Slaap er eens niet een nachtje over
Een actieve manier om methodisch creatief te denken
In november 2018 schreef ik een blog met de titel ‘Vastgelopen? Trek er op uit’. Een pleidooi meer te gaan lopen als je je brein wilt activeren om oplossingen te vinden. Lopen bevordert onder anderen je creatief denken, verlaagt je stressgevoel en verhoogt je productiviteit (Erik Scherder, 2017).
Een van de reacties die ik toen op mijn blog kreeg was:
‘Leuk om te zien dat wanneer je ‘vastloopt’ lopen de oplossing is. Vastlopen is een belangrijke stap in het creatieve proces. Het vraagt om het zoeken naar een oplossing. Creatief denken! Die periode van “niets doen’ noemen we in het creatieve proces ook wel de incubatietijd. Je doet schijnbaar niets maar er gebeurt toch wat! Goed idee om dan te gaan lopen. Wat mij betreft een pleidooi voor lummelen, niets doen of er een nachtje over slapen!’
Die laatste zin intrigeerde mij. Professionals met creatieve denkvaardigheden hebben we hard nodig om in onze snel veranderende wereld met ongekende mogelijkheden te kunnen ondernemen. Maar in het onderwijs houden we niet zo van lummelen en niets doen. De vraag die rijst is: hoe kan ik het creatieve denkproces actief stimuleren in de incubatietijd zonder het gevoel te krijgen beperkt te zijn? Is er een methode?
Al zoekende kwam ik op het boek Brainstormen van Koen de Vos (De Vos, 2017). De componenten van creatief denken komen volgens hem overeen met het brainstormproces. Al lezende werd ik steeds enthousiaster over methodisch brainstormen. Ik wil het jullie dan ook van harte aanbevelen Ga dit boek gebruiken om denkprocessen uit te lokken bij jezelf, je team en bij studenten. De inhoud is niet nieuw en ook niet moeilijk, maar wel gedegen, praktisch en goed onderbouwd. Een korte impressie:
Het brainstormproces bestaat grofweg uit drie fasen. Elke fase heeft een specifiek doel:
Probleemfase: leidt tot een vraag
Fase één moet leiden naar een eenvoudige, concrete en inspirerende vraag. De deelnemers trachten te snappen waar het over gaat, formuleren het probleem en geven hun goedkeuring om mee te werken. Dat kan er zo uitzien:
- Briefing door de probleemeigenaar.
- Deelnemers stellen vragen ter verduidelijking.
- De deelnemers formuleren het probleem/de vraag zoals zij het begrijpen. Op die manier ontstaat een gesprek over wat nu precies de vraag is. Vraagformulering begint met bv.
- Hoe kunnen we…..
- Bedenk/ontwerp …..
- Bedenk verschillende manieren om….
- Op welke manier kunnen we……
- Daaruit ontstaat één vraagformulering, bv. ‘Hoe kunnen we…. of bedenk verschillende manieren om….
Divergentie: leidt tot een lijst met ideeën
De tweede fase mikt op een lange bonte lijst met: grote ideeën, concrete ideeën, kleine ideeën, vage ideeën, halve opmerkingen, hints, zaadjes van ideeën, volledig uitgeweekte ideeën, bekende en logische ideeën, nieuwe en vreemde ideeën, ongelofelijk ambitieuze projecten. Hoe langer de lijst, hoe beter.
Hier gelden de volgende 4 spelregels:
Stel je oordeel uit. Geen kritiek. Ideakillers (door opmerkingen of lichaamstaal) zijn ten strengste verboden. Alle ideeën worden aanvaard en genoteerd.
Streef naar kwantiteit en variatie. Bedenk zoveel mogelijk ideeën. Oefening baart kunst. Dat verhoogt de kans op een topidee. Geef dus niet te snel op.
Freewheel. Spring gerust van de hak op de tak. Wordt het chaotisch? Verloopt het hectisch? Prima zo. Wilde ideeën zijn toegestaan.
Hitchhike. Blijft niet in je hoofd hangen. Lift mee op andermans ideeën.
Convergentie: selectie afgewerkte ideeën
De convergentiefase heeft tot doel de ideeën te kneden tot een of enkele concepten/oplossingen die passen bij de vraagstelling.
De convergentiefase bestaat weer uit 4 stappen: selecteren, ontwikkelen, evalueren en actie.
Er staan in het boek van Koen de Vos verschillende technieken bij elke stap. Ik heb er bij elke stap één gekozen.
Selecteren. Hits. Geef alle deelnemers een aantal stemmen. Laat alle deelnemers stemmen en de ideeën met de meeste stemmen gaan door.
Ontwikkelen. POMO. Maak een eerste uitwerking van het idee door de volgende vragen te beantwoorden:
POMO
Pluspunten: wat zijn de voordelen/sterktes van het idee? Wat levert het op?
Optimaliseren: hoe kunnen we de voordelen nog versterken?
Minpunten: wat zijn de nadelen/zwaktes van het idee? Welke problemen/moeilijkheden creëert het idee?
Ombuigen: hoe kunnen we de nadelen en moeilijkheden oplossen, elimineren of omvormen tot voordelen?
Ieder idee wordt gepresenteerd.
Evalueren. Criteriabox. Aan welke criteria moet de idee voldoen om uitgewerkt te gaan worden. Formuleer criteria en laat iedereen alle ideeën scoren. Het idee met de hoogste score wordt uitgewerkt.
Actie! Roadmap. Visualiseer het eindpunt of de realisatie van het idee. Visualiseer de stappen terug tot het moment van de brainstorm. Stel deze stappen voor op een visuele manier.
Dit is een kleine selectie uit vele praktische mogelijkheden die De Vos in zijn boek Brainstormen beschrijft.
Mocht je meer willen weten over het stimuleren van creatieve denkvaardigheden of heb je behoefte aan een brainstormsessie hierover? Laat het mij weten via het reactieveld. Hartelijke groet, Cilia.
Koen de Vos (2017). Brainstormen 2e editie.

Kansen en mogelijkheden van AI om studenten te motiveren
De titel van dit blog is een quote van Dr. David Thornburg. Afkomstig uit 2012, maar weer helemaal actueel. Sinds artificial intelligence (AI) in de vorm van het taalmodel ChatGPT in november 2022 is vrijgegeven, hebben we het op allerlei plekken in onze maatschappij...
De zeven misvattingen van onderwijsvernieuwing in het hoger onderwijs
In ons werk, in de media en op elke verjaardag komen wij ze tegen: de scherpe meningen over de staat van het onderwijs van nu. Maar met meningen komen ook misvattingen.
Praktisch tip – Hoe kan jij als docent studenten motiveren?
‘Ja, maar…’ en daarna komen alle argumenten waarmee studenten advies afschieten. Hoe voorkom je als docent het reparatiereflex! Beluister deze podcast!
0 reacties