Motivatie & betrokkenheid bij online leren (deel 1 van 3)

Datum: 15 december 2020
Auteur: Peter Loonen

Online leren vonden studenten in het begin natuurlijk hartstikke leuk. Het was namelijk nieuw voor ze. Maar op een gegeven moment gaat de nieuwigheid er een beetje vanaf. En oude routines worden gewoon vervangen door nieuwe. Hoe krijg je het dan voor elkaar dat studenten toch betrokken blijven? In deze reeks van 3 blogs lees je alles over (het bevorderen van) motivatie bij online leren.  Vandaag deel 1: over gedrag en verwachtingen.

Motivatie: wat is het eigenlijk?

Het begrip ‘motivatie’ is een containerbegrip, omdat je er verschillende dingen onder kunt verstaan. Je kunt het dan ook opdelen in 4 verschillende componenten, namelijk die van:

  1. Gedrag
  2. Verwachting
  3. Waarde
  4. Emotie

Hoe zorg je ervoor dat studenten hoog scoren op al deze 4 componenten? Oftewel, hoe zorg je ervoor dat ze gemotiveerd zijn én blijven om online te leren?

1. Motivatie: de gedragscomponent

Welk gedrag verwacht je van de studenten? Motivatie is een belangrijke voorspeller van (het gewenste) gedrag. Stanford University (Fogg, 2009) ontwikkelde zelfs een model waarmee je gedrag kunt voorspellen: B=MAP.

Zo leer je niet alleen de theorie, maar ervaar je het online leren zelf ook in de praktijk!

pastedGraphic.png

In dit gedragsmodel staat:

  • B voor Behaviour (gedrag)
    Welk gedrag van de student wil je veranderen?
  • M voor Motivatie
    Is de student intrinsiek gemotiveerd of moet je hem nog extra motiveren?
  • A voor Ability (in hoeverre je iets kunt)
    Is de taak die de student moet doen moeilijk of makkelijk?
  • P voor Prompts
    Hiermee bedoelen we ook wel de ‘triggers’ of ‘prikkels’: wat prikkelt de student om het gewenste gedrag uit te voeren?

B (het gewenste gedrag) ontstaat wanneer M (motivatie), A (ability) en P (prompts) allemaal op hetzelfde moment plaatsvinden. Het gaat er dus om dat een student veel intrinsieke motivatie heeft én het gedrag makkelijk uit te voeren is. Alleen dán zal een prikkel om op actie over te gaan (die jij aan de student geeft) ook daadwerkelijk helpen. De gedragscomponent van motivatie is dus ervoor zorgen dat de student boven die groene ‘action line’ komt.

B=MAP in de praktijk: wat te doen bij deze veelvoorkomende combinaties

pastedGraphic_1.png

Veel motivatie + moeilijk om de taak uit te voeren = gevoel van frustratie.

Oplossing: Laat de student de taak in kleinere stapjes doen. Daarmee maak je het makkelijker voor de student om de taak uit te voeren.

pastedGraphic_2.png

Weinig motivatie + makkelijk om de taak uit te voeren = gevoel van saaiheid, geen uitdaging.

Oplossing: Maak de taak of het (sub)doel uitdagender voor de student om uit te voeren.

2. Motivatie: de verwachtingscomponent

Het begrip ‘motivatie’ brengt een verwachting met zich mee: welk gedrag iemand zal vertonen. Vragen die bij deze component horen zijn:

  • Wat verwacht de student van zichzelf?
  • Wat verwacht jij als docent van de student?
  • Hoe zorg je er online voor dat de student hoge verwachtingen van zichzelf heeft?
  • Hoe geef jij je studenten online het zelfvertrouwen dat ze de lestaken aankunnen?

Om positieve verwachtingen te hebben in je eigen bekwaamheid, is het belangrijk dat je een gevoel van controle ervaart. Een student moet het gevoel hebben dat hij de taak aankan.

Self efficacy theory

Het geloof in je eigen kunnen om een taak succesvol af te ronden, heet ook wel ‘zelfeffectiviteit’. Hierbij gaat het niet zozeer om vertrouwen in jezelf als persoon, maar om het vertrouwen dat je het wel voor elkaar krijgt. Dit begrip komt uit de Self efficacy theory van Bandura (Bandura, 1977).

Als docent probeer je natuurlijk positief bij te dragen aan dat gevoel van zelfeffectiviteit bij studenten. Maar met online lesgeven is het soms lastig te zien of de student de taak snapt en/of aankan.

Daarom is het belangrijk dat je in de buurt bent wanneer studenten zelf de leerstof gaan verwerken. Leerstofverwerking is immers het moeilijkste deel van leren.

Het voordeel van online lesgeven is daarom juist dat je als docent vaker aanwezig kunt zijn voor de studenten. Spreek duidelijk met ze af wanneer en hoe ze je kunnen bereiken tijdens het maken van hun huiswerk.

Hiermee geef jij ze een gevoel van controle en dus zelfeffectiviteit: jij bent er om ze online te begeleiden als de taak moeilijk voor ze is.

In de volgende blogs gaan we verder in op de waarde-component van motivatie en emotie (deel 2) en het SCARF model om de motivatie te stimuleren (deel 3).

Doe mee met onze gratis live webinars

Vond je dit artikel leerzaam en wil je graag meer tips en tricks over online leren en lesgeven? Abonneer je dan op ons webinar-kanaal.

Zo leer je niet alleen de theorie, maar ervaar je het online leren zelf ook in de praktijk!

Bibliografie

Bandura, A. (1977). Self-efficacy: Toward a Unifying Theory of Behavioral Change. Psychological Review, 84(2), 191–215.

Fogg, B. (2009). A behavior model of persuasive design. Proceedings of the 4th international conference of Persuasive Technology (pp. 1-7). Stanford: Stanford University.

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
3 Reacties
  1. Bedankt voor deze beknopte samenvatting van theorie met vertaalslag naar praktijk. Theorie was bekend maar erg fijn hier samengevat!

    Antwoord
    • Dank voor deze mooie feedback, Liane.
      Hartelijke groet,
      Peter

      Antwoord
  2. Interessant artikel. Bedankt voor het inspireren.
    Ik heb een goede tip van je aangenomen.
    Beste wensen, Emma

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *