Loopbaancompetenties gebruiken door en voor docenten.
Het stadium van een puddingmengsel, waarop het mengsel niet meer vloeit, maar nog niet stijf is: Lobbig.
Natuurlijk. Ik ben geen pudding, maar af en toe heb ik wel het gevoel dat het niet vloeit. En om te voorkomen dat ik stijf word, kom ik in beweging. Ik ga op zoek naar nieuwe uitdagingen die passen bij mijn drijfveren, mogelijkheden en kwaliteiten. Die uitdaging heb ik per 1 januari gevonden in de vorm van een dienstverband bij OAB Dekkers, nu Metis Onderwijsadvies.
Want wat doe jij als het niet meer vloeit, om te voorkomen dat je stijf wordt? Blijf je zitten en zie je wat er op je pad komt of kom je in beweging? Ga je op onderzoek uit? Stel je vragen? Wat wil ik dan wel? Hoe kan ik dat dan doen en wat levert het mij op? Waar word ik blij van en ben ik goed in? Wat doe ik met mijn loopbaan? Het is belangrijk om je eigen loopbaancompetenties te (her)kennen om je studenten te kunnen begeleiden in LOB. In het onderwijs onderkennen we gelukkig steeds meer het belang van loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB).
Loopbaancompetenties voor meer succes, inzetbaarheid en zelfvertrouwen
Studenten moeten al jong een keuze maken voor een studierichting. Soms weten ze nog niet precies wat ze later willen worden. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het ontwikkelen van loopbaancompetenties positief samenhangt met een grotere kans op loopbaansucces (Kuijpers, Schyns & Scheerens, 2006), inzetbaarheid (Potjer, 2010) en zelfvertrouwen (Huibers, 2010).
De competenties die bijdragen aan een grotere kans op loopbaansucces, zelfvertrouwen en inzetbaarheid zijn beschreven in de 5 loopbaancompetenties:
- Kwaliteitenreflectie: wat kan ik, welke kwaliteiten heb ik?
- Motievenreflectie: wie ben ik, wat wil ik, wat drijft mij?
- Werkexploratie: welk soort werk past bij mij/welke opleidingen?
- Loopbaansturing: planning/hoe bereik ik mijn doelen?
- Netwerken: wie kan me daarbij helpen?
Ook in een docententeam
Nu rijst bij mij de vraag in hoeverre zijn onze eigen loopbaancompetenties ontwikkeld? Wat weet ik van mijn eigen motieven, drijfveren en kwaliteiten? En ken ik ze van mijn collega’s? Waarom is dat belangrijk?
De Inspectie van het Onderwijs (2021) stelt dat docenten in het MBO het lastig vinden om differentiatie toe te passen in het onderwijs en daarbij aan te sluiten bij de individuele leerbehoeften en verschillen van studenten. Voor een succesvolle invoering van differentiatie in het onderwijs, is het cruciaal dat een team zelf de handschoen oppakt en zich committeert aan een gezamenlijk ontwikkelde visie.
Dit vraagt lef, doorzettingsvermogen en vertrouwen in elkaar.
We investeren in het leren kennen van onze studenten, zodat we bij hen kunnen differentiëren in taken en rollen. Wat voor studenten geldt, geldt ook voor docenten. Investeer in het leren kennen van elkaar, waardoor je inzicht krijgt in de drijfveren, motieven en kwaliteiten van elkaar. Zeker in tijden van een werkverdeling kan dit helpen om te differentiëren in taken en rollen, zodat iedere docent kan doen wat bij hem of haar past.
Is het dan noodzakelijk om inzicht te hebben in je eigen loopbaancompetenties om studenten te kunnen begeleiden bij het ontwikkelen van hun loopbaancompetenties? Ja. Practice what you preace is terecht een vaak gebruikte zin binnen het onderwijs.
Wil je meer inzichten en handvatten krijgen in loopbaanontwikkeling van je studenten of van jezelf? Gebruik dan het boek “100% jezelf”. Dit boekt helpt de student én jou antwoorden te vinden op vragen over je beroep, jezelf en je ontwikkeling. Je kunt het boek vinden op onze website.
0 reacties