Inmiddels drie maanden geleden schreef ik een blog over mijn verbazing waarom 1/3 van de startende docenten binnen vijf jaar stopt [1]. Ik had veel vragen over de oorzaken hiervan en toen mijn blog klaar was besefte ik mij dat ik alleen maar meer vragen had. De blog heeft ook veel opgeroepen bij anderen; ik kreeg meer reacties dan ooit op de blog, zowel via de mail als via onze website, en de blog is ook op een ander platform geplaatst. De reacties van de lezers en de mensen die ik de afgelopen tijd heb gesproken zijn dan ook een grote inspiratie geweest in deze vervolgblog: Hoe zorgen we ervoor dat startende docenten juist wél aangehaakt blijven? Hieronder deel ik mijn vier inzichten met je.
1. Bescherming van collega’s en leidinggevende. En jezelf.
Startende docenten vallen uit vanwege hun te grote takenpakket. Zo ook bij een gast in onze podcast ‘Opstarten met… Floor en Ellen’. Ze was enthousiast en had veel zin om als docent aan de slag te gaan. Door het enthousiasme zagen haar collega’s en zij zelf niet meer goed dat haar takenpakket steeds groter werd. Na een lange tijd van ballen hooghouden is het toch te veel geworden en zit ze thuis met burn-outklachten. Achteraf gezien zou ze willen dat iemand haar had beschermd. Beschermen voor het als maar aannemen van nieuwe taken, maar ook beschermen voor het verlies van haar grote enthousiasme. Mijns inziens is het dus van groot belang dat collega’s en leidinggevende regelmatig bij je checken hoe het écht met je gaat. Het betekent namelijk niet dat als iemand steeds “Ja!” zegt, dat hij of zij deze taak ook aankan. Uit een reactie onder mijn blog bleek dat het soms aan het begin van het jaar al misgaat wanneer de klassen worden verdeeld. De leukste klassen zijn voor de ervaren docenten en de moeilijkere klassen gaan naar de beginner.
Daarnaast zag deze docent ook dat ervaren docenten beter worden gefaciliteerd, denk bijvoorbeeld aan een eigen lokaal. Startende docenten moeten vaak het hele schoolgebouw door lopen. Terwijl juist die vastigheid en voorbereiding heel prettig is! Ook deze facilitering is een vorm van bescherming.
Naast alle betrokkenen om je heen ben je natuurlijk zelf het meest aan zet. Het is misschien een grote open deur, maar blijf jezelf beschermen. Kijk met regelmaat even terug naar de afgelopen tijd en of je daar gelukkig van werd. Lukt het je allemaal nog of heb je hulp nodig? Deel dit ook met anderen. Bespreek je enthousiasme-valkuil voordat je er ook echt in valt!
2. Stapsgewijs naar een volledig takenpakket
Om op voorhand een burn-out of uitval van startende docenten tegen te gaan heb ik veel gehoord over stapsgewijs het takenpakket van startende docenten opbouwen. Een reactie van een lezer van de vorige blog was: “Mijn leidinggevende had mij 80% van de taken gegeven die voor een ervaren docent in het taakoverzicht hoorde. In jaar twee ging dit naar 90% en pas in het derde schooljaar naar 100%.” Daarnaast heb ik ook een zij-instromer in het basisonderwijs gesproken en zij werd ook de eerste twee jaar vrijgesteld van overige taken zoals werkgroepen. Door startende docenten niet direct het gehele takenpakket te geven, krijgen ze meer ruimte om lessen goed voor te bereiden en op deze manier kunnen ze meer wennen aan het nieuwe systeem en de nieuwe omgeving waarin ze werken. Eigenlijk net zoals we studenten nieuwe vaardigheden en kennis aanleren door gebruik te maken van scaffolding en fading, oftewel begeleiding en houvast geven bij de start en langzaamaan steeds meer loslaten zodat een docent het daarna op eigen kracht kan doen.
In Nederland wordt gemiddeld 10 tot 15 procent meer lesgegeven door een fulltime docent in vergelijking met de rest van Europa, aldus De OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development)[2]. Ik vind dit in het algemeen al een opvallende bevinding, want wat zegt dit over de kwaliteit van het onderwijs? Kijken we echter naar die startende docent, dan lijkt het mij nog meer van belang dat deze docenten in hun eerste jaar of jaren minder lesuren geven. Op deze wijze kunnen ze zich goed voorbereiden op hun lessen en vooral ook de tijd nemen om terug te kijken naar de lessen en ze te verbeteren. Volgens mij doet dit de kwaliteit van de lessen ook zeer ten goede. Beter kwaliteit dan kwantiteit!
3. Begeleiding en coaching
Coaching en begeleiding blijkt een belangrijke sleutel tot succes te zijn om aangehaakt te blijven. Zo onderzochten Van de Grift en Helms-Lorenz in 2014[3] wat helpt om docenten in het onderwijs te houden. Uit dit onderzoek blijkt dat startende docenten begeleiding en coaching nodig hebben in het omgaan met werkdruk, hoe het schoolsysteem werkt, de professionele ontwikkeling en in het lesgeven en begeleiden van studenten. Het is niet vreemd dat docenten na 4 jaar student te zijn geweest graag nog wat begeleiding willen in hun overgang naar docent. En ook zij-instromers die na 1 jaar al volledig bevoegd zijn en alle taken zelf moeten uitvoeren. Een inmiddels gepensioneerde docent liet in een reactie onder mijn vorige blog weten dat hij in zijn carrière diverse startende docenten heeft begeleid. Een intensieve begeleiding waarbij ze samen lessen voorbereidden, terugblikten en het schoolsysteem bespraken. Denk bijvoorbeeld aan de geschreven en ongeschreven regels binnen een school of welke functies er binnen een team zijn en wat je daarvan kan verwachten. Dat wierp zijn vruchten af. Docenten voelen zich eerder bekwaam en staan sterker in hun schoenen.
Professionele coaching is belangrijk en daarin moet geïnvesteerd worden. Dit kan je intern doen door mensen daarvoor op te leiden, maar ik denk dat hier ook nog een taak ligt voor lerarenopleidingen. Een andere docent reageerde onder mijn blog dat hij het juist waardevol vond als een lerarenopleiding na het formeel afronden van het diploma nog betrokken blijft bij de startende docent. Scholen willen of kunnen dat niet zelf en de begeleiding is niet altijd op niveau. Kortom, het is zaak om goede coaches op te leiden binnen een school of lerarenopleidingen nemen een grotere rol in na het behalen van het diploma door een docent.
4. Waardering
Beginnende docenten hebben waardering nodig. ‘Waardering’ bedoel ik dan in de breedste zin van het woord. Ik heb verhalen gehoord over meer waardering in geld of in woord of daad van collega’s en leidinggevende. We weten allemaal hoe fijn het is om af en toe waardering te krijgen voor wat je doet. Het is fijn om gezien te worden door het team, want zo creëer je ook een veilige omgeving voor die startende docent. Het kunnen woorden zijn, zoals: “Wat fijn zo’n frisse nieuwe blik in het team, jij laat ons weer opnieuw naar dingen kijken”. Of waardering in daden bijvoorbeeld door oprechte interesse te tonen. Tot slot, het allerbelangrijkste dat ik hier nog zou willen toevoegen is dat startende docenten zichzelf ook mogen waarderen. Wacht niet altijd totdat anderen hun waardering uitspreken, maar beloon jezelf af en toe ook, bijvoorbeeld wanneer je weer een mijlpaal hebt bereikt of wanneer je een mega goede les hebt neergezet!
Investeer in startende docenten
In deze blog heb ik vier inzichten gegeven die mogelijk ertoe kunnen leiden dat startende docenten aangehaakt blijven. Ik begrijp natuurlijk heel goed dat veel van de oplossingen geld en tijd kosten en dat is vaak ook de reden dat het niet gebeurt. Maar is het niet zo dat als je op voorhand iets meer investeert in een startende docent het uiteindelijk meer uitbetaalt? Als een docent uitvalt en het onderwijs verlaat, kost het tijd en geld, omdat er weer iemand gezocht moet worden en opnieuw moet worden ingewerkt. Als een docent uitvalt maar nog wel onder contract staat dan kost het ook tijd en geld want er moet een vervanger komen. En dan spreken we niet eens over de mentale schade en verlies van arbeidspotentieel op de langere termijn. Kortom, meer investeren op voorhand klinkt mij niet slecht in de oren.
Bronnen
[1] https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/uitval-beginnende-docenten-vo
[2] https://www.oecd.org/education/education-at-a-glance/
[3] Uitstroom van beginnende leraren, Van de Grift en Helms-Lorenz (2014)
0 reacties