Flexibiliseren en personaliseren: wabedoelu?

Datum: 14 oktober 2021
Auteur: Marion van Neerven

Een korte introductie op de verschillende vormen om te ‘flexen en te persen’

Flexibilisering en personalisering van het onderwijs is hot. We praten er veel over, en je ziet het ook veel terug in de visies van zowel mbo als hbo. In de onderwijspraktijk komen we vele verschillende verschijningsvormen van flexibilisering en personalisering tegen. Het is dus belangrijk om met elkaar een goed beeld te vormen van waar we het eigenlijk over hebben. Op de METIS-masterclass op 4 november kun je met jouw flexibiliseringsvraagstukken aan de slag. Voor nu een korte introductie op een aantal verschijningsvormen. Handig bij de start bij van een curriculumtraject, om met elkaar dezelfde taal te gaan spreken.

Wat is flexibiliseren en personaliseren eigenlijk?

Flexibilisering gaat om het afstemmen van het onderwijs op de wensen en mogelijkheden van studenten en het werkveld. Gepersonaliseerd onderwijs gaat over de mate waarin de student regie heeft op zijn leerproces en de inhoud die hij leert. Flexibiliseren kun je zien vanuit het perspectief van het onderwijs: het programma, de organisatie daarvan en de didactiek. Terwijl personaliseren het doel en het effect ervan is: een leerroute die past bij de behoefte en mogelijkheden van de student; maatwerk. In deze gedachtelijn zou je dus kunnen zeggen dat flexibiliseren een manier is om te personaliseren.

De achterliggende gedachte is dat door de student invloed te geven op zijn leerproces, de diepere motivatie wordt aangesproken, waardoor de student geprikkeld wordt tot ontwikkelen. De relatie met het CAR model (competentie, autonomie en relatie) is hier mooi te leggen.

Maar waarom zouden we dat nu eigenlijk willen? Wat is het hogere doel?

De bedoeling van flexibiliseren en personaliseren

De opdracht van het beroepsonderwijs is om studenten op te leiden voor maatschappij en het werkveld, met een duidelijk kwaliteitsbesef van het werk, en een professionele identiteit die ze tot een geschikte professional en collega maakt. Diversiteit en continue verandering in de maatschappij, het werkveld, de studenten en onderwijsprofessionals zelf zijn daarin de stuwende dynamische krachten die het onderwijs zo boeiend en ook zo complex maken. Door die dynamiek verandert de vraag aan en het beroep op het onderwijs voortdurend. Een ‘one size fits all’-model voor studenten (Bates, 2014; Williams, 2013) past niet meer. Als onderwijsteam / opleiding / instelling is het daarom zaak hoe je op de continue veranderende en uiteenlopende behoeften inspeelt[1]. En daar ligt de ‘why’ van flexibilisering en personalisering.

Welke aspecten zijn er te flexibiliseren?

In vele publicaties [zie bronnen] over flexibilisering en personalisering wordt onderscheid gemaakt tussen twee dimensies die een rol spelen bij het vormgeven ervan, te weten:

  1. De ruimte die de student heeft om zelf de leerdoelen van zijn programma te bepalen (collectief vs individueel belang);
  2. De mate waarin er ruimte is voor eigen regie in de leerweg voor de studenten (externe regie vs interne regie).

De eerste dimensie gaat over de doelen en de inhoud van het onderwijsprogramma, het wat, en in hoeverre er ruimte is om daar keuzes in te maken. De tweede dimensie gaat over het leerproces zelf: het gaat over de aspecten wanneer, in welk tempowaar, met wie en hoe er geleerd wordt. Waar moet je dan aan denken?

  • Wanneer: flexibele instroommomenten, doorstroommogelijkheden, mogelijkheden tot tijdonafhankelijk leren, mogelijkheden tot bepalen van volgordelijkheid;
  • Tempo: eigen tempo kunnen volgen, versnellen en vertragen, flexibel in- en uitstappen;
  • Waar: Leren op school, online, op de werkplek, in de beroepspraktijk, en andere mogelijkheden tot plaatsonafhankelijk leren (thuis of elders op de wereld);
  • Met wie: leren alleen, met peers, met diverse peergroepen, met collega’s in de beroepspraktijk etc.;
  • Hoe: keuzemogelijkheden t.a.v. werkvormen, werkvormen die de student ruimte en verantwoordelijkheid geven voor eigen initiatief en zelfsturing, ruimte in keuze voor het moment en vorm van toetsing, actieve rol van de student in toetsing (self & peer assessment).

Op al deze dimensies zit de ruimte om verschillende keuzes te maken: per opleiding, per niveau, per doelgroep. Uiteraard wordt deze ruimte ook mede bepaald door de ambitie van de onderwijsinstelling zelf. Als onderwijsteam is het dus belangrijk te onderzoeken welke ruimte je hebt en kunt pakken.

Welke verschijningsvormen zijn er dan?

Als we nu de twee dimensies (aanpasbare inhoud en regie) in assen tegenover elkaar plaatsen, ontstaat er een interessant model, met behulp waarvan de verschillende verschijningsvormen van flexibilisering en personalisering kunt duiden. Het kan helpend zijn bij het kiezen van een ambitie-scenario en de tussenstappen die je in een groei-scenario daarnaar toe kunt zetten.

Bron: Veelkleurig gepersonaliseerd onderwijs, ROC van Twente

Het begint bij de bedoeling

Welke verschijningvorm je ook kiest, het begint altijd bij visie. Als team is het zaak om met elkaar een goed beeld te vormen van het doel flexibiliseren en wat dat voor jullie studenten en werkveld kan opleveren. Hierbij is het belangrijk om met elkaar eerlijk te zijn en te kijken wat je als team of als organisatie op korte/middellange termijn aan kunt. Waarom willen wij personaliseren en flexibiliseren? Wat is onze ambitie, waar staan we nu, en waar willen we naartoe groeien? En dan: welk vorm kiezen wij dan nu die goed en haalbaar te realiseren is?

Wil je een keertje sparren over flexibilisering en personalisering? Neem dan gerust eens contact op, dat vinden we leuk, en: samen weten we meer!

Bronnen

‘Dimensies van gepersonaliseerd leren’, van Loon, van der Neut, de Ries & Kral, HAN Centre of expertise, Nijmegen, 2016

Casestudies Organiseren van flexibel onderwijs, Hogeschool Leiden.

Aan de slag met gepersonaliseerd onderwijs, ROC van Twente, 2020.

[1] Ik doel in deze blog niet specifiek op de gedachte uit het experiment flexibilisering binnen het HBO: dit waren door het ministerie van OCW gesubsidieerde pilots voor flexibele deeltijdopleidingen in het hbo, waarbij opleidingen hun vaste programma mogen loslaten en studenten aan de hand van vastgestelde leeruitkomsten in meer of mindere mate hun eigen programma kunnen maken. Deze experimenten zijn weliswaaar een belangrijke katalysator voor flexibilisering in hbo en mbo geworden. Ik merk dat in de gesprekken over flexibilisering al snel gedacht wordt aan leeruitkomsten, maar dat hoeft dus niet.

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *