Van stoer gedrag naar echte waardering: Wat status écht betekent

Datum: 17 maart 2025
Auteur: Peter Loonen

SCARF-modelWe kennen het SCARF-model van David Rock inmiddels wel: Status, Certainty, Autonomy, Relatedness en Fairness. Maar laten we het eens hebben over die eerste: status. En dan niet de misvatting die we vaak horen – dat het gaat om de grootste bek, de coolste sneakers of de straatcultuur die soms in de klas doorsijpelt. Nee, status gaat om iets veel fundamentelers: serieus genomen worden als student.

De vergissing: status als versterking van ongewenst gedrag

In het onderwijs hoor ik vaak dat docenten aarzelen om studenten ‘status’ te geven, omdat ze bang zijn daarmee ongewenst gedrag te bekrachtigen. “Als ik hem erken om wie hij is, geef ik zijn gedrag toch juist een podium?” Maar dat is een denkfout. status draait niet om belonen van bravoure of luidruchtigheid. Het draait om de relatieve positie die iemand ervaart ten opzichte van anderen – en dat heeft alles te maken met hoe serieus je iemand neemt.

Een student die in de klas vooral status haalt uit stoer gedrag, haalt die status omdat hij geen andere manier heeft om zich te laten gelden. Als je als docent zo’n student alleen maar corrigeert en afremt, blijft zijn positie in de groep bestaan. Maar als je hem een ander podium biedt – een plek waar hij gehoord en gezien wordt op basis van inhoud en betrokkenheid – dan verandert de dynamiek.

Wat betekent status écht?

Status geven aan studenten betekent dat je laat zien dat hun aanwezigheid ertoe doet. Dat hun inbreng van waarde is. Dat jij als docent het belangrijk vindt dat ze er zijn, dat ze hun werk doen en dat ze meedenken over het onderwijs. En dat begint met een paar hele simpele dingen:

  1. Ken hun naam. Echt, dit is de basis. Hoe vaak gebeurt het niet dat een docent na tien weken nog steeds “jij daar achterin” zegt? Als iemand niet eens zijn naam waard is, waarom zou hij dan moeite doen in jouw les?
  2. Weet wie ze zijn. Niet alleen naam, maar ook hun achtergrond, hun interesses, hun vorige opleiding. Wat vinden ze leuk? Wat vinden ze moeilijk? Dit kost geen uren gesprekken – een paar slimme vragen en een oprechte nieuwsgierigheid doen al wonderen.
  3. Neem hun input serieus. Vraag je studenten niet alleen om feedback, maar doe er ook iets mee. Als een student een punt heeft over hoe lessen werken, erken dat dan. Status zit in gehoord en gezien worden.
  4. Maak aanwezigheid waardevol. Te veel studenten zijn anonieme consumenten van onderwijs. Ze zitten er, volgen de les, halen een toets en verdwijnen weer. Maar als je hen uitdaagt, betrekt en erkent in de les, wordt hun aanwezigheid belangrijk – voor henzelf en voor jou.

De rode en de groene afslag

Een student die zich onzichtbaar voelt, neemt sneller de ‘rode afslag’: te laat komen, niet reageren op vragen, geen voorbereiding doen. Want als niemand merkt of je er bent, waarom zou je moeite doen?

Maar een student die ervaart dat zijn aanwezigheid telt, neemt juist de ‘groene afslag’. Hij doet mee, denkt mee en voelt zich verantwoordelijk. Want als iemand jouw bijdrage waardeert, ben je eerder geneigd die bijdrage ook te leveren.

Dus nee, status draait niet om straatcultuur, niet om wie de grootste mond heeft. Het draait om een basale menselijke behoefte: gezien en serieus genomen worden. Geef dat aan je studenten, en je zult zien dat ze je juist opzoeken in plaats van van je af bewegen.

Dus, morgen in de les: Ken je hun namen? Weet je wie ze zijn? En laat je ze merken dat hun aanwezigheid er écht toe doet? Want dát is waar status in het onderwijs over gaat.

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *