Een aantal weken geleden schreef ik een blog over hoe u met flipping the classroom kunt zorgen voor betrokken studenten. Flipping the classroom is nog altijd een organisatievorm waar veel belangstelling voor is, en dan met name het maken of het inzetten van instructievideo’s. Een vraag die vaak onbeantwoord blijft is ‘hoe richt u nu het onderwijs in als u gebruik maakt van instructievideo’s om (een gedeelte van) uw klassikale instructie te vervangen?’.
Als trainer en adviseur kan ik gemakkelijk vertellen hoe het onderwijs eruit zou moeten zien bij flipping the classroom:
- zet betekenisvolle opdrachten in,
- ga werken met projecten,
- zet de student centraal enz.
Ik zie het precies voor me, maar het feit dat ik deze uitwerking (bijna) nergens tegenkom heeft mij de afgelopen periode aan het denken gezet. Mijn conclusie is dat dergelijke onderwijsvormen gemakkelijk zijn om over te praten, maar een heel stuk moeilijker zijn om daadwerkelijk te implementeren. Om u toch de mogelijkheid te geven om op een laagdrempelige manier uw onderwijs te flippen reik ik u in deze blog een structuur aan voor het inrichten van uw geflipte onderwijs. Ik start met een korte uitleg over het directe instructiemodel, geef vervolgens aan uit welke stappen het geflipte directe instructiemodel bestaat en kom uiteindelijk met een mogelijke uitwerking van de eerste vier stappen van het geflipte directe instructiemodel.
Het directe instructiemodel
Studenten blijken goede leerresultaten te behalen wanneer docenten de lessen voorbereiden en uitvoeren volgens een goed gestructureerde les, bijvoorbeeld met het directe instructiemodel (Hattie, 2009; Gagne, Wager, Golas, Keller; 2005; Leenders, Naafs, & van den Oord, 2002). Maar, denkt u wellicht, directe instructie is toch juist slecht voor het leren van studenten? Volgens Hattie (2009, p.204) zijn relatief veel docenten overtuigd dat directe instructie slecht is. Totaal onterecht als u naar zijn onderzoeksresultaten kijkt. Directe instructie heeft een hoog effect op de leeruitkomsten van studenten (r=0.59, betrokken onderzoeken= 304, betrokken individuen=42.618). Binnen het directe instructiemodel bepaalt de docent de leerdoelen, maakt deze transparant naar de studenten, demonstreert deze door gebruik te maken van modelleren, evalueert of studenten het begrepen hebben en herhaalt nogmaals aan het einde van de les wat studenten hebben geleerd en hoe dat in de gehele lessenreeks past.
Het geflipte directe instructiemodel.
In het geflipte directe instructiemodel staan 9 stappen centraal. De eerste vier stappen kunt u digitaal, voor aanvang van de les, aanbieden. In de volgende paragraaf beschrijf ik een mogelijke uitwerking van de eerste vier stappen:
1. Terugblik (online)
- Haal relevante voorkennis op die betrekking heeft op de onderwerpen van de les
2. Oriëntatie (online)
- Presenteer het onderwerp van de les
- Relateer het onderwerp aan voorgaande en komende lessen (geef overzicht)
- Relateer de les aan betekenisvolle situaties
- Bespreek het belang van de lesstof
- Geef de leerdoelen aan van de les
3. Digitale instructie (online)
- Onderwijs in kleine stappen
- Geef concrete voorbeelden
- Doe de vaardigheid hardop denkend voor (modelleren)
- Geef een samenvatting
4. Digitale quiz / oefeningen (online)
- Ga na of studenten de inhoud van de les begrijpen
5. Terugblik op de oefening (in de klas)
- Op basis van de antwoorden op vragen van stap 4 bepaalt u over welke onderwerpen nog extra uitleg moet worden gegeven
6. Begeleide oefening (in de klas)
- Laat studenten onder begeleiding oefenen
- Geef korte en duidelijke opdrachten
- Stel (veel) vragen
- Ga door met oefenen tot (het merendeel) van de studenten de stof beheerst
- Maak gebruik van concrete materialen
- Verminder geleidelijk de ondersteuning
7. Zelfstandige verwerking (in de klas)
- Geef extra verwerkingsstof aan goed presterende studenten
- Geef extra instructie aan zwak presterende studenten
8. Evaluatie (in de klas)
- Controleer met een oefening of het lesdoel bereikt is en laat studenten onder woorden brengen wat goed ging, wat niet zo goed ging en wat ze de volgende keer anders gaan doen. Dit kan bijvoorbeeld via socrative.com
9. Terug- en vooruitblik (in de klas)
- Plaats de les in de context van een lessenreeks
- Geef aan waar de volgende les over gaat en wat u van studenten verwacht aan voorbereiding
Een mogelijke uitwerking van de eerste vier stappen.
- U kunt de eerste drie stappen integreren in uw zelf gemaakte instructievideo. De vierde stap, de digitale quiz om te bepalen of studenten de stof begrijpen, kunt u bijvoorbeeld maken met google forms.
- U kunt de eerste vier stappen in uw zelf gemaakte instructievideo integreren. Daarvoor moet u wel uw video op youtube plaatsen. Met Educaplay kunt u vervolgens een quiz maken geïntegreerd in uw youtube-filmpje. Zie hier een voorbeeld van educaplay.
- Gebruik een elektronische leeromgeving (elo) om de eerste vier stappen aan te bieden. De eerste twee stappen kunnen tekstueel van aard zijn, de derde stap is het plaatsen van een bestaande of uw zelf gemaakte instructievideo op de elo en de vierde stap is een digitale quiz die u bijvoorbeeld kunt maken met google forms. Zie hier een voorbeeld hoe ik gebruik maak van Padlet als elektronische leeromgeving om de eerste vier stappen te organiseren.
Literatuurlijst:
- Hattie, J. (2009). Visible Learning. A synthesis of over 800 meta-analyses realting to achievement.
- Gagné, R.M., Wager, W.W., Golas, K.C., & Keller, J.M. (2005). Principles of instructional design.
- Leenders, Y., Naafs, F., & van den Oord, I. (2002). Effectieve instructie. Leren lesgeven met het activerende directe instrcutiemodel.