4 meest gestelde vragen over klassenmanagement
Docenten hoor je het vaak verzuchten: “Die klas is zó gezellig, maar er wordt niets geleerd!” Of nog erger: “Die klas is een en al leerprobleem.” En daar zit je dan, klaar om je collega’s de geheimen van groepsdynamica uit te leggen. Want ja, in theorie klinkt het allemaal zo logisch. Maar zodra je voor een klas staat, blijkt de praktijk vaak weerbarstiger. Het lijkt wel of sommige klassen gewoon niets leuks vinden en er áltijd wel iemand klaagt. Laten we daarom maar eens duiken in de vier meest gestelde vragen over groepsdynamica. Je zult zien: er is licht aan het eind van de tunnel!
Vraag 1: “Mijn klas is gezellig, maar hoe zorg ik ervoor dat er ook nog wordt geleerd?”
Ah, de “gezellige” klas. Het lijkt wel een feest wanneer je binnenstapt. Iedereen kletst, maakt grapjes, en de sfeer is ontspannen. De docent lacht mee, geeft ruimte en laat van alles toe. Klinkt goed toch? Maar, er is één probleem: niemand is echt bezig met leren. Het lijkt wel een vrijetijdsclub waar de enige les die geleerd wordt, is hoe je een geweldige tijd kunt hebben zonder je boeken open te slaan. En de docent? Die rent zich rot om de boel in goede banen te leiden, maar het blijft bij halfslachtige pogingen.
Wat zegt de theorie hierover? Waarschijnlijk is de groepsvorming aan het begin niet goed begeleid. Er is te veel gefocust op gezelligheid en te weinig op leren. De tip? Integreer het groepsproces met de lesstof. Maak gebruik van werkvormen zoals samenwerkend leren en activerende didactiek. En waarom niet meteen een sociogram maken om inzicht te krijgen in de dynamiek? Zo weet je wie je beter naast wie kunt zetten. En onthoud: gezelligheid is prima, maar het is geen einddoel.
Vraag 2: “Hoe ga ik om met al die ‘leerproblemen’ in mijn klas?”
Sommige docenten lijken een abonnement te hebben op problemen. Ze kunnen over elke leerling wel iets slechts zeggen. “Ze kunnen dit niet, ze doen dat niet, het is altijd hetzelfde liedje.” Na een tijdje ga je zelf bijna geloven dat je te maken hebt met de slechtste klas ooit. Maar wacht eens even, klopt dat wel? Kan het echt zo zijn dat élke student een probleem is?
De theorie vertelt ons dat het allemaal draait om mindset. Als je alleen maar problemen ziet, ga je vanzelf de hele klas als een groot leerprobleem zien. De oplossing? Kijk naar je studenten als uitdagingen die willen leren, ook al lijkt dat niet altijd zo. Investeer in de relatie, leer elkaar beter kennen, en geef het goede voorbeeld. Pas als er een basis van vertrouwen is, kun je studenten echt aanspreken op hun gedrag. En vergeet niet: uitspreken, afspreken, en dan pas aanspreken.
Vraag 3: “Hoe ga ik om met het feit dat mijn klas klaagt over een collega?”
Dit is altijd een lastige. Een klas komt naar je toe met klachten over een andere docent. “Hij kan geen orde houden,” “Ze vertelt niets nieuws,” “Waarom moeten we überhaupt naar haar luisteren?” Natuurlijk, je voelt meteen de neiging om de collega in bescherming te nemen, maar ja, de klachten zijn niet helemaal ongegrond. Wat doe je?
Hier zijn een paar opties: laat de studenten eens vijf positieve en vijf negatieve punten over de docent benoemen. Dat dwingt ze om wat objectiever te zijn. Bespreek de negatieve punten en vraag wat zij zélf hebben gedaan om de situatie te verbeteren. En als het echt ernstig is? Dan kun je overwegen om met de collega een les te co-teachen, zodat je zelf een andere kant van het verhaal ziet.
Vraag 4: “Wat kan ik doen als mijn klas niks leuk vindt?”
Dan heb je nog de klas die gewoon nergens enthousiast van wordt. Jij staat voor de klas, vol energie en met een hoop ideeën, maar de enige reactie die je krijgt is een zucht of een lege blik. “Meneer, moeten we dit echt doen?” Maar wat is “leuk”? En is dat eigenlijk wel het doel?
Het Handboek Positieve Groepsvorming biedt hier een paar praktische oplossingen. Start het schooljaar of semester met de vraag: “Wat vinden jullie belangrijk in een fijne klas?” Deel de uitkomsten en werk ermee. Maak eventueel een sociogram om inzicht te krijgen in de groepsdynamiek. En probeer vooral te focussen op kwaliteiten en complimenten. Een positieve sfeer kan het enthousiasme vanzelf doen groeien, en wie weet, vinden ze het dan ineens wél leuk.
Conclusie: De gouden tip voor klassenmanagement
Uiteindelijk draait het allemaal om één ding: consequent handelen als team. Of je nu werkt met positieve groepsvorming, activerende didactiek, of het behaviorisme van Skinner aanhangt, als je als team één visie uitdraagt, is de kans groot dat je succes boekt. Want zeg nou zelf: onderwijs is niet alleen een kwestie van lesgeven, het is vooral een kwestie van groepsvorming. En dat begint met vertrouwen, relaties opbouwen en elkaar kennen.
Dus ja, je klas is misschien gezellig, een en al leerprobleem, klagend of ongemotiveerd. Maar met een beetje geduld en de juiste aanpak, kun je samen van A naar B(eter) komen.
0 reacties