Zelfregie, zelfsturend leren, autonomie—hoe we het ook noemen, we verwachten tegenwoordig dat onze studenten deze vaardigheden ontwikkelen. We willen studenten die hun eigen leerproces in handen nemen, die weten wat ze willen, en die zelfstandig hun weg weten te vinden in de chaos van kennis, deadlines en beoordelingen. Maar laten we eerlijk zijn: het is een mooi ideaal, maar zeker niet vanzelfsprekend.
In het mbo en hbo zien we vaak een enorme kloof tussen wat we verwachten en wat studenten daadwerkelijk kunnen. We verwachten zelfstandige denkers en doeners, maar realiseren we ons wel dat zelfregie geen vaardigheid is die je zomaar even oppikt? Net zoals niemand een meester wordt in rekenen door simpelweg naar cijfers te kijken, ontwikkelt niemand zelfsturing door alleen maar zelfstandig te moeten werken.
Het probleem: studenten komen onvoorbereid de opleiding binnen
Misschien herken je dit scenario: je geeft een opdracht waarbij studenten in groepen een adviesrapport moeten opstellen voor een fictief bedrijf. Het idee is dat ze zélf het onderzoek doen, zélf de taken verdelen, en zélf beslissingen nemen. Maar een week later krijg je een lawine aan vragen: “Welke bronnen moeten we gebruiken?”, “Hoe lang moet het verslag zijn?”, en niet te vergeten, “Is dit goed genoeg?”. Deze vragen illustreren dat veel studenten simpelweg niet weten waar ze moeten beginnen. Het zijn vaak hele capabele jongeren, maar zelfsturing vraagt om een soort zelfstandigheid en overzicht dat ze nog niet ontwikkeld hebben. En dat is niet vreemd; als we eerlijk zijn, geven we ze ook niet altijd de tools om dit echt goed te leren. Zelfregie is niet iets wat je kunt afdwingen, maar iets wat je moet cultiveren.
De oplossing: begeleiden in zelfregie is niet loslaten, maar stapsgewijs opbouwen
Als we studenten willen helpen om zelfsturend te leren werken, moeten we ze niet zomaar in het diepe gooien en hopen dat ze boven komen drijven. In plaats daarvan moeten we zelfregie als een vak op zich benaderen. Want zelfsturing leren is net zo complex als rekenvaardigheden ontwikkelen of grammatica onder de knie krijgen.
Een goed voorbeeld komt uit de praktijk in het hbo. Neem een vak als projectmanagement. In veel opleidingen wordt dit vak al in het eerste jaar geïntroduceerd, met als doel studenten vaardigheden te leren in planning, taakverdeling en evaluatie. Maar in plaats van te beginnen met een compleet project, beginnen sommige opleidingen simpelweg met een oefening in het plannen van hun eigen week. Ze leren prioriteiten te stellen en taken te ordenen. Pas later in de opleiding gaan ze werken aan grotere projecten, met meer verantwoordelijkheid en complexiteit. Dit stapsgewijs opbouwen van zelfregie geeft studenten de kans om vaardigheden op te bouwen zonder direct te verdrinken.
In het mbo kan dit net zo goed werken, bijvoorbeeld in de zorg- of techniekopleidingen. Laten we een verpleegkunde-opleiding als voorbeeld nemen. Hier kun je studenten eerst verantwoordelijkheid geven over kleine delen van de zorg voor een cliënt, zoals het bijhouden van medicatietoediening of het monitoren van vitale functies. Gaandeweg breiden we dit uit naar volledige casussen waarin ze zelf een zorgplan moeten opstellen. Door kleine stappen in zelfstandigheid te geven, leren ze langzaamaan het grotere plaatje te overzien en nemen ze eigenaarschap over hun eigen leerproces.
Drie acties voor docenten om zelfregie bij studenten te ontwikkelen
Goed, hoe pak je dit als docent aan? Zelfregie ontwikkelen begint bij ons: wij zijn degenen die structuur en begeleiding moeten bieden, zonder dat het een betuttelende controle wordt. Hier zijn drie concrete acties die je kunt ondernemen om zelfregie bij jouw studenten te stimuleren:
- Maak zelfregie meetbaar en concreet
Begin bij het begin. Vraag studenten om hun eigen leerdoelen op te stellen en deze wekelijks te evalueren. Laat ze bijvoorbeeld een weekplanning maken, waarin ze niet alleen hun taken noteren maar ook reflecteren op wat goed ging en wat beter kan. Zo maak je zelfsturing zichtbaar en tastbaar, en leren ze zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun leerproces. - Geef autonomie in beheersbare stappen
Introduceer zelfsturing geleidelijk. Begin met kleine, afgebakende verantwoordelijkheden. In plaats van te zeggen: “Jullie doen het hele project zelf”, geef ze de verantwoordelijkheid over een specifieke taak of rol binnen een project. Laat ze reflecteren op die taak en bespreek de uitdagingen die ze tegenkomen. Pas als ze hierin groeien, vergroot je hun autonomie stapsgewijs. Autonomie is afhankelijk van het competentieniveau van de student. Je geeft ze net ietsje meer vrijheid dan ze in hun competentieniveau beheersen. Breng ze kortom in de zone van naaste ontwikkeling of in hun leerkuil. - Leer ze reflecteren op hun eigen leerproces
Zelfregie en reflectie gaan hand in hand. Laat studenten na elke opdracht of project een korte reflectie schrijven over wat ze hebben geleerd, wat ze anders zouden aanpakken en hoe ze zichzelf kunnen verbeteren. Dit helpt ze om inzicht te krijgen in hun eigen leerproces en vergroot hun zelfbewustzijn en zelfstandigheid. Verbind het stimuleren van zelfregie en reflectie altijd aan een beroepsinhoudelijke opdracht. Zelfregie staat in dienst van het ontwikkelen van beroepsbekwaamheden.
Tot slot: zelfregie is een reis, geen eindbestemming
Zelfregie vraagt tijd, geduld en oefening. Het is geen knop die je zomaar omdraait, en het vereist een gedoseerde aanpak. We moeten studenten begeleiden in deze reis en erkennen dat de weg naar zelfstandigheid vol leermomenten zit. Laten we hen de handvatten geven om stap voor stap deze essentiële vaardigheid te ontwikkelen.
Zelfregie is niet alleen een vaardigheid voor nu, maar een fundament voor hun hele carrière. Als wij hen helpen om deze competentie te ontwikkelen, geven we ze een gereedschapskist die hen ver voorbij de grenzen van de school zal helpen. Dus, laten we ermee aan de slag gaan—want zoals met alles in het onderwijs: als wij het ze niet leren, wie dan wel?
0 reacties