

leertraject-blog
4) Inspiratielezing en Kick-Off

Alle deelnemers van het basisleertraject starten gezamenlijk met een inspirerende lezing van de door ons ingezette gasdocent over kritisch denken. Door deze lezing willen wij docenten meenemen in de mindset die wij van hen verwachten, namelijk die van de reflectieve en evidence-based (of evidence informed)  handelende professional. Hierbij staat centraal dat het leertraject deelnemer-gestuurd is (Dochy, 2015). Aansluitend op de lezing volgt de kick-off, waarin de werkwijze wordt gepresenteerd van het leertraject en wederzijdse verwachtingen uitgesproken.

 

5) BKE-traject

De eerste 10 weken van het basisleertraject staan in het teken van de Basiskwalificatie Examinering. Dit doen wij omdat;

  • In onze ogen toetsing en examinering het startpunt van het onderwijs vormt (Biggs, 1996).
  • Startende docenten direct kennis maken met dit uitgangspunt.
  • Door met alle docenten in een groep te focussen op één onderwerp, kunnen we met de groep de wijze van onderzoekend leren gestructureerd aanleren (methodiek van professionaliseren aanleren).
  • Door te starten met toetsing en examinering kan voldaan worden aan de eisen die gesteld worden aan de BKE certificering.

Het BKE traject structureren wij op basis van een aantal thema’s mede ontleend aan het boek Toetsen in het Hoger Onderwijs (Sluijsmans, 2015). Binnen ieder thema staan de leervragen van de deelnemers centraal. We sluiten aan bij de leeruitkomsten die zijn geformuleerd door de expertgroep BKE/SKE (ExpertgroepBKE/SKE, 2013).

 

6) BDB-traject

Het BDB-traject heeft één thema centraal staan: gemotiveerde studenten en studiesucces. Aan de hand van de deelthema’s activerende didactiek, pedagogiek en omgaan met diversiteit maken de deelnemers zich het gereedschap én de onderbouwing eigen die voor hun lespraktijk toepasbaar is. Ook hierbij hanteren wij ons didactisch principe van onderzoekend leren.

 

7) Aanpak beide trajecten

Beide cursussen hebben een leerlijn van 10 weken, met een studiebelasting van 20 uur per week. Vanwege het feit dat wij werken met het 10-20-70% model, is 30% van die tijd echte formele leertijd (lesobservatie, beeldend leren, coaching, online masterclasses, intervisie, formeel aanbod). We spreken dus eerder van een formele studiebelasting van 6 uur per week.

 

Binding is belangrijk dus we zien elkaar vaak. Elke week is er een video-conferentie met coach en intervisiegroep om leervragen met elkaar te bespreken. Elke oneven week treffen we elkaar voor een thema-masterclass en een intervisiesessie. De masterclass en intervisie vormen input voor het verdere leren en onderzoeken in de praktijk. E lke even week is een online masterclass en er zijn voortdurend instructievideo’s beschikbaar die de deelnemers helpen bij hun onderzoeksvragen bij de thema’s.  De snelheid is hoog, de intensiteit en impact is groot.

 

In week 10 is het voorbereidingsgesprek voor het (portfolio-) assessment. Na 3 weken dient het portfolio ingeleverd te worden. Het eindassessment van het betreffende onderdeel vindt 2 weken later plaats. In het assessmentgesprek gaan de docent en de opleider samen op zoek (aan de hand van criteria die vooraf gezamenlijk zijn opgesteld) of leerdoelen gerealiseerd zijn bij het geformuleerde hiaat of probleem uit de praktijk.

 

 

Tot slot aan jullie de vraag om in het reactieveld hieronder of via p.loonen@oabdekkers.nl te reageren op dit uitgebreide voorstel, verbeteringen aan te brengen of voorstellen te doen om verder te innoveren. Alle ideeën zijn welkom. We nodigen iedereen uit om te reageren en organiseren een bijeenkomst met iedereen die mee wil denken.

 

Geraadpleegde bronnen

 

 

  1. Baaij, P & Christoffels, I. (2016). De toekomst begint vandaag. 21ste-eeuwse vaardigheden in het beroepsonderwijs. ’s Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs.
  2. Biggs, J. (1996). Enhancing teaching through constructive alignment Higher Education 32, 347-364.
  3. Delnooz, P.V.A. (2012). Creatieve Actie Methodologie. De kunst van het zoeken naar pragmatische en innovatieve oplossingen in praktijkonderzoek. Amsterdam: Boom Lemma Uitgevers.
  4. Dochy, F. (2015). High impact learning anno 2022: model voor de toekomst – Over aanpak en sturing R. i. t. Veld (Ed.)
  5. ExpertgroepBKE/SKE. (2013). Verantwoord toetsen en beslissen in het hoger beroepsonderwijs; een voorstel voor een programma van eisen voor een basis- en seniorkwalificatie examinering(BKE/SKE): Vereniging Hogescholen.
  6. Geerligs, J. (2010). Expertise en praktijkrepertoire binnen competentiegericht onderwijs. Onderwijs en gezondheidszorg, 34(1), 17 – 21.
  7. Gelder, T. van. (2005). Teaching critical thinking; some lessons from cognitive science. College teaching, 53(1), 41-46.
  8. Jennings, C. (2016). 70-20-10: Origin,Research, Purpose Retrieved 22 augustus 2016, 2016
  9. Meijer, P., Meirink, J., Lockhorst, D. en Oolbekkink-Marchand, H. (2010).  . (2010). (Leren) onderzoeken door docenten in het voortgezet onderwijs. Pedagogische Studiën, 87(4), 232-252.
  10. Sluijsmans, D., D. Joosten-ten Brinke & T. van Schilt-Mol. (2015). Kwaliteit van toetsing onder de loep: handvatten om de kwaliteit van toetsing in het hoger onderwijs te analyseren, verbeteren en borgen. Apeldoorn: Garant Uitgevers.

 

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

× Stel je vraag via WhatsApp