Het is alweer enige tijd geleden dat ik zelf een student was. De colleges die ik moest volgen waren bedoeld voor kennisoverdracht; met de stof aan de slag gaan betekende voor ons als economiestudenten: sommen maken, vaak als huiswerk. Samenwerken deed je maar in je vrije tijd; lessen moesten vooral leerzaam zijn, leuk was geen prioriteit.
De situatie van vroeger bestaat op de meeste scholen gelukkig niet meer. Toch kijken docenten vaak verbaasd als je vraagt waarom het eigenlijk belangrijk is dat je gebruik maakt van activerende werkvormen. Het lijkt vanzelfsprekend: als de studenten met de stof bezig zijn en er plezier in hebben, wordt er vanzelf geleerd. Maar is dat zo? En zo ja, hoe komt dat dan? Om hier goed mee aan de slag te kunnen, moeten we eerst even in de theorie duiken.
Een activerende werkvorm is een manier van samenwerkend leren[1]. Het doel is om studenten bezig te laten zijn met de stof zodat ze gaan nadenken, argumenteren en discussiëren. Op deze manier dringen zij dieper in de stof door en blijft de inhoud ook beter ‘hangen’[2]. Activerende didactiek is dus niet zozeer een interventie, maar iets dat volgt uit het onderwijsontwerp. Door in de ontwerpfase al te denken vanuit activatie, maak je het jezelf bij het sturen van het leerproces later, een stuk gemakkelijker.
Een instrument voor het ontwerpen en uitvoeren van onderwijs is het keuzediagram (online) leerpraktijken. Emeritus lector Teaching and Technology Jos Fransen betoogt dat er drie vormen van leren zijn te onderscheiden, namelijk
- Leren van jezelf (individueel, leren van informatie)
- Leren van elkaar (samen, leren van verschillende perspectieven)
- Leren van een expert (via instructie en feedback).
Dit model is erg handig om de verschillende leeractiviteiten te organiseren en te plannen. Door de leeractiviteiten slim over de drie vormen van leren te verdelen, ontstaat een krachtig onderwijsontwerp waarin het leren vanuit verschillende perspectieven plaatsvindt en waardoor het voor de student helder is wat individueel, gezamenlijk of via een expert kan worden bereikt. Als dat helder is, is de stap naar de activerende werkvormen bij de leertaken voor het samen leren, snel gemaakt. Er ontstaat dieper en blijvend begrip doordat de studenten met elkaar de lesstof doornemen[3].
Zijn alle activerende werkvormen dan ook effectief? Dit model veronderstelt dat alleen als de werkvormen via leeractiviteiten, leerdoelen en het assessment op elkaar zijn afgestemd, er een passend en krachtig onderwijsontwerp ontstaat. Als hier geen sprake van is, is er bij de studenten ook geen sprake van effectief studiegedrag. Daarnaast zouden activerende werkvormen 1) de autonomie van studenten moeten ondersteunen, 2) het gevoel van competentie van studenten ondersteunen door uit te gaan van de zone van naaste ontwikkeling en 3) uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid van de student.
Het ondersteunen van de autonomie zou je kunnen bereiken door werkvormen te kiezen waarbij de student zelf keuzes kan maken en invloed kan uitoefenen; zowel op de (totstandkoming) van de opdracht als op het resultaat. Door een werkvorm te kiezen waarbij een moeilijke taak in kleine stukjes op wordt geknipt, versterk je het cognitief zelfvertrouwen en vergroot je het gevoel van competentie. Geef structuur maar laat ruimte. Laat de student merken dat je uitgaat van de eigen verantwoordelijkheid door terughoudend te zijn met controle en te strakke kaders De contacttijd met de expert is daarmee meer verdiepend; er is echt ruimte voor uitwisseling en de docent kan meer tijd besteden aan individuele leerbehoeftes van de studenten[4]. De student is tijdens de les bezig met de hogere orde uit de taxonomie van Bloom: analyse, synthese en evaluatie[5]. Hierbij snijdt het mes aan twee kanten: de studenten komen tot een beter leerrendement en de lessen zijn voor jou als docent ook leuker!
Concluderend: door bij het onderwijsontwerp vanuit het model van constructive alignment te redeneren en bij het opstellen en indelen van de leeractiviteiten met de drie vormen van leren rekening te houden, creëer je ruimte voor effectieve, activerende werkvormen. Kies samenwerkopdrachten die de autonomie van studenten ondersteunen, het gevoel van competentie vergroten en aansluiten op de eigen verantwoordelijkheid van de student. Laat de studenten niet zomaar iets doen, maar stuur dit proces door de studenten in de expert-tijd te laten analyseren, synthetiseren en evalueren. Ik wens je heel veel succes!
Tip:
Kijk altijd, conform het model van constructive alignment nog even terug naar de toets of het assessment. Kloppen de inhoud en vooral de vorm nog bij de manier waarop de studenten zich hebben voorbereid. Vraag je bijvoorbeeld geen toepassing terwijl je hen enkel kennis hebt aangeleerd?
Meer weten over dit onderwerp?
[1] De effectiviteit van activerende werkvormen. Is leren effectiever als een activerende werkvorm wordt toegepast? PGO Artikel Versie 7 (3).doc (live.com)
[2] http://www.geschiedeniseneducatie.net/activerende%20didactiek.htm
[3] (Mazur,”1997;”Crouch”en”Mazur,”2001)
[4] Waarom zou ik (niet) flippen?, Christien Beuving,Roel van Geijn en Rianne Salden, januari 2013
[5] Bonwell en Eison, 1991
0 reacties