Het herontwerpen van het curriculum: wie is wanneer aan zet?

Datum: 6 oktober 2025
Auteur: Ilona Mathijsen

Bij Metis begeleiden we diverse mbo- en hbo-opleidingen bij het herontwerpen van hun curriculum. Daarbij zien we uiteenlopende keuzes over wie op welk moment verantwoordelijk is en wie besluiten neemt. Meestal bepaalt een eerste groep (bijvoorbeeld een curriculumcommissie, blauwdrukteam of ontwerpteam) de hoofdlijnen. Voor de leesbaarheid noem ik deze groep 1. Vervolgens werkt een tweede groep (bijvoorbeeld een ontwikkelteam, teacher designteam of kleine kring) deze hoofdlijnen uit in onderwijs, in onderwijsleeractiviteiten. Deze noem ik groep 2.

De grens tussen de taken van beide groepen verschilt per context. Soms bepaalt groep 1 veel, soms juist minder. Klik hier voor een tabel waarbij ik laat zien welke fasen doorgaans tot het domein van groep 1 of groep 2 behoren. Met ++ geef ik de fasen aan die vrijwel altijd tot één van de groepen behoren. Met +/– duid ik fasen aan waar verschillen zichtbaar zijn.

Groep 1 aan zet

Het is het meest zinvol wanneer groep 1 de leerroute voor de gehele opleiding uitwerkt. Deze fase is namelijk cruciaal, omdat zij de basis legt voor:

  • De kwaliteit van het curriculum: samenhang, opbouw, leerlijnen, herhaling, verdieping en verbreding (zie bijvoorbeeld ontwerpprincipes zoals beschreven door Sluijsmans, 2023).
  • Flexibiliteit: welke keuzes, keuzeruimte en welke variatie in tempo of volgorde, bijvoorbeeld?
  • Didactiek en toetsing: implicaties van de visie op toetsing en didactiek. Wanneer in de opleiding volgt waarover een summatief besluit en hoe begeleiden we de studenten (met feedback) in hun ontwikkeling?

Wanneer groep 1 deze stap overslaat of oppervlakkig behandelt, start groep 2 vaak te snel met de uitwerking en voelt zich overvraagd. Soms klinkt het bezwaar dat groep 2 te weinig autonomie heeft als zij niet de leerroute voor de gehele opleiding zelf uitwerkt. Dat argument onderschat echter de betekenis van deze fase.
Het omgekeerde komt ook voor: groep 1 blijft te lang nadenken over  de leerroute en het toetsprogramma. Hierdoor vertraagt het proces. Het is belangrijk te beseffen dat wat groep 1 oplevert richtinggevend is, maar niet definitief. Zodra groep 2 de opleidingsonderdelen uitwerkt, kan blijken dat studenten overvraagd of juist ondervraagd worden, of dat toetsen niet passend zijn. Aanpassing van het globale ontwerp blijft dan mogelijk. Curriculumontwerp is immers geen lineair proces: het vraagt voortdurende afstemming en flexibiliteit.

Overdracht en afstemming tussen groep 1 en groep 2

Omdat fasen in elkaar overlopen en latere keuzes gevolgen hebben voor eerdere, zijn duidelijke overdracht en blijvende afstemming van belang.

Overdracht

Een goede overdracht gaat veelal gepaard met ontwikkelbrieven of – opdrachten gericht aan groep 2 en opgesteld door groep 1. Deze bevatten bijvoorbeeld:

  • Inleiding: beschrijving van het opleidingsonderdeel, positionering binnen de leerroute, relatie met het oude curriculum.
  • Kaders en ontwerpprincipes: onderliggende visies.
  • Deliverables: wat precies moet worden opgeleverd, in welke vorm en met welke templates.
  • Planning: beschikbare tijd (weken en uren), suggesties voor volgorde en aanpak.
  • Afstemming: wanneer en hoe groep 1 betrokken blijft.

De mate van detail van deze brieven of opdrachten verschilt, afhankelijk van opvattingen over verantwoordelijkheid. Mijn ervaring is dat deze brieven niet concreet genoeg kunnen zijn, zeker wanneer docenten in groep 2 weinig ervaring hebben met onderwijsontwerp.

Afstemming

In de praktijk raakt groep 1 soms uit beeld zodra groep 2 start. Afstemming blijft echter nodig, ook in latere fasen. Ook bij backward design hoort dat voortdurend heen en weer gedacht wordt tussen onderdelen en het geheel. Afstemming kan op verschillende manieren worden georganiseerd:

  • Overlegmomenten (met voltallige teams of afgevaardigden).
  • Een lid van groep 1 dat participeert in groep 2 en tegelijk de samenhang bewaakt.
  • Vraagdocumenten waarin groep 2 vragen verzamelt die groep 1 beantwoordt.

Conclusie

Voor een succesvol herontwerp is het wenselijk dat groep 1 het globale ontwerp opstelt, inclusief leerroute en toetsprogramma. Dit gebeurt bij voorkeur in overleg en met draagvlak van groep 2, het docententeam, studenten en commissies. Daarna kan groep 2 zich volledig richten op de uitwerking van opleidingsonderdelen en toetsen. Groep 1 blijft in deze fase opdrachtgever en bewaakt samenhang en visie. Curriculumontwerp is geen lineair proces: goede overdracht en voortdurende afstemming tussen groep 1 en groep 2 zijn onmisbaar voor kwaliteit, flexibiliteit en samenhang.

Bron

Sluijsmans, D. (2023). Versterken van het curriculaire denken en werken binnen Hogeschool Rotterdam: De kracht van samenhang en verbinding. Lectorale rede. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam Uitgeverij.

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *