We hebben er allemaal mee te maken en in verschillende facetten van ons leven… Binnen het sportteam, binnen een vriendinnen of vriendengroep, binnen families en last but not least, binnen het werk.
En dus ook binnen ons gezamenlijk werkgebied: het onderwijs. Als ik het enigszins chargerend mag schetsen dan ziet, vanaf de buitenkant, het verloop van het jaar en de daarbij behorende groepsdynamiek, bij een gemiddeld onderwijsteam er ongeveer zo uit:
- Eind augustus komt iedereen uiterst vrolijk, uitgerust en goed gemutst op school en is de sfeer tijdens de jaarlijkse aftrap van het schooljaar optimaal. We gaan dat varkentje wassen dit jaar met deze prima groep.
- Zo rond half oktober komen de eerste irritaties om de hoek kijken. Eerste ziekmeldingen zijn een feit, laatste teamoverleg was weer als vanouds oeverloos en resultaat-loos en daar waar het in augustus als een geheel voelde ontstaan nu weer de oude vertrouwde kleine groepjes, waarin gemopperd wordt over het rooster, de ontbrekende visie en collectieve doelstellingen.
- Tegen de kerst is de druk verder opgelopen, voelt de werkdruk weer als vanouds en of er niets veranderd is, is er totaal geen begrip voor de strategische keuzes in het nieuwe jaar, zijn inmiddels dezelfde eilandjes binnen het team weer ontstaan, is er flinke mailachterstand en snakt iedereen naar de “Kerstbrake“
- Na deze break gaat het weer even goed, maar in het voorjaar beginnen de eerste zorgen weer over de onderwijsontwikkeling die vertraging oploopt, het afstudeertraject wat de nodige spanning oplevert en parallel daaraan de groepsdynamiek die verder onder druk komt te staan.
- Richting de zomervakantie geeft de jaarafronding het laatste zetje. Met vereende krachten wordt uiteindelijk de afronding, examinering en diplomering vorm gegeven en daarna wordt met een zucht van verlichting het licht uit gedaan voor de zomervakantie.
- En dan is het ineens weer eind augustus…
In al deze fases wordt van leidinggevenden verwacht dat zij in kunnen spelen op de onderstromen die in hun team spelen. Soms zichtbaar, vaak onzichtbaar maar wel voelbaar. Maar zo makkelijk is dat niet. In deze blog een paar groepsdynamische inzichten waarbij het uitgangspunt is dat het gedrag van individuele groepsleden een uiting is van iets wat in de context van de groep speelt, dus van een groepsdynamisch proces.
Ieder groepsdynamisch vraagstuk kan benaderd worden vanuit de driehoek: Oppervlaktestructuur, harde structuur en dieptestructuur.
Bij de oppervlaktestructuur wordt gekeken naar het zichtbare gedrag van mensen. Wat is hier aan de hand in de communicatie? Denk hierbij aan communicatieprocessen, normen binnen een groep, interactiepatronen, groepsontwikkelingsfasen enzovoorts. Problemen binnen teams komen hier letterlijk aan de oppervlakte.
De harde structuur: Hoe zit het hier formeel in elkaar? De harde structuur staat voor alles wat formeel is vastgelegd, wat tastbaar is en wat ook controleerbaar is. Denk hierbij aan de gebouwen waarin men met elkaar werkt, de inrichting van de werkruimtes, maar ook het organigram, de jaarplannen, de functieomschrijvingen, kortom alles wat randvoorwaardelijk is voor de groep om in en mee te werken.
En dan is er ten slotte nog de dieptestructuur. Wat is hier nou eigenlijk aan de hand? De lastigste van de 3. Want hier gaat het over de onbewuste onderstromen, de ongeschreven regels en de onzichtbare patronen. De lastigste omdat het niet makkelijk is om grip te krijgen op deze dieptestructuur. Groepen en individuele groepsleden zijn zichzelf ook vaak niet bewust wat zich in de dieptestructuur afspeelt en welke rol zij daar ,onbewust, in nemen of hebben.
In deze dieptestructuur zit overigens ook het verborgen potentieel en de latente wijsheid van de groep opgesloten. Denk hierbij aan onbenutte talenten, vaardigheden kennis en ook ambitie.
Bij Metis Onderwijsadvies krijgen wij, vanuit onze activiteiten, bijna altijd te maken met het fenomeen groepsdynamiek. Of het nu gaat om onderwijsontwikkeling, interim-management of trainingen altijd is groepsdynamiek een factor, waarbij het natuurlijk evident is dat we het soms laten rusten, bijvoorbeeld bij trainingen, maar in het geval van interim-management een must is om het te analyseren en op te pakken.
En juist in dat laatste zit de sleutel naar inzicht en verbetering van de groepsdynamiek. Een goede analyse is de onmisbare basis voor de beste interventie. En om die analyse goed te kunnen doen is het prettig om een werkbaar en herkenbaar theoretisch kader te hebben: De oppervlaktestructuur, de harde structuur en de dieptestructuur.
Wat ben ik blij dat groepsdynamica nu eens expliciete aandacht krijgt.
De beschrijving van het schooljaar voor docenten, die hierboven wordt gegeven is heel herkenbaar. Parallel hieraan is het schooljaar voor studenten niet veel anders. Kennis van groepsdynamica voor het dagelijks onderwijs is van crusiaal belang. Docenten die hier goed mee om weten te gaan kunnen voorkomen dat lesgroepen uit elkaar
en studenten vanwege de sfeer in de groep de opleiding gaan verlaten.
Ik heb veel gehad aan het boek “De orde in orde” van Victor Geel.
Weliswaar geschreven overgroepsprocessen in de klas en hoe daarin te sturen. Maar ook toepasbaar op teams, verenigingen en werkomgeving.