fbpx

BLOG 3: Hulp in omgang met je klas

door 27 nov 2018

4 meest gestelde vragen over groepsdynamica

Welkom bij Blog 3 in de serie die ik schrijf over positieve groepsvorming waarbij ik vanuit het boek passages aanhaal met betrekking tot de meest gestelde vragen als het gaat om groepsdynamica. In mijn vorige blog ging het nog over hoe je het groepsproces positief kan beïnvloeden en gaf ik daar vijf tips voor. In deze blog richt ik mij dus op enkele vragen uit de praktijk.

Ik kies er een aantal uit om in deze blog ter discussie te stellen, en illustreer dit aan de hand van wat ik vaak zie tijdens lesobservaties;

  1. Mijn klas is gezellig maar er wordt niet geleerd
  2. Mijn klas is een en al ‘leerprobleem’
  3. Mijn klas klaagt over een collega
  4. Mijn klas vindt niks leuk

Je ziet al in de formulering ervan dat het niet bepaald een positieve kijk is door de wijze waarop de ‘problemen’ geformuleerd zijn. Ik las laatst een definitie van het woord probleem en trof daarbij de volgende beschrijving aan ‘een probleem is een onopgelost vraagstuk’.
Dus met andere woorden, laten we kijken of we bepaalde vraagstukken met betrekking tot groepsdynamica kunnen oplossen, om geen problemen te hebben ?.

 1. Mijn klas is gezellig maar er wordt niet geleerd

Oké, klinkt een beetje hard. Ik ben een les aan het observeren waar een docent ‘veel’ toestaat aan studenten (qua spullen wel/niet bijhebben, te laat komen, kletsen terwijl iemand aan het woord is en noem maar op). Deze docent heeft het gezellig met de studenten. Er worden grapjes gemaakt, studenten lijken zich op hun gemak te voelen omdat er van alles door de klas wordt geroepen en ik zie weinig studenten tot leren komen. Ze leren misschien wel iets van en over elkaars gedrag (en dat van de docent), maar lijken niet met de lesstof bezig te zijn.  Wat maakt nou dat ze spullen niet bijhebben en vooral als het niet echt een probleem is dat ze hun spullen niet bij zich hebben? De docent werkt erg hard, ik zie de hele les interventies om de studenten tot leren aan te zetten.

Wat zegt het boek hierover? Boek positieve groepsvorming

Waarschijnlijk is in het begin van het groepsvormingsproces niet intensief begeleid en is het leren niet centraal komen te staan maar het gezellig met elkaar hebben.

Het advies hierbij is dat aan de vaklessen groepsproces-lessen gekoppeld moeten worden. Dat betekent dat je verschillende werkvormen inzet om het groepsproces te bevorderen en tegelijkertijd met de lesstof bezig te zijn. Een goed voorbeeld hiervan is het gebruik maken van samenwerkend leren en activerende didactiek toe te passen. Daarnaast is een tip om een sociogram te maken zodat je voordat je de diverse werkvormen inzet nadenkt over wie je bij elkaar zou moeten zetten.

Denk aan samenwerkend leren en activerende didactiek, waarbij je diverse werkvormen inzet om ze met de lesstof aan de slag te laten gaan. Een sociogram maken kan ook hierbij helpen om zicht te krijgen op de rollen van de klas.

2. Mijn klas ik een en al ‘leerprobleem’

Wederom observeer ik een les, waarbij ik na afloop met de docent in gesprek ga over dat wat ik heb waargenomen. Ik stel hierbij vragen en geef feedback zoals van tevoren afgesproken.
Nu zit ik met een docent aan tafel en die heeft over elke leerling wel iets slechts te zeggen. Ik merk in het gesprek dat ik er zelf negatief van word hoe de studenten bestempeld worden.
Ik denk in mijzelf ‘dit kan niet’. Het is onmogelijk dat er met al jouw studenten iets negatiefs aan de hand is, het kan niet alleen aan de studenten liggen. Dan vraag ik mij oprecht af of je werken met studenten wel leuk vindt, want ik hoor alleen ‘ze kunnen dit niet, ze doen dit slecht’ etc. Met welke mindset ben je aan het werk?

Wat zegt het boek hierover?

Het bekijken van studenten hebben leerproblemen kan vanuit diverse hoeken. Wanneer docenten daadwerkelijk studenten met een leerprobleem hebben is het een tip om aan het begin van het studiejaar met de klas hierover in gesprek te gaan zodat ze weten wat erbij komt kijken en wat je daarin kunt verwachten van elkaar. Je kunt bespreken hoe je met elkaar omgaat.

Ik heb hierboven het voorbeeld gegeven wanneer docenten teveel kijken naar het leerprobleem en leerlingen daardoor ‘bestempelen’. Hieronder geef ik een tip hiervoor.

Mijn tip hierbij is om te proberen naar je studenten te kijken als iemand die uitgedaagd dient te worden en die graag wil leren. Het lijkt soms niet zo, maar vind je iemand zijn talent/interesse, dan kan je het vuurtje aanwakkeren waardoor een leerling wel wil presenteren. Vraag jezelf af wat maakt dat je zo negatief naar je studenten kijkt. Misschien is het gedrag veroorzaakt door iets waar je geen weet van hebt. Hoe is je band met de klas? Hoe open ben je zelf? Ik geloof dat als je investeert in een goede relatie, je minder studenten als leerprobleem gevallen zult ervaren. En het investeren in de relatie doe je vooral door tijd te investeren om elkaar te leren kennen, zelf het goede voorbeeld te geven. En niet vergeten ‘uitspreken, afspreken en dan pas aanspreken!’ dus eerst bespreken wat jij als klas en als docent belangrijk vindt en van daar uit gedrags ’richtlijnen’ met elkaar formuleren. Dan pas kun je elkaar aanspreken op gedrag.

 3. Mijn klas klaagt over een collega

Ik heb meegemaakt dat ik tijdens een van mijn studies een docent had waar ik ontevreden over was. De docent vertelde niks nieuws (ik had alles in de boeken kunnen lezen, dus wat was de meerwaarde van dat hoorcollege?), kon geen orde houden en kon ook naar mijn idee geen uitleg geven. Ergens had ik ook medelijden met de docent, want alle studenten gingen erover klagen (ik deed ook mee).
We gingen met de klas klagen bij een docent die we mochten, waarvan we vonden dat die het goed deed en gaven daarbij argumenten waarom diegene zo slecht les gaf.

Wat zegt het boek hierover?

Je kunt een aantal dingen doen:

  • Studenten 5 positieve en 5 negatieve punten van de docent laten benoemen. De negatieve bespreken en hierbij vragen wat zij hebben gedaan om het gedrag aan te pakken.
  • Je collega uitnodigen om samen met jou de les te geven waarbij je een andere (positieve) kant van de collega laat zien.
  • Bespreken met je leidinggevende als het gaat om intimiderend gedrag bijvoorbeeld. Advies vragen hoe ermee om te gaan aan je leidinggevende.

4. Mijn klas vindt niks leuk

De docent werkt hard en en weet niet meer waar hij moet beginnen om de groep te motiveren

Is het mogelijk dat studenten niks, maar dan ook niks leuk vinden? Of ligt het eraan hoe je het brengt? Ik heb vaak genoeg docenten gezien die super enthousiast iets voorbereiden waar studenten minder positief op reageren. Vaak zijn dit de onzekere/minder sterkte docenten geweest.
Want ik heb ook docenten gezien die weinig voorbereiden, er gaan staan en de studenten ademloos bijna naar het verhaal luisteren en heel geïnteresseerd zijn in wat degene gaat vertellen.
Wat is leuk? Moet het leuk?

Wat zegt het boek hierover?

De volgende tips worden genoemd om dit probleem aan te pakken:
– kies een gelegenheid (zoals na de vakantie) of een lang weekend of een nieuw semester om te beginnen met studenten laten benoemen wat zij belangrijk vinden in een prettige klas;

  • Wat je ophaalt deel je met ze
  • Maak eventueel een sociogram om meer zicht op de verhoudingen te krijgen
  • Degene die veel voor het zeggen hebben in de klas, kun je jouw maatje maken en oefeningen weer vanuit een positieve invalshoek opbouwen.
  • Blijf vooral focussen op kwaliteiten en complimenten; omdat het effect hiervan kan zijn dat waardering naar elkaar toe en naar zichzelf stijgt. Wanneer je positief en nog beter elkaar leert kennen, heb je meer veiligheid en dat kan weer het enthousiasme opwekken.

Conclusie

Er zijn veel theorieën op wat wel en niet werkt, ik heb laatst op onze HIT event wederom Pedro de Bruyckere een aantal theorieën ter discussie horen stellen over wat wel en niet werkt in het onderwijs met betrekking tot leren. Eén heel belangrijk punt dat ik heb geleerd van zijn lezing is dat als je als team 1 visie uitdraagt ongeacht welke visie dat is, dat het effectief is. Het belang van samen consequent handelen en 1 taal spreken naar studenten, kan positief bijdragen aan het leren van studenten. Ik heb vaak mooi onderwijs mogen maken en weet dat het slagen ervan ligt in de handen van degene die ermee gaat werken met de studenten.
Werk vanuit passie, passie om degene die in je klas zit te helpen het beste uit zichzelf te halen. Want we doen vaak nog te weinig met kwaliteiten/talenten van studenten. Gelukkig gebeurt het steeds meer, maar vergeet niet dat het begint vanuit je relatie: is deze goed, dan is er veiligheid en dat is de basisvoorwaarde om goed tot leren te komen.

Heel veel succes met alle dagelijkse uitdagingen met groepen, maak een goede afweging in wat je bespreekbaar maakt en welk gedrag negeert en ga vooral samen met de groep in gesprek over wat je wenst (zowel jij als studenten) en hoe je samen van A naar B(eter) kunt komen!

 

Bronvermelding

Bakker-de Jong, M. & Mijland, I. (2017). Handboek positieve groepsvorming. Oirschot: Esch. Quirijn

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Emina NAKIČEVIĆ

Emina NAKIČEVIĆ

auteur


Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

× Stel je vraag via WhatsApp