Een snelle manier om van luie studenten af te komen

Datum: 22 maart 2016
Auteur: Liza Peeters

Je kent het wel… Studenten die in week 8 eindelijk het plastic van hun boeken afhalen om zich voor te bereiden op het tentamen. Eerlijk is eerlijk, deed jij dit vroeger ook niet? Leren voor een tentamen heeft alles te maken met het stellen van prioriteiten. Maak hier dan ook gebruik van! In deze blog geef ik de oplossing om studenten actief aan het leren te krijgen, namelijk cumulatief toetsen.

eisenhower modelHet probleem

Mocht je ooit een workshop timemanagement hebben gevolgd, dan ken je vast het Eisenhower model. Het model is een handig hulpmiddel om je overvolle to-do lijst te structureren. Een (kennis)toets aan het einde van het blok zal bij veel studenten belanden in het vlak ‘belangrijk-niet urgent’. Hoewel studenten weten dat het handig is om het leren alvast in te plannen, komen urgente dingen op hun pad. Van een goed feestje tot het regelen van een stageplaats. Pas aan het einde van het blok, verschuiven de prioriteiten en wordt het urgent. Helaas komen er veel studenten er op dat moment ‘pas’ achter dat het toch wat handiger was geweest om eerder te beginnen. Oplossing? Opsluiten in je kamer en blokken!!

De oplossing

Het mag duidelijk zijn dat het last-minute-stampwerk niet het ultieme leereffect heeft voor studenten. Waarom zorgen we er niet voor dat gedurende het blok een student gestimuleerd wordt om de stof bij te houden? Cumulatief toetsen is een mooie manier om dit leergedrag te stimuleren.

Hoe werkt het?cumulatief toetsen

Middels dit voorbeeld laat ik zien hoe cumulatief (= opstapelend, toenemend) toetsen werkt. In dit voorbeeld ga ik uit van een periode van 10 weken en werk ik met een kennistoets die bestaat uit 200 vragen. Over iedere week worden in totaal 20 vragen gesteld. Er is daarbij geen concurrentie van toetsen tussen vakken, omdat alle vakken/cursussen (qua kennis) worden getoetst in de cumulatieve toets.
Om elke 3 tot 4 weken plan je een deeltoets in het programma in. De deelname aan deze deeltoets is verplicht. Het eindresultaat wordt bepaald wanneer alle deeltoetsen zijn geweest. De vragen zijn dusdanig over de deeltoetsen verdeeld dat elke toets een substantiële bijdrage levert aan het eindresultaat. De student kan na twee deeltoetsen nog geen voldoende eindresultaat bereiken. Na de derde deeltoets wordt het eindresultaat berekend en het cijfer toegekend.

 

Wat zijn de voordelen?

Volgens Cohen-Schotanus (2012) draagt deze wijze van toetsen bovendien bij aan rendementsverbetering. Cumulatief toetsen heeft een aantal voordelen, namelijk:

  • Studenten worden gestimuleerd regelmatig te studeren. Onderstaand figuur geeft het resultaat weer uit een kleinschalig onderzoek onder 78 studenten. Kerdijk, Cohen-Schotanus, Mulder, Muntinghe & A Tio (2015) concludeerden dat studenten die cumulatief getoetst worden meer tijd aan zelfstudie besteden. Doordat studenten meer tijd aan hun studie besteden, is de kans ook groter dat zij actief in het onderwijs participeren, wat weer leidt tot meer studiesucces.
  • Studenten herhalen de studiestof, waardoor de kennis op de langere termijn beter beklijft (Bruijns, 2014;).
  • In dit voorbeeld wordt er vanuit gegaan dat er 1 cumulatieve kennistoets is per periode. Hierdoor is er geen concurrentie tussen parallelle vakken.
  • Als laatste is in dit voorbeeld de herkansing in de zomervakantie gepland. Dit heeft als reden, dat hoe vaker studenten de gelegenheid krijgen te herkansen, studenten minder goed voorbereid naar de toets komen. Door de herkansing in de zomervakantie te plannen is het onaantrekkelijk voor studenten. Naast het signaal dat een herkansing zeker niet vrijblijvend is, is er ook geen concurrentie met het onderwijs wat op dat moment wordt geven. Cohen-Schotanus, Jansen en Bax (2012) pleiten dan ook voor herkansingen in de zomervakantie.

Werkt jouw opleiding met cumulatief toetsen, deel dan jouw ervaring in het reactieveld hieronder. Ook meningen of andere waardevolle aanvullingen graag delen in het reactieveld. Zo leren we van en met elkaar!

Bronnen

Bruijns, V. (2014). Het effect van tussentijds toetsen op studierendement: een literatuurstudie. Onderzoek van Onderwijs, 15-20.

Cohen Schotanus in Berkel van, H. Jansen E., & Bax A. (2012). Studiesucces bevorderen: het kan en is niet moeilijk. Bewezen rendementsverbeteringen in het hoger onderwijs. Den Haag: Boom Lemma uitgevers

Kerdijk, W., Cohen-Schotanus, J., Mulder, B., Muntinghe, F.  & Tio, R. (2015). Cumulative versus end-of-course assessment: effects on self-study time and test performance. Medical Education, 49(7), 709-716. 10.1111/medu.12756

 

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
8 Reacties
  1. Cumulatief toetsen is een mooie toetsmethode als het om kennis toetsen gaat. Studenten leren op regelmatige basis kleine stukjes en herhalen op een speelse manier hun lesstof. Op VMBO heb ik er hele mooie resultaten mee geboekt. Voor toetsen op hogere niveaus vind ik cumulatief toetsen minder geschikt. Het maakt namelijk nogal wat uit of je steeds een klein stukje toetst of dezelfde hoeveelheid in één keer. Iedereen kan tien keer een klein sprongetje maken, maar alleen de goede springen in één keer een grote sprong. Complexiteit, tijd en omvang worden dan variabelen die mede het niveau bepalen.

    Antwoord
    • Mee eens. Ze moeten immers zelf leren plannen. Om de studenten tussentijds te motiveren is mogelijk het inzetten van formatieve toetsen (ontwikkelingstoetsen), het inzetten van interactievere lesbijeenkomsten of een geheel andere onderwijsvorm effectiever. Het is maar wat je ermee wilt bereiken.

      Antwoord
      • Het is inderdaad de vraag wat je doel is. Cumulatief toetsen heeft vooral als doel dat studenten actief de leerstof bijhouden. Studenten moeten zelf leren plannen en in deze vorm doe je dit deels voor de studenten. Wellicht kan je ervoor kiezen om deze vorm van toetsen vooral in het begin van de opleiding te hanteren (met daarna een afname van de sturing). Ik ben het met je eens dat interactieve lesbijeenkomsten of andere onderwijsvormen een mooie manier zijn om de ‘intrinsieke motivatie’ bij studenten te stimuleren. Wellicht is er soms eerst ‘gecontroleerde motivatie’ nodig om tot intrinsieke motivatie te komen, zie ook de eerdere blog van Peter Loonen: https://metis-onderwijsadvies.nl/2015/09/15/het-nut-van-ongemotiveerde-studenten-in-3-stappen-naar-autonome-motivatie/. Bijv. cumulatief toetsen kan ervoor zorgen dat studenten beter voorbereid komen naar de lessen, waardoor interactieve lesbijeenkomsten ook beter uit de verf komen.

        Antwoord
    • Dag Henk, mooi om te horen dat je positieve ervaringen hebt met cumulatief toetsen. Ik ben het met je eens dat deze vorm vooral geschikt is voor kennistoetsen. Andere toetsvormen zijn geschikter om hogere niveaus te toetsen. Wel is het interessant om na te denken hoe hier het cumulatieve aspect (opstapelend toetsen, dus uitbreiden van kennis, vaardigheden en/of houding) een rol speelt/kan spelen.

      Antwoord
  2. Wat leuk dat jullie dit oppikken. Los van of je al dan niet cumulatief toetst zijn activerende en engagerende werkvormen zeker belangrijk. Sterker nog, cumulatief toetsen is oorspronkelijk ontwikkeld voor onderwijsblokken waarvoor activerende werkvormen op dat moment niet betaalbaar waren. Later (zoals in ons onderzoek te zien) bleek dat het ook zijn meerwaarde kan hebben voor het studeergedrag van studenten.

    Het voordeel van cumulatief toetsen over meerdere formatieve toetsen en dan één summatieve toets aan het eind is naar mijn idee tweeledig. Ten eerste is het zonde als je al die energie en middelen gebruikt om een goede formatieve toets te maken, deze informatie niet mee te nemen in de beoordeling van de student. Ten tweede zijn studenten die goed gebruik maken van formatieve toetsen vaak studenten die toch al goed zelf-gereguleerd leren. Door ook de tussentijdse toetsen een summatief karakter te geven maak je het juist ook voor de uitstelstudent of de student die zichzelf consequent overschat aantrekkelijk om zich voor te bereiden en valide feedback te geven over hun niveau op dat moment.

    Antwoord
    • Ik zag dat ik mijn zin niet afmaakt. “…voor het studeergedrag van studenten in blokken met activerende werkvormen”.

      Antwoord
  3. Zijn er ook varianten met niet gesloten vragen?

    Antwoord
  4. Staat er nou ‘minder goed voorbereidt’???

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *