Als ik dit schrijf, is het precies twee jaar geleden dat het Nederlandse onderwijs ‘op slot’ ging. Vanaf dat moment leken onze ‘reguliere’ zorgen in het hbo opeens ver weg. De omschakeling naar online en alles wat daarbij hoorde, was veel urgenter. Nu we weer volledig open lijken te zijn, zijn die zorgen er nog steeds. Ik denk dan aan kansen(on)gelijkheid maar ook aan problematiek rondom taal- en rekenvaardigheid.
Van de havisten in de grote steden, valt ongeveer een derde uit of wisselt van opleiding. Welke rol taalvaardigheid bij studiesucces speelt, is naar mijn weten nog niet sectorbreed onderzocht, maar het ligt in de lijn der verwachting dat dit een grote rol speelt. Immers, met taalvaardigheid komt niet alleen de kwaliteit en aansluiting van de vooropleiding mee maar bijvoorbeeld ook de culturele achtergrond van de student. Hiermee is ook duidelijk hoe lastig een goede aanpak van dit probleem voor het hoger onderwijs is. Waarom is dat lastig?
Ten eerste is dit een probleem dat in de hele onderwijsketen voorkomt en zichzelf versterkt. Leerlingen die uit het middelbaar onderwijs instromen bij de PABO’s, hebben grote moeite met het voldoen aan de taal- en rekeneis. Studenten die zwak scoren en na enkele herkansingen worden toegelaten, zullen ook meer moeite hebben om het uitstroomniveau van de PABO’s te halen. Dit zijn de onderwijzers van de toekomst, die op hun beurt weer meer moeite zullen hebben om hun toekomstige leerlingen op het gevraagde niveau te krijgen.
Ten tweede heeft het hbo slechts een beperkte tijd om de problematiek aan te pakken en de taalbeheersing te vergroten. Taalbeheersing is niet alleen schrijven en formuleren, maar ook ‘informatie zoeken’, ‘begrijpen’ en ‘evalueren en reflecteren’. Vooral het laatste is voor Nederlandse scholieren een probleem: diep lezen, wat wordt omschreven als ‘voor een langere tijd geconcentreerd lezen, waarbij de samenhang en betekenis van een tekst worden ervaren’ en ‘een vaardigheid die nodig is voor het consumeren van boeken en langere artikelen’. Dit zijn cognitieve processen die belangrijk zijn op het hbo. Denk aan het leggen van verbanden tussen voorkennis en de tekst, conclusies trekken, kritisch beschouwen en reflecteren[1].
Studenten die hier laag op scoren, hebben vanaf het eerste moment moeite om mee te komen. De kans dat zij een achterstand opbouwen die niet meer kan worden ingelopen, is zeer reëel.
Hoe zou je dit dan als hbo-opleiding kunnen aanpakken? Laten we voorop stellen dat er geen ‘quick fix’ is. Dit is een systemisch probleem dat niet snel is op te lossen.
- Analyseer hoe groot het probleem is binnen je opleiding. Kan je gebruik maken van een diagnostische toets om het instapniveau vast te stellen?
- Maak een plan hoe de kloof te overbruggen tussen het vastgestelde niveau en het gewenste niveau. Kan je aansluiten bij andere opleidingen binnen je instelling?
- Door het genereren van volume, kan je ook differentiëren in je aanpak. Dit maakt het voor de studenten behapbaar en zullen zij zich meer gemotiveerd voelen om hun (taal)hiaten aan te pakken.
- Integreer de aanpak in het bestaande onderwijs. Losse deficiëntiecursussen hebben minder nut en zijn in het algemeen minder motiverend.
- Beloon en maak de vooruitgang inzichtelijk. Zeker voor studenten is taalvaardigheid abstract. Wat winnen zij met hun ‘extra’ inspanning? Niet alleen op langere termijn, maar ook op de korte termijn?
Ik ben benieuwd wat je van deze punten vindt, en welke ervaringen je zelf al hebt. Laat je reacties hieronder achter!
[1] PISA: wat kunnen onze 15-jarigen eigenlijk niet? (neerlandistiek.nl)
0 reacties