Studiesucces – 4 maatregelen om de kwaliteit van onderwijs direct te verbeteren
Deze week (het is 13 oktober wanneer ik dit schrijf) verschenen 2 nieuwsberichten met de kwaliteit van het onderwijs als onderwerp. Het rapport van curriculum.nu werd donderdag 10 oktober gepresenteerd en vandaag (zondag 13 oktober) een onderwerp in het nieuws dat één op de drie middelbare scholieren bijles krijgt. Curriculum.nu vindt dat het kerncurriculum in het funderend onderwijs moet worden aangepast om bij te blijven in de moderne tijd. De hoeveelheid bijles is volgens minister Slob vooral een gevaar omdat ouders wellicht te veeleisend zijn naar kinderen (reactie op Radio 1). Ouders hangen de mening aan dat het onderwijs kwalitatief niet voldoende is om hun kinderen goed op de toekomst of vervolgopleiding voor te bereiden.
De discussie over de kwaliteit van het onderwijs kunnen we bovendien plaatsen in de ontwikkeling dat Nederland in het PISA onderzoek (vergelijkende studie naar de scores van 15-jarige op taal, rekenen en wetenschap) een negatieve trend laat zien.
Als we de berichten mogen geloven, staat de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs onder druk en dreigt verder achteruit te gaan.
Voor mij zijn deze berichten een aanleiding om de onderwijskwaliteit te koppelen aan de kennissessie studiesucces tijdens het High Impact Teaching Event van 21 november 2019. Studiesucces is een onderwerp met veel verschillende facetten en perspectieven. Zowel het onderwijssysteem, de schoolorganisatie, de kwaliteit van het programma, de kwaliteit van het docententeam als de individuele kwaliteit van docenten speelt een rol in het verhogen van het studiesucces van studenten.
Voor het verhogen van de kwaliteit van individuele docenten zijn er naar mijn mening 4 maatregelen die we als onderwijsveld direct moeten nemen. In veel beroepsgroepen (artsen, paramedici, financiële adviseurs, verpleegkundigen, juristen) is er een professionele standaard afgesproken waaraan ieder lid van de groep moet voldoen. In het onderwijs is die standaard er nog niet. Wat mij betreft is het de hoogste tijd dat de professionals in het onderwijs (ondanks werkdruk en lerarentekort) zichzelf en het beroep zeer serieus gaan nemen door met elkaar de volgende kwaliteitsstandaard af te spreken:
- Instellen van en verplichte deelname aan een kwaliteitsregister
Er wordt er al jaren gesproken over het instellen van een dergelijk register en inmiddels hebben we de Wet Beroep leraar waarin is vastgelegd wat het beroep inhoudt, wat de professionele ruimte is van de leraar en het lerarenportfolio.
Ik mis hier echter de verplichting tot onderhoud van bekwaamheid van de leraar in. In bovengenoemde beroepen is het evident dat je de bekwaamheid moet onderhouden. Voor docenten geldt dit niet. In het beroepsonderwijs bestaat bovendien de neiging om onderhoud van het beroep te verkiezen boven ontwikkeling van pedagogisch-didactische kwaliteit. Door harde eisen te stellen aan jezelf, aan collega’s en aan de beroepsgroep op onderwijskundige thema’s, wordt het toeval van een goede leraar doorbroken en wordt kwaliteit geborgd. - Verplichte bij- en nascholing en scholingspunten
Om de kwaliteit in de breedte van de beroepsgroep te garanderen is een systeem van permanente educatie belangrijk. Door een scholingsverplichting (van erkende opleidingen) te koppelen aan de eis van registratie is de het bijblijven op de kerncompetenties van het beroep van leraar beter te garanderen. Bovendien zijn wetenschappelijke inzichten uit de onderwijskunde en leerpsychologie beter toegankelijk te maken voor alle leraren. - Verplichte deelname in kwaliteitskringen (intervisie)
Naast scholingseisen in formele opleidingen (bij- en nascholing) is er de verplichting om deel te nemen aan een kwaliteitskring met docenten van verschillende opleidingen in de regio. Het doel is om ervaringen uit te wisselen en themagericht van elkaar te leren. Thema’s worden door de groep deelnemers zelf gekozen. Ieder kwaliteitskring is verplicht om een jaarplan en eindverslag te maken waarin de leeruitkomsten worden geëxpliciteerd. - (Wetenschappelijk) opleidingsniveau docenten omhoog
Hoewel in het hbo het aantal masters en gepromoveerde docenten de afgelopen jaren vanuit de academisering van docenten is toegenomen, blijft de onderwijskundige kennis, naar mijn mening achter. Ook de academisering heeft vooral betrekking op de vakinhoud en minder op onderwijskundige thema’s. Juist de versterking op thema’s als leerpsychologie, curriculumontwerp, instructietheorie, groepsdynamica en de wetenschap van toetsing en beoordeling maakt het onderwijs minder kwetsbaar voor het volgen van niet bewezen methoden en hypes. Nederland is kampioen experimenteren in het onderwijs maar de effecten blijven, zoals we gezien hebben, achter. Weerstand bieden tegen kwakzalverij in het onderwijs door de wetenschap beter te betrekken lijkt mij de kwaliteit ten goede komen.
Ik nodig alle docenten van Nederland dan ook van harte uit om een duidelijk standpunt in te nemen en mijn opvattingen over de kwaliteitsverhoging van de docenten te weerleggen of van feedback te voorzien.
Bovendien ga ik 21 november tijdens het HIT Event graag in discussie met voor- en tegenstanders van bovenstaande maatregelen. Wat mij betreft is het “Docenten van Nederland verenigt u en neemt uw eigen professie serieus”
Paul Delnooz
Wat kun je als docent of leidinggevende doen om de prestaties van leerlingen en studenten te verbeteren? Paul Delnooz geeft hierover een keynote op het HIT-event
4 Reacties
Een reactie versturen

Navigeren tussen objectiviteit en subjectiviteit
Op dit moment merk ik, als onderwijsadviseur, dat veel scholen zich bezighouden met het verbeteren van hun toets- en examineringsbeleid. Steeds meer instellingen steken moeite in het invoeren van een gedegen aanbod voor assessorentrainingen, waarin de assessoren hun...
Community leren in jouw blended onderwijsontwerp
“Blended leren is afstandsleren en zorgt daarmee voor afname van de interactie en betrokkenheid met studenten en tussen studenten.” Deze opvatting wordt waarheid, wanneer blended onderwijs veelal online en uit contact plaatsvindt, én er daarbij ook nog eens weinig...
Kansen en mogelijkheden van AI om studenten te motiveren
De titel van dit blog is een quote van Dr. David Thornburg. Afkomstig uit 2012, maar weer helemaal actueel. Sinds artificial intelligence (AI) in de vorm van het taalmodel ChatGPT in november 2022 is vrijgegeven, hebben we het op allerlei plekken in onze maatschappij...
Helemaal mee eens, hoe kan het zijn dat we voor elk beroep en voor studenten permanente educatie noodzakelijk vinden, maar niet voor de beroepsgroep die nota bene over leren en educatie gaat. Ik heb diep respect voor het docentvak, maar hier zit toch nog wel een ontwikkelpunt!
Dank voor je reactie Saskia. Ik denk dat docenten hier ook best voor “in” zijn. Ik denk dat de angst voor een lerarentekort hier debet aan is.
Alle kwaliteitsvoorstellen die je doet, kunnen rekenen op mijn steun, Peter. Maar je perspectief is te smal. Buiten de interne blik wil ik wijzen op de een externe factor die in je beschouwing buiten schot blijft. De ouders! Ik heb in mijn directe omgeving met ouders van schoolkinderen VO gesproken en daaruit kwam een (voor mij) onthutsend beeld naar voren. Wij zagen vroeger (?) bijles als een noodmiddel nadat het kind had laten zien niet aan de gestelde vaknorm te voldoen. Ouders van nu beginnen standaard met bijles om een eventuele achterstand te voorkomen. Ik vind dit de wereld op zijn kop! Bij doorvragen blijken twee motieven terugkerend te zijn: liever betalen voor een gekwalificeerde bijleskracht dan zelf helpen, (ook al heeft de ouder van het kind een academische graad) en het uitbesteden betekent dat men aan de school kan laten zien dat men er alles aan doet om het kind te laten slagen. Met dit (alibi)gedrag wordt de prestatiedruk op het kind ongelofelijk verhoogd. Ik benijd de kinderen niet. Laat ze toch svp weer spelend ontdekken wat bij hen past. zoals Aristoteles al zegt: “Je leeft gelukkig, als je doet wat bij je (natuur) past”.
Dag Henk,
Ook ik kan me vinden in jouw perspectief (en er zijn er nog wel een paar). Ik dit perspectief gekozen omdat we hier vanuit docenten (-teams) direct mee aan de slag kunnen zonder dat we de mindset van ouders moeten aanpassen.