Intergenerationeel opleiden in de zorg: aanbevelingen en inzichten

Datum: 18 juni 2025
Auteur: Ilona Mathijsen

Binnen zorgorganisaties werken meerdere generaties samen. Dat biedt kansen, maar vraagt ook aandacht. Naar aanleiding van een recente dialoogsessie met praktijkcoördinatoren en opleiders (MUMC+ en regio-ziekenhuizen) zetten we enkele aandachtspunten op een rij. De focus ligt niet op labels als “boomers” of “Gen Z”, maar op betekenisvolle verschillen en wat die betekenen voor opleiden. De aanbevelingen hebben we geordend aan de hand van de driedeling van Biesta: socialisatie, kwalificatie en subjectificatie/persoonsvorming.

Socialisatie: deelnemen aan een sociale praktijk

Doel: Nieuwe collega’s en jonge PIO’s (professionals in opleiding) helpen hun plek te vinden binnen teams en zorgculturen.

Aanbevelingen:
Als jongeren geen ‘hand geven’ wanneer ze zich voorstellen, ‘niet durven bellen’, ‘veel op hun telefoon zitten’, benader dat met begrip! Een hand geven zijn ze sinds Covid wellicht ontwend? Dat ze niet durven bellen is misschien omdat ze het spannend vinden om ‘on the spot’ te moeten reageren? En veel op de telefoon zitten, komt misschien minder sociaal over, maar is niet zo bedoeld.

  • Ontwikkel een teamcultuur waarin gedrag bespreekbaar is. Geef op een positieve manier, eventueel met humor aan wat je als team / afdeling belangrijk vindt. Denk niet dat je er met een enkel gesprek bent. Het neerzetten, veranderen en behouden van een cultuur vergt onderhoud en aandacht.
  • Stimuleer open communicatie waarin fouten maken mag, kritische vragen welkom zijn en verschillen erkend worden. Doe dit voor!
  • Begeleid jongeren actief in het aanleren van sociale routines, omgangsvormen en teamrollen. Oefen telefoongesprekken bijvoorbeeld. Start met het eerst laten opnemen van de telefoon alvorens zelf te laten bellen.

Kwalificatie: vakbekwaam worden

Doel: Ondersteunen bij het verwerven van kennis, vaardigheden en beroepshouding.

Aanbevelingen:
Jongeren zijn mondiger dan oudere generaties, ze bevragen de status quo. Een oudere werknemer die de vraag gesteld krijgt ‘waarom doe je dat zo?’ kan dat niet gewend zijn en voelt zich mogelijk in de verdediging gedrukt: ‘dat doen we altijd al zo!?’. Oudere medewerkers hebben veel ervaring, draaien op routines en zijn niet altijd (meer) gewend om uit te leggen waarom ze doen wat ze doen. Voor het leren is het echter van belang dat die uitleg wel gegeven wordt en nieuwsgierigheid gestimuleerd wordt.

  • Maak gebruik van de kennis en ervaring van oudere medewerkers. Stimuleer ouderen om hun klinisch redeneren en overwegingen hardop te verwoorden en te bevragen.
  • Waardeer de kritische blik van jongeren; geef ruimte voor vragen en alternatieve benaderingen.
  • Pas blended learning toe: combineer werkvormen en manieren van informatieverstrekking. Bied dezelfde inhoud via verschillende kanalen aan opdat iedereen hier zijn of haar weg in kan kiezen.

Persoonsvorming en professionele identiteit: ontdekken wie je bent in je werk

Doel: Ontwikkeling van professionele identiteit en werkmotivatie.

Jongeren zien het werk in tegenstelling tot oudere generaties veel minder als een ‘roeping’. Ze stellen andere prioriteiten en hechten waarde aan een gezonde werk-privé balans. Ze zorgen misschien wel eens beter voor zichzelf dan oudere werknemers gewend zijn te doen. Kunnen ze minder aan of is de zorgzwaarte toegenomen?

Aanbevelingen:

  • Zet in op coaching en mentoraat.
  • Maak het gesprek over werk-privébalans expliciet.
  • Erken dat verschillende generaties het werk anders beleven en benaderen.
  • Heb aandacht voor weerbaarheid en het opbouwen daarvan.

Opleiden van werkende professionals

Leren & ontwikkelen in organisaties

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *