Alle lof voor afschaffen cum laude

Datum: 21 april 2022
Auteur: Jacandra van Megen

Op naar betekenisvolle beoordeling van bekwaamheid

De Faculteit der Geneeskunde van de Vrije Universiteit Amsterdam geeft vanaf volgend jaar geen cum laude meer aan masterstudenten. De VU heeft dit besluit genomen na uitgebreide raadpleging van studenten en docenten. “De cum laude legt te veel nadruk op presteren in plaats van leren”, zeggen Hester Daelmans (hoofd master geneeskunde) en Christa Boer (vice-decaan onderwijs) in Het Parool van 14 april j.l. De universiteit verwacht dat de verandering ertoe leidt dat studenten betere en meer toekomstbestendige artsen worden. “Het draait niet meer om de eenling die wil excelleren, maar om iemand die in teamverband wil leren en samenwerken”, aldus Daelmans.

Hier word ik dus blij van: niet de hoogte van de cijfers zijn heilig (en alles wat daarmee wordt opgetuigd in de systeemwereld), maar de leefwereld waarin een arts zijn of haar werk moet gaat doen. Een wereld die vraagt om vakbekwame, flexibele, samenwerkende professionals, die assertief genoeg zijn om voor zorgvragers voldoende tijd te claimen bij beleidsmakers en zorgverzekeraars. En anders de bureaucratie maar even niet volgen.

Ik zou nog blijer worden als er aan de bestuurstafels van (meer) onderwijsinstellingen ook een goed gesprek  gevoerd gaat worden over hun wijze van toetsen en beoordelen, waarin (samen) leren  om vakbekwaam te worden centraal staat. Dit goede gesprek wordt nog beter als ook studenten worden uitgenodigd hieraan deel te nemen. Dan kunnen ze zich laten zien  én  worden   gezien  als gelijkwaardige gesprekspartners.

Veel onderwijsteams zijn al bezig met het kritisch bekijken van hun manier van toetsen, en hoe dit meer onderdeel kan zijn van het leerproces. Managers en docenten worstelen echter met de systeemwereld die cijfers vereist en een eeuw traditie van vijven en zessen. Professor A.D. de Groot schreef al in 1966 in zijn beroemde boek ‘Vijven en zessen’ dat… “de kwaal is, dat wij in ons denken over onderwijs aan één stuk door gericht zijn op het discrimineren tussen leerlingen, terwijl we onvoldoende denken over en nooit behoorlijk definiëren wat wij eigenlijk met hen willen bereiken. Wij gaan teveel uit van onuitgesproken principes of postulaten die in het nu eenmaal bestaande systeem besloten liggen. In plaats daarvan zouden wij die postulaten moeten blootleggen, analyseren en grondig herzien.”

Het ontwikkelen van een alternatief voor cijferlijsten wordt nogal eens gezien als de zoveelste nieuwlichterij in het onderwijs waar niemand op zit te wachten; het speeltje van onderwijskundigen bij adviesbureaus. Een alternatief is geen gespreid bedje noch een makkelijke weg. Het gaat om tijd vrijmaken voor het op de voet volgen van de ontwikkeling van studenten in hun leerproces, het geven van vertrouwen aan studenten, elkaar vertrouwen als professionals en een feedbackcultuur die lerend is. Cijfers kunnen dan aan het eind van een leerperiode vervangen worden door regelmatig gegeven feedback/up/forward tijdens de leerperiode. Hiermee weten studenten waar zij hun ontwikkeling op kunnen bijsturen, ontwikkelen zij samen kwaliteitsbesef, een gevoel voor vakmanschap, en docenten weten waar hun onderwijs verbeterd kan worden. Dan wordt de kwalificatie: bekwaam voor een taakgebied of het beroep of hiervoor (nog) niet bekwaam. Het afschaffen van de cum laude is naar mijn mening een stevige stap in de goede richting voor vakbekwaamheid in de leefwereld.

Bronnen

https://www.parool.nl/amsterdam/geen-cum-laude-meer-voor-studenten-geneeskunde-aan-de-vu-zo-leiden-we-betere-artsen-op~b791db98/

https://nos.nl/artikel/2405226-veel-studenten-ervaren-psychische-problemen-ook-door-corona

https://operation.education/onderwijsvraag-9-waarom-geven-we-cijfers/

De Groot, A.D. (1966). Vijven en zessen.  Wolters-Noordhoff.

 

 

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
4 Reacties
  1. Het boek van AD de Groot is inderdaad nog steeds actueel. De belangrijkste beslissing is of iemand de leerdoelen beheerst of niet. Vervolgens krijgt iemand een diploma en kan hij of zij hiermee de samenleving in. Dit is dan het bewijs van deze beheersing.
    Het lastige van cijfers is dat ze nogal subjectief zijn. Ze dienen voor rangschikking, maar worden oneigenlijk gebruikt, zoals middelen tussen cijfers. Cum laude is in Nederland bovendien een vreemde eend in de bijt: Vaak moet iemand een cijfer acht gemiddeld hebben. Nu zijn er nogal wat docenten in Nederland die de hoogste van de vijf cijfers voor geslaagd (6, 7, 8, 9 en 10) spaarzaam of nooit toekennen. In Engeland hebben ze een beter systeem: Ze gebruiken ze per studentencohort percentielscores. Dan kun je zeggen: ‘Ik ben gediplomeerd en zat in de 30 procent beste van mijn cohort.’ Kortom: Genoeg om nog over te discussiëren..

    Antwoord
  2. Dag Vincent,
    Bedankt voor je aanvullende reactie! Inderdaad genoeg om over te discussiëren, uit te vinden en te onderzoeken met z’n allen om zo dicht mogelijk bij de bedoeling van het onderwijs te blijven.

    Antwoord
  3. Inderdaad terug naar de bedoeling van onderwijs. Studenten mogen ondersteunen bij hun ontwikkeling tot professionals die de wereld een beetje mooier kunnen maken. En hier is meer voor nodig dan enkel lesgeven, toetsen beoordelen en cijfers toekennen. Het is geen wedstrijd!

    Antwoord
  4. De Groot versloeg mij ooit met gemak tijdens een simultaan sessie… (hij versloeg overigens alle 20 deelnemers zonder pauzes of aarzeling). Toch ben ik in 5 jaar cum laude afgestudeerd… als socioloog, dat dan weer wel 😁.

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *