Didactisch coachen is een planmatige en doelgerichte manier van feedback geven door een docent; waardoor het denken van de student wordt gestimuleerd. Vaak wordt hierbij stimuleren of het vergroten van de motivatie als doel genoemd. Onterecht, omdat dit wel eens eerder te maken zal hebben met de beïnvloeding van emoties, dan met een directe toename van motivatie. Ik licht het hieronder toe uitgaande van de vier dimensies van didactisch coachen.
De vier dimensies van didactisch coachen zijn[1]:
- De inhoud van de taak
- De strategieën die een leerling hanteert
- Modus” of “leerstand”
- Persoonlijke kwaliteiten
Juist het feedback geven op dimensie 3 (modus of leerstand) lijkt hier het meest effectief te zijn, immers: emoties die samenhangen met de modus of de leerstand van studenten, noemen we leergerichte emoties. Deze emoties kunnen positief of negatief en activerend of deactiverend zijn.
Model: Pekrun, 2006
Hoe beïnvloed je de emoties van studenten zo, dat zij in een activerende, positieve stand komen?
1. Geef studenten eigenaarschap op het leren, door de studenten autonomie te laten ervaren. Mogen ze zelf beslissen wanneer zij welke lestaken uitvoeren? Hebben ze invloed op de leerdoelen? Je kunt hierbij de volgende stappen hanteren:
- Biedt studenten keuzemogelijkheden; denk aan volgorde, tempo etc.. Maar: wees wel duidelijk en sla niet door met teveel opties
- Zorg voor relevantie; leg de relevantie niet te ver in de toekomst (voor het diploma of de stage) maar dichterbij of maak het concreet. Zorg dat wat de studenten doen, nut heeft, en dat de studenten dit nut ook zien. Toon aan waarom het huiswerk maken nuttig is; gebruik het bijvoorbeeld altijd in de les erna.
- Gebruik taal die een keuze of vrijheid impliceert: formuleer vragend en niet dwingend (Niet: ‘Je moet’, of: ‘Ik verwacht dat’, maar: ‘zou je..’).
2. Differentieer in je aanpak en voorkom dat een les- of leertaak te makkelijk of te moeilijk is. Verveling of hopeloosheid zet niet aan tot leren!
3. Geef studenten het gevoel van competentie (‘Ik kan dit’, of: ‘Met hulp van de de docent gaat mij dit lukken’.)
- Maak gebruik van de zone van de naaste ontwikkeling. Zorg voor (echte!) succeservaringen.
- Wees duidelijk over wat er van de studenten wordt verwacht (in doelen, verwachtingen en criteria).
- Heb hoge verwachtingen van studenten.
- Geef feedback.
4. Benoem positief gedrag en geef complimenten, maar zorg dat de student ze ook waardeert (ongemeend of vergezochte complimenten werken averechts).
- Zorg voor een veilige leeromgeving.
- Stimuleer veilige, positieve relaties met jou als docent en met studenten onderling.
- Wees eerlijk en duidelijk. Zorg dat je gedrag als leraar voorspelbaar en duidelijk is.
[1] Voerman en Faber
0 reacties