Hoe bevorder je het zelfregulerend gedrag van studenten?

Datum: 3 maart 2022
Auteur: Metis Onderwijsadvies

Het belang van zelfregulatie is enorm, zeker nu veel opleidingen blended onderwijs blijvend invoeren. Veel opleidingen zijn daarnaast aan het flexibiliseren. Studenten krijgen hierdoor steeds meer keuzevrijheid en verantwoordelijkheid waardoor er meer regie bij de student komt te liggen. Regie krijgen is één, regie nemen is twee. Hoe kunnen we het zelfregulerend gedrag van studenten bevorderen?

Wat is zelfregulatie?

Zelfregulatie is de mate waarin de student duurzaam metacognitief, motivationeel en gedragsmatig actief betrokken is bij zijn eigen leerproces (Zimmerman, 2008). Een zelfregulerende student “monitort, stuurt en reguleert zijn handelen met als doel informatie te verwerven, expertise uit te breiden en zichzelf te verbeteren” (Paris & Paris, 2001).

Bij metacognitie kun je denken aan het zelf opstellen van leerdoelen, een planning maken en de mate waarin de student zichzelf kan bijsturen tijdens het uitvoeren van de planning én het evalueren van zichzelf: heb ik mijn leerdoelen behaald?

Bij de motivationele component gaat het om de intrinsieke motivatie van de student, de interesse voor een leertaak, de mate waarin de student zijn behaalde prestaties kan toeschrijven aan zichzelf en in welke mate een student kan doorzetten als er lastigheden worden ervaren. De gedragsmatige component heeft betrekking op hoe een student zijn leeromgeving kiest en organiseert om het leren efficiënt te maken. Een belangrijk aspect is: hoe pakt de student een leertaak of een probleem aan (Zimmerman, 1990)?

  1. Voorbereidingsfase: taakanalyse en motiverende opvattingen. In deze fase stelt de student doelen op en maakt een planning om deze doelen te behalen. Het geloof in eigen kunnen, de interesse voor de taak, het nut van deze taak en de verwachtingen die een student heeft, spelen een belangrijke rol in deze fase. Hier zijn dus vooral motivationele aspecten van zelfregulatie betrokken.
  2. Uitvoeringsfase: zelfcontrole en zelfobservatie. Met zelfcontrole wordt het gebruiken van een strategie bedoeld waarmee studenten zichzelf kunnen uitdagen en motiveren om de leertaak positief uit te voeren. Zelfobservatie is het kritisch observeren van zichzelf tijdens het uitvoeren van een taak. De metacognitie en gedragsmatige component is hier vooral actief.
  3. Reflectiefase: zelfbeoordeling en reactie daarop (tevredenheid, wel of niet aanpassen). De student reflecteert op de manier waarop hij deze taak heeft uitgevoerd, beoordeelt zichzelf en beslist welke vervolgstappen eventueel ondernomen moeten worden. Dit betreft het metacognitieve aspect van zelfregulatie.

Wat komen we vaak tegen in de praktijk?

Vaak richten we ons op het eindproduct en minder op het proces. Het eindproduct zien we als een resultaat van een proces, waarbij we aan de hand van dat product het proces beoordelen. Dat is eigenlijk heel raar. Terwijl er in dat proces nu juist zoveel te leren én te begeleiden is. Soms gaan we ervan uit dat een student het wel kan: “Erik, je zit nu in het derde leerjaar, het is nu toch echt tijd dat je je aan de planning houdt”. Ik denk dat we vaak vergeten dat het voor een student lastig is zichzelf bij te sturen als de planning anders verloopt. Vaak doen we dat af met “Je moet het beter plannen”. De student weet dat zelf ook wel, maar misschien weet hij niet altijd hóe hij zichzelf kan bijsturen. In de voorbereidingsfase is het motivationele aspect hierbij van belang. Niet elke student is altijd intrinsiek gemotiveerd, toch kun je een student prikkelen als je het nut van deze taak helder kan maken én het geloof in eigen kunnen stimuleert.

In de uitvoeringsfase gaat het vooral om een strategie kiezen om een bepaalde leertaak te volbrengen. Vaak begint een student gewoon en besteden we weinig aandacht aan de aanpak.

In de reflectiefase gaat het om terugblikken. Ben ik tevreden met het eindresultaat? Waarom wel of niet? Hoe kijk ik terug op mijn aanpak? Wanneer zou ik deze aanpak weer gebruiken of wat kan ik in mijn aanpak veranderen om een vergelijkbare taak beter uit te kunnen voeren in de toekomst?

Hoe kun je in je begeleiding de zelfregulatie bevorderen?

Zeker bij flexibilisering van het onderwijs leggen we steeds meer regie bij studenten. Aan ons de taak om studenten hier dan wel goed in te begeleiden. Wat kun je nu doen om de zelfregulatie van studenten te bevorderen?

  1. Besteed (meer) tijd aan de voorbereidingsfase
    Studenten gaan vaak gelijk van start met de taak zonder na te denken over hun aanpak. Besteed tijd en aandacht aan deze voorbereidingsfase.
    Helpende vragen: Welk doel wil je bereiken? Wat wil je leren? Op welke manier denk je dit te kunnen bereiken? Hoe ziet je planning eruit? Wat doe je als je langer de tijd nodig hebt voor een taak? Wat kan jou helpen om deze taak uit te voeren?
    Stimuleer ook het geloof in het eigen kunnen. “Ik heb bij het voorgaande project gezien dat jij je echt hard hebt ingezet voor het project en anderen hebt gevraagd om je te helpen, dat is echt een enorme kracht”.
    Het kan ook dat een student de taak te makkelijk vindt en er daarom niet begint of moeite heeft om het af te maken. Het stimuleren met “Ik weet zeker dat je het kunt”, heeft in dit geval niet het gewenste effect. Het is te makkelijk, deze student voelt zich niet geprikkeld. In deze situatie is de taak complexer maken interessant voor de student, waarbij je wel het vertrouwen blijft geven in de student. Je gaat dus meer eisen van deze student, dit kan net die prikkel zijn die deze student nodig heeft.
  2. Sta stil bij het nut van deze taak
    Een student zal zichzelf altijd afvragen: Wat heb ik hieraan? Waarom is dit handig om te weten of te kunnen? Wanneer kan ik dit gebruiken?
    Helpende vragen: Hoe kijk je tegen deze taak aan? Als je dit weet, hoe zou je deze kennis dan in de praktijk kunnen inzetten?
    Het heeft soms ook met een formulering te maken. Een mooi voorbeeld: “Voor de  volgende les bereid je de theorie over de t-test voor” vervangen door “Vaak wordt gesteld dat meisjes beter zijn in het verwerven van een taal dan jongens, maar klopt dit? Volgende week ga je na hoe je dit op basis van studieresultaten zou kunnen testen.”
  3. Monitor het leerproces
    Je wilt dat studenten leerdoelen opstellen en deze uitvoeren en hierop evalueren en reflecteren. Het is dan van belang dat een student zichzelf kan monitoren om zicht te krijgen op: Waar sta ik nu ten opzichte van mijn leerdoelen? Ga in gesprek met studenten om hun voortgang te bespreken, laat studenten zichtbaar maken waar zij nu staan ten opzichte van hun taak of doel en vraag of ze nog moeten bijstellen. Bouw formatieve momenten in om stil te staan bij het leerproces. Geef feedback en feed-forward (peer-feedback kan ook ingezet worden).
  4. Geef aan hoe studenten hulp kunnen krijgen
    Een student vraagt niet altijd om hulp en ziet ook niet altijd in dat hij hulp nodig heeft. Geef van tevoren aan welke ondersteuning jij en medestudenten kunnen bieden. Sta regelmatig stil bij de voortgang en check wie er hulp nodig heeft. Bouw deze momenten in! Vraag expliciet naar wat een student nodig heeft of prettig vindt en neem geen genoegen met “Weet ik niet”.
  5. Zet expliciet in op het bevorderen van zelfreflectie
    Vaak wordt het afronden van een taak, product of toets gezien als het beëindigen van een leerproces. Dit kan betekenen dat er geen reflectie plaatsvindt. Een slimme manier is om reflectie onderdeel te maken van de taak. Om verder te groeien in de manier waarop studenten hun leerproces reguleren, is ook een reflectie achteraf over de bereikte resultaten (self-assessment) en de manier waarop ze deze bereikt hebben (self-reflection) noodzakelijk. Vaak richten we ons op wat ging er goed en wat ging minder goed? Belangrijk is om te kijken naar mogelijke aanpassingen voor toekomstige leertaken. Zo wordt het eindproduct niet een resultaat van een eindig proces, maar het begin van een nieuw proces.
    Mogelijke reflectievragen: Wanneer zou je deze aanpak weer gebruiken of wat kun je in je aanpak veranderen om een vergelijkbare taak beter uit te kunnen voeren in de toekomst? Welke aanpak heeft je te weinig opgeleverd? Hoe komt dat?

Referenties

Paris, S.G. & Paris, A.H. (June 2001). Classroom Applications of Research on Self-Regulated Learning. Educational Psychologist. 36 (2), 89-101.

Zimmerman, B. J. (2008). Investigating Self-Regulation and Motivation: Historical Background, Methodological Developments, and Future Prospects. American Educational Research Journal, 46, 166-183.

Zimmerman, B. J., & Martinez-Pons, M. (1990). Student Differences in Self-Regulated Learning: Relating Grade, Sex, and giftedness to Self-Efficacy and Strategy Use. Journal of Educational Psychology, 82(1), 51-59.

Zimmerman, B. J., & Moylan, A. R. (2009). Self-regulation: where metacognition and motivation intersect.

 

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
2 Reacties
  1. Top Jet! Precies wat ik nodig heb bij mijn teams.

    Alles goed met je? Ik blijf je blog’s lezen. 🙂

    Groet van Jan-Marc

    Antwoord
  2. Top Jet! Precies wat ik nodig heb bij mijn teams.

    Alles goed met je? Ik blijf je blog’s lezen. 🙂

    Groet van Jan-Marc

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *