Bouwsteen 5: De kracht van herhaling

Datum: 3 oktober 2017
Auteur: Peter Loonen

De kracht van herhaling is al lange tijd bekend. Niet alleen in het onderwijs maar ook in de marketing.

Hieronder twee voorbeelden van de kracht van herhaling.

De makers van de Teletubbies weten kinderen over de hele wereld te boeien door dezelfde inhoud 2x af te spelen…

Klik hier om het filmpje te bekijken

…en half autorijdend Nederland krijgt nog altijd pukkeltjes wanneer de reclame van MKB-brandstof voorbij komt. Tom de Ridder komt zo vaak voorbij dat de boodschap wel blijft hangen.

Klik hier om het filmpje te bekijken

 

Ook in het onderwijs vormt herhaling en wisseling van context één van de acht bouwstenen voor High Impact teaching. Hattie (2009) geeft een aan dat een leerwinst van 26 percentiel mogelijk is bij het aanbieden van leerstof verspreid over de tijd en in verschillende contexten. Het spacing effect is al in 1885 door Hermann Ebbinghaus beschreven en vertaald naar de vergeetcurve.

Om te begrijpen waarom herhaling en variatie van context zo goed werkt is het raadzaam om in te zoomen in de werking van ons geheugen.

In het verwerken van informatie zijn 3 processen belangrijk:

  1. Coderen. Een groot getal als 14916253649 is makkelijker te onthouden wanneer het wordt gecodeerd als de kwadraten van de cijfers 1 tot en met 7. dus 1-4-9-25-36-49. Onze hersenen zorgen voor codering van hoeveelheden informatie die op ons afkomen.
  2. Opslaan: die informatie wordt opgeslagen voor later gebruik. Dit gaat meestal buiten ons bewustzijn om en is afhankelijk van relevantie, herhaling, context. De opslag kan plaatsvinden in het kortetermijngeheugen of langetermijngeheugen
  3. Ophalen: Het ophalen van informatie stelt ons in staat om herinneringen in ons bewustzijn te halen voor het maken van beslissingen of om problemen op te lossen.

Of informatie wordt opgeslagen in het langetermijngeheugen is afhankelijk van een groot aantal factoren zoals nieuwsgierigheid, de mate waarin de processen actief doorlopen worden, herhaling, de context waarin informatie wordt aangeboden, de zintuigen die gebruikt worden.

BOVENDIEN ZIJN ER DRIE BELANGRIJKE STADIA IN HET ONTHOUDEN EN REPRODUCEREN VAN INFORMATIE:

De informatie komt via het sensorische geheugen binnen. De informatie wordt heel kort opgeslagen. Visuele informatie minder dan een halve seconde en auditieve informatie maximaal 3-4. Een gedeelte van deze informatie gaat door naar het kortetermijngeheugen op basis van relevantie, context, herhaling etc. Het grootste gedeelte van de informatie wordt in het sensorische geheugen gefilterd en komt nooit in het volgende stadium: het werkgeheugen of actieve geheugen.

Het werkgeheugen slaat de informatie zo’n 20-30 seconde op. Dit is de informatie waar we nu aan denken of waar we ons nu van bewust zijn. De tijd van 20-30 seconden is nodig om de informatie te bewerken. Ook hier is het weer afhankelijk van relevantie, context en herhaling of de informatie doorgaat naar het volgende stadium: het langetermijngeheugen.

Dit langetermijngeheugen blijft buiten ons bewustzijn. Informatie uit het langetermijngeheugen wordt bij herinneringen opgehaald en teruggebracht in het werkgeheugen. Het langetermijngeheugen wordt onderverdeeld in een impliciet geheugen (vaardigheden als lezen, fietsen, lopen, geconditioneerde reacties) en expliciet (semantisch en episodisch) geheugen. In het expliciete deel wordt informatie over ervaringen (episodisch) of begrippen, feiten en betekenissen (semantisch).

De mate waarin informatie opgehaald wordt vanuit het langetermijngeheugen naar het werkgeheugen is onder andere afhankelijk van herhaling en de context. Deze herhaling en variatie in context is hierdoor een belangrijke bouwsteen voor high impact teaching.

De vraag is natuurlijk wat jij als docent kunt doen om de studenten zoveel mogelijk te laten onthouden wanneer je deze informatie over het geheugen hebt? Daarom deze actiestappen:

  • Zorg voor rijke leertaken met veel verschillende informatie in de taak
  • Zorg voor veel herhaling van de informatie in verschillende contextern
  • Zorg voor veel feedback om de opbouw van concepten en principes bij te sturen tot het gewenste doel

Wil je meer horen of weten over het neurologische verklaringsmodel van deze bouwsteen. Schrijf je dan vooral in voor het HIGH IMPACT TEACHING EVENT . Prof. dr. Jelle Jolles gaat hier dieper in op het brein en wat jij als docent kunt doen om je studenten beter te laten onthouden.

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *