8 mythes over leren en onderwijs
Wij mensen houden niet van onzekerheid, we geloven te graag. Ook als het over onderwijs gaat, gelooft iedereen maar al te graag. Stel dat er morgen een nieuwe onlinetool uitkomt, gaat deze viraal en iedereen deelt hem via Snapchat, Instagram, LinkedIn. En vervolgens komen de onderwijsblogs tevoorschijn met ‘10 manieren om dit (nieuwe onlinetool) in de klas te gebruiken’ of ‘met deze onlinetool zal het onderwijs veranderen’. Elke nieuwe tool lijkt dan een mogelijke oplossing, al weten we soms niet wat het probleem nu werkelijk is, maar we geloven het.
Deze blog heeft als bedoeling om inzicht te geven rondom mythes van onderwijstheorieën en is dus interessant voor iedereen die betrokken is bij het onderwijs.
Op donderdag 23 november komt Pedro de Bruyckere een interactieve lezing verzorgen tijdens het HIT EVENT. Om alvast een voorproefje te geven, beschrijf ik acht mythes uit zijn boek ‘Jongens zijn slimmer dan meisjes’ (2017) gekoppeld aan de acht bouwstenen van High Impact Teaching, zie hiervoor ook Peter’s blog.
8 mythes (Bruyckere, 2017)
- Bouwsteen Urgentie; ‘Leren door zelf te ontdekken is beter dan uitleg krijgen’ Je hebt absolute voorstanders van ontdekkend leren en je hebt onderzoekers die het een mythe noemen. Beiden hebben gelijk. Puur ontdekkend leren werkt niet, maar met de juiste ondersteuning kan deze vorm van leren effectief zijn. Hoe minder ervaring de student heeft, hoe belangrijker de ondersteuning en begeleiding zijn, zo belangrijk dat ontdekkend leren eigenlijk goed casusgebaseerd onderwijs wordt.
- Bouwsteen Directe Instructie; ‘Als je alles kunt opzoeken, is kennis onbelangrijk’ We leven in een kennismaatschappij waarin iedereen alle kennis binnen handbereik heeft, je smartphone in je broekzak kan bijna elke vraag beantwoorden. Maar de bekwaamheid en de mogelijkheid om informatie op die manier op te zoeken is zonder twijfel belangrijk! Onze voorkennis en ervaringen bepalen ook hoe goed we de informatie die beschikbaar is op het internet kunnen opzoeken/ vinden, selecteren en verwerken. Onderzoek wijst uit dat weinig voorkennis het zoekproces negatief beïnvloedt (Nievenstein, van Gog, Boshuizen & Prins, 2008).
- Bouwsteen Betrokkenheid; ‘Internet hoort in de klas, want het sluit aan bij de belevingswereld van je student’ Het klinkt erg eenvoudig, maar het belangrijkste is dat leerlingen een meerwaarde voor het leren ervaren (dat de leerervaring efficiënter, effectiever en aangenamer wordt), anders haken ze af. Los daarvan mag onderwijs natuurlijk niet wereldvreemd zijn.
- Bouwsteen Feedback; ‘Mensen hebben verschillende leerstijlen’ Moet je je feedback aanpassen aan de leerstijlen van je studenten? Nee, er is nauwelijks wetenschappelijk bewijs voor de verschillende indelingen en geen bewijs voor hun meerwaarde in de klas.
- Bouwsteen Herhaling en verschillende contexten; ‘Het geheugen slaat heel precies op wat we ervaren’ Vertrouw je herinneringen niet, ze zijn nooit 100% correct. Er is sprake van selectie en vervorming. Het is belangrijk dat te beseffen als docent.
- Bouwsteen Toepassen door problemen op te lossen; ‘Je leert effectief via probleemgestuurd onderwijs (PGO)’ PGO gebruiken om nieuwe inhouden aan te leren heeft geen positief leereffect. Er is wel een positief leereffect als je PGO gebruikt om iets dat de lerende al kent beter te verkennen en te onthouden. Een effectieve afnemende beleidsstrategie is bv. de completeerstrategie (studenten bestuderen uitgewerkte voorbeelden, vullen steeds meer zelf in) en conventionele problemen (studenten lossen zelfstandig conventionele problemen op) Renkl en Atikinson (2003).
- Bouwsteen Succeservaring en zelfvertrouwen opbouwen; ‘In onderwijs moet je met meer soorten intelligentie rekening houden’ Studenten worden dus aangemoedigd om zichzelf zo te zien, met aangeboren sterktes in bepaalde gebieden. Maar er zijn volgens White (2005) betere manieren om het zelfvertrouwen te versterken i.p.v. kijken naar iemands intelligentie in al die hokjes.
- Bouwsteen Samenwerken; ‘Je leert 70% informeel, 20% van anderen en 10% via informeel onderwijs’ Informeel leren is zeker belangrijk, maar in wetenschappelijke literatuur vonden we geen bewijzen voor deze verhoudingen. Aan de grondslag van deze vuistregel zien we een problematische veronderstelling, namelijk dat we het best leren door dingen zelf te ontdekken. Bij bouwsteen 7 ga ik daar verder op in.
Nieuwsgierig naar andere mythes en naar de leefwereld van jongeren met ontelbare praktijkvoorbeelden? Hierover vertelt Pedro de Bruyckere je al te graag meer over tijdens het HIT EVENT op 23 november: www.highimpactteaching.nl
Bronnen:
Bruyckere, P., Kirschner, P. & Hulshof, C. (2017). Jongens zijn slimmer dan meisjes. 35 mythes over leren en onderwijs. Culemborg: Lannoo
Nievelstein, F., van Gog, T., Boshuizen, H., & Prins, J. (2008). Expertise- related differences in conceptual and ontological knowledge in the legal domain. European Journal of Cognitive Psychology, 20, 1043- 1064.
Renkl, A., & Atkinson, R.K. (2003). Structuring the transition from example study to problem solving in cognitive skill acquisition: A cognitive load perspective. Educational Psychologist, 38, 15-22.
White, J. (2005). Howard Gardner: The myth of multiple intelligences London: Institute of Education Viewpoint NO 16.