‘We varen in dichte mist’, zei minister Hoekstra bij de presentatie van begroting voor het komend jaar. Hiermee doelde uiteraard hij op de ingewikkelde tijd waarin we nu leven en de onvoorspelbaarheid van wat de (financiële) toekomst ons brengen zal. Ik denk dat velen van ons dit begrijpen en zich misschien zelf ook wel eens afvragen wat de gevolgen van corona crisis zullen zijn; zowel maatschappelijk als economisch, maar bijvoorbeeld ook voor ons onderwijs. Nu de eerste maanden vol aanpassingen in het onderwijs erop zitten, krijgen we zo langzamerhand ook wat meer zicht op de eerste resultaten en ervaringen die het afstandsleren en werken met zich mee brengen.
Nu het schooljaar weer gestart is en we met elkaar proberen het onderwijs weer op gang te krijgen, merk ik dat ik tegen veel vragen en uitdagingen in het dagelijks werk aan loop. Vragen over hoe we het onderwijs nu het best kunnen vormgeven voor zowel studenten als docenten, maar ook vragen over hoe haalbaar en werkbaar het is om dit schooljaar succesvol en leerrijk te laten verlopen. Immers, het schooljaar is nog niet koud begonnen, of de eerste docenten en lesgroepen zijn alweer thuis beland vanwege een besmetting of het mogelijke risico daarop.
Ingewikkeld!
Voor de zomervakantie was dit veel overzichtelijker; alleen examenkandidaten mochten naar school komen en alle anderen bleven thuis. Vrij radicaal, maar wel heel duidelijk! Nu we natuurlijk ons best doen om alle studenten te bedienen en aan onze scholen te binden, vraagt dit om een veel meer genuanceerde aanpak. En terecht. Iets wat we niet eerder op zo’n grote schaal in Nederland (en de rest van de wereld) hebben gedaan. Kortom, ook onderwijs ‘vaart in dichte mist’!
Waarom?
Als ik mij dit realiseer, verbaast het mij eens te meer dat ik op dit moment dag in dag uit bezig ben te verantwoorden wat ik met extra gelden uit het corona steunpakket heb gedaan. Deze middelen stellen ons in staat om extra inspanningen te leveren die we – vanwege de corona maatregelen – moeten maken. Er zijn, zoals het wellicht ook hoort bij behoorlijk financieel bestuur, verschillende eisen gesteld waaraan je moet voldoen om gebruik te mogen maken van deze extra middelen. Eisen vooraf, maar ook achteraf. Dit gaat zelfs zo ver dat er gevraagd wordt om tot op individuele studenten aan toe te verantwoorden of hij of zij profijt heeft gehad van deze steun. Inmiddels hebben velen van ons er een (administratieve) dagtaak bij om te verantwoorden wat wij – let wel: in dichte mist – beslissen om te doen!
Kan het ook anders?
We zouden dit vraagstuk misschien ook vanuit een andere invalshoek kunnen benaderen. Even niet alleen vanuit budgetten, toezicht, verantwoording, jaarrekeningen en andere op governance gerichte mechanismes. Stel je eens voor dat wij gebruik zouden maken van de inzichten van Prof. Dr. Luc Stevens. Hij benoemt in zijn boek ‘Zin in school’ het belang van de menselijke behoefte aan relatie, autonomie en competentie bij de ontwikkeling van mensen. Waarbij deze basisbehoeften aan elkaar worden verbonden door interactie. Als ik vanuit deze invalshoek naar het toezicht op de extra middelen kijk, ontstaat er volgens mij een heel een ander gesprek.
Immers, wij allen zijn nog niet competent in een onderwijsomgeving waar online en offline lessen elkaar voortdurend afwisselen. Laat staan of wij ons al competent voelen in het online leren en werken in de klas. Ook herken ik de behoefte aan autonomie bij het durven nemen van beslissingen; de ene opleiding is de andere niet en (gelukkig) zijn studenten ook niet onder een noemer te scharen. Juist nu – in deze tijd – zie ik ook een enorme behoefte onder collega’s om met en van elkaar te leren. De workshops, webinars, hulplijnen, vragenuurtjes, enzovoorts schieten als paddenstoelen uit de grond. Kortom, aan relatie, behoefte aan autonomie en ontwikkelen van competentie geen gebrek!
Voorstel..
Als we dit nu weten, kunnen we dan ook anders kijken naar onze interactie? Nu bestaat mijn interactie met de overheid vrijwel alleen uit verantwoorden op cijfermatige basis. Nu worden er lijstjes kloppend gemaakt. Dit zou ook een veel rijker gesprek kunnen zijn waarin we de andere elementen uit de theorie van Stevens meenemen en erkenning geven aan het feit dat niet alleen de regering, maar ook wij in dichte mist varen!
Ik pak dan ook graag de handschoen op en wil te allen tijde verantwoording afleggen over de keuzes die wij gemaakt hebben om ons onderwijs corona-proof te maken, maar niet in Excel! Ik ben bereid tot gesprek, tot discussie, tot een brainstorm tot bijna alle vormen van kwalitatieve verantwoording. Alleen niet tot het koude, afstandelijke en kwantitatieve verantwoorden door het invullen van lijstjes…
0 reacties