Tijd voor structuur in het onderwijs
Er moet mij iets van het hart. Wellicht herken je het onderstaande beeld: de zoveelste student die binnenkomt met een cappuccino in de ene hand, telefoon in de andere, een jas die niet uitgaat en een blik vol ontwijkende vermoeidheid. De uitleg kan variëren – “Ik kon niet slapen vannacht”, “Mijn hoofd zit vol” of de onvermijdelijke “Ik ben gewoon niet gemotiveerd”. Het lijkt bijna een standaardscript van een generatie die balans zoekt tussen stress en een systeem dat ze niet altijd begrijpt. Maar laten we eerlijk zijn: waar ligt de grens tussen zorgzaamheid en pamperen? En wat zijn de gevolgen van al die welwillende maatwerktrajecten en eindeloze aanpassingen voor het grotere geheel?
De afgelopen weken zijn voorlopige studieadviezen uitgedeeld en, niet geheel verrassend, blijkt dat een zorgwekkend aantal studenten een negatief advies krijgt. Waarom? De cijfers van de OECD(2016) liegen er niet om: Nederland heeft het meest chaotische onderwijssysteem in de westerse wereld én het hoogste aantal ongemotiveerde studenten. Voeg daar de torenhoge stressniveaus aan toe en je hebt een cocktail die vraagt om een stevig tegenwicht.
Maar wat doen wij in het onderwijs? In plaats van de basis te versterken, blijven we ons systeem aanpassen, ombouwen en reorganiseren om individuele behoeften tegemoet te komen. Gepersonaliseerd leren, talentgericht onderwijs – mooie woorden, maar in de praktijk niet altijd realistisch. Want, laten we eerlijk zijn, hoeveel van ons hebben werkelijk de tijd, ruimte en middelen om dat op een structurele manier te doen?
De chaos van maatwerk voor iedereen
Laten we het beestje bij de naam noemen: ons onderwijssysteem is een groot compromissencircus. We proberen recht te doen aan de vijf studenten die individuele begeleiding nodig hebben, maar vergeten de andere twintig die simpelweg behoefte hebben aan duidelijkheid, structuur en voorspelbaarheid.
Maatwerk klinkt prachtig, maar vaak betekent het dat docenten zichzelf in honderd bochten moeten wringen om roosters kloppend te krijgen, individuele leerplannen te bedenken en nog even een faalangsttraining in de lunchpauze te geven. En dat allemaal terwijl we te maken hebben met een structureel lerarentekort, volle klassen en een bureaucratisch woud waar je met veel doorzettingsvermogen doorheen moet om überhaupt iets geregeld te krijgen. Het gevolg? Niemand wordt er echt beter van.
En het probleem is groter dan alleen werkdruk voor docenten. Studenten zelf worden er ook niet gelukkiger van. Want hoe goed bedoeld die flexibiliteit ook is, veel studenten voelen zich verloren in een systeem dat op papier alles kan, maar in werkelijkheid vaak een ongestructureerd moeras is.
Tijd voor een piramide, geen speeltuin
Hier komt de piramide van Positive Behavior Support (Golly et al., 2011) om de hoek kijken. Het is een simpele, maar effectieve benadering die juist uitgaat van een sterke basis voor iedereen, aangevuld met specifieke zorg voor wie dat nodig heeft.
- De basis: structuur en disciplineHet begint met een pedagogisch-didactisch klimaat dat staat als een huis. Geen vrijblijvendheid, geen “ja maar”-cultuur. Wat betekent dat concreet? Simpele, maar duidelijke afspraken: op tijd komen, telefoon uit, geen jassen of petten in de klas, en je gewoon houden aan de regels. Dit is geen militaire academie, maar wel een omgeving waar leren centraal staat. Studenten die weten wat er van hen verwacht wordt, floreren. Chaos is funest – niet alleen voor ons, maar vooral voor hen.
- De tweede laag: gerichte begeleidingVoor de studenten die toch extra hulp nodig hebben – en die zijn er absoluut – is er de tweede laag. Hier praten we over tijdelijke ondersteuning zoals faalangsttrainingen, hulp bij plannen of omgaan met vermoeidheid. Het sleutelwoord hier is “tijdelijk”. Het doel moet altijd zijn om de student zo snel mogelijk weer terug te brengen naar die sterke basis. Hulp is geen blijvend vangnet; het is een steuntje in de rug.
- De top: gespecialiseerde zorgPas in de top van de piramide komt de zware hulp: schoolmaatschappelijk werk, psychologen, schuldhulpverlening. Maar deze zorg hoort buiten het klaslokaal te gebeuren. Als studenten in de les zitten, is het tijd om te presteren.
Een duidelijke grens
En hier zit de crux: door alle studenten te pamperen, maken we de grens tussen zorg en onderwijs te vaag. Onderwijs is geen verlengstuk van de hulpverlening. In de klas draait het om leren, niet om continu begrip tonen voor wie te laat is, zijn huiswerk niet af heeft of liever even op Instagram wil scrollen.
We moeten stoppen met pamperen en beginnen met structureren. Waarom? Omdat het werkt. Omdat het zorgt voor een leerklimaat waarin studenten tot hun recht komen, niet alleen de vijf die extra hulp nodig hebben, maar ook de twintig die juist duidelijkheid en kaders nodig hebben om te groeien.
Tijd voor actie
Als team van docenten kun je vandaag al drie dingen doen om bij te dragen aan een sterker leerklimaat:
- Zet de basis neer. Introduceer duidelijke regels en wees consequent in de uitvoering. Durf streng te zijn; studenten weten vaak meer dan je denkt te waarderen wat je van hen verwacht.
- Houd zorg buiten het klaslokaal. Zorg voor een goede samenwerking met zorgprofessionals, maar trek een duidelijke grens: in de les is het tijd voor onderwijs.
- Wees een rolmodel. Toon zelf discipline en structuur. Als je verwacht dat studenten op tijd komen en hun werk af hebben, laat dan ook zien dat je voorbereid en consistent bent.
Tot slot
Het is tijd dat we ons onderwijssysteem minder laten lijden door mooie idealen en meer laten leiden door de realiteit. Structuur en discipline zijn geen vijanden van gepersonaliseerd leren – ze zijn de noodzakelijke fundering. Of, om het simpel te zeggen: je kunt pas maatwerk leveren als je huis in orde is.
Dus, collega’s, tijd om die piramide te bouwen! Heb je hierbij hulp nodig? Weet ons te vinden.
Bronnen:
Golly, A., Sprague, J., & Ridder, R. de, Baard, Monique. (2011). Positive behavior support: Goed gedrag kun je leren! : doelmatige strategieën voor in de school. Pica.
OECD (2016), Netherlands 2016: Foundations for the Future, Reviews of National Policies for Education, OECD Publishing, Paris, https://doi.org/10.1787/9789264257658-en.
0 reacties