Aandacht voor basisvaardigheden in het mbo

Datum: 6 juni 2024
Auteur: Marleen Soetens

Wie de afgelopen tijd het onderwijsnieuws een beetje heeft gevolgd, kan er eigenlijk niet omheen; basisvaardigheden als taal, rekenen en burgerschap hebben overal de aandacht.  Zomaar uit de lucht vallen komt dat natuurlijk niet. Het ‘vernietigende’ Pisa 2022 rapport staat immers nog vers in ons geheugen, want ja, bijna alle EU-landen scoren tegenwoordig hoger dan Nederland op het gebied van leesvaardigheid. En ook de rekenvaardigheden van de Nederlandse jongens en meisjes gaan achteruit (Pisa Nederland, 2022). Het ‘Sectorbeeld mbo – De staat van het Onderwijs 2024’ geeft evenmin een rooskleurig beeld. Ook in dit onderzoek is aangetoond dat studenten de beoogde referentieniveaus nog te vaak niet behalen en dat de negatieve gevolgen van een gebrek aan taalvaardigheid, zoals het vastlopen bij het invullen van officiële formulieren, prangend zichtbaar zijn (Inspectie van het Onderwijs, 2024).

Toch zijn we in Nederland al langer doordrongen van de noodzaak tot het verbeteren van de basisvaardigheden in het mbo. Zo is vanaf 2022 het resultaat van het rekenexamen van invloed op de zak-slaagregeling en zijn ook in dat jaar de nieuwe rekeneisen ingegaan. Deze nieuwe eisen focussen zich meer op de belevingswereld van studenten en het beroep waarvoor de student leert. Daarnaast heeft de Inspectie van het Onderwijs in augustus 2023 het onderzoekskader bijgesteld. Concreet betekent dit het toevoegen van een nieuwe standaard OP0: Basisvaardigheden. Natuurlijk waren de basisvaardigheden altijd al onderdeel van het toezicht van de onderwijsinspectie maar met deze aparte standaard wordt er meer focus op gelegd. De onderwijsinspectie kijkt bij deze standaard specifiek naar het curriculum voor Nederlandse taal, rekenen en burgerschap. Daarover schrijft de inspectie van het onderwijs het volgende: ‘Het gaat erom dat er op school bewuste keuzes gemaakt worden in het plannen en uitvoeren van de basisvaardigheden. En vervolgens kijken we of we dit terugzien in de klas. Dit betekent onder andere dat het onderwijspersoneel zich goed kan verantwoorden over de doelen waaraan ze werken. Maar ook dat de opleiding studenten in staat stelt om de benodigde kennis en vaardigheden op de basisvaardigheden eigen te maken (Inspectie van het onderwijs, z.d.).

Aanpak basisvaardigheden in het mbo

In april dit jaar informeerde minister Dijkgraaf de Tweede Kamer over zijn beoogde aanpak om de basisvaardigheden in het mbo te verbeteren. Daarin wordt de bal voor een groot deel bij de mbo-docent gelegd. De docent is de cruciale factor om het onderwijs in de basisvaardigheden te verbeteren. Dijkgraaf zegt daarover het volgende: “Zonder goede docenten, geen goed onderwijs. Het gebrek aan goed opgeleide en bekwame docenten op een school kan ervoor zorgen dat de kwaliteit van het onderwijs onder druk komt te staan”. Tot op heden bepaalde de onderwijsinstelling zelf of een docent bekwaam genoeg is om de lessen burgerschap, Nederlands of rekenen te geven. Specifieke lerarenopleidingen tot docent burgerschap of rekenen zijn er niet. In veel gevallen staat er een docent voor de klas die niet is opgeleid voor deze vakken. Tel daar het nijpende lerarentekort bij bovenop en je krijgt praktijkdocenten die met de beste bedoelingen burgerschaps- en rekenlessen verzorgen. Als het aan Dijkgraaf ligt komt hier snel een eind aan door een aanvullende opleiding voor het lesgeven in de basisvaardigheden bovenop het pedagogisch-didactisch getuigschrift (PDG) of een eerste- of tweedegraadslesbevoegdheid in een ander vak te verplichten (van Hagen, 2024). Naast de verplichte aanvullende opleiding in de basisvaardigheden voor docenten, komt er in het onderwijs ook een andere afsluiting voor het vak burgerschap. In de huidige situatie geven de burgerschapsdocenten een verklaring af waarmee zij aangeven dat de student aan de inspanningsverplichting voor het vak burgerschap heeft voldaan. Hoogstwaarschijnlijk komt er vanaf schooljaar 2026-2027 een instellingsexamen burgerschap waarmee deze dus invloed heeft op de zak-slaagbeslissing en waarmee de vrijblijvendheid verdwijnt.

Kortom, de focus op basisvaardigheden is essentieel voor de verbetering van het mbo-onderwijs. Recente initiatieven en beleidsaanpassingen, zoals de bijgestelde eisen en nieuwe onderzoekskaders, benadrukken het belang van taal, rekenen en burgerschap. Gelukkig zien we bij veel onderwijsinstellingen al dat er prioriteit wordt gegeven aan deze basisvaardigheden. Zij maken bijvoorbeeld de beweging naar taalgericht vakonderwijs waarbij onderwijsteams gezamenlijk werken aan de ontwikkeling van (vak)taalvaardigheden bij studenten, zodat het niet alleen de verantwoordelijkheid is van die ene docent Nederlands. Met de juiste ondersteuning en aanvullende opleidingen voor docenten, zoals voorgesteld door minister Dijkgraaf, wordt een stevige basis gelegd voor toekomstbestendig onderwijs.

Bronnen:

Inspectie van het Onderwijs. (2024). Sectorbeeld – De staat van het mbo. Retrieved May 16, 2024, from https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/publicaties/2024/04/17/sectorbeeld—de-staat-van-het-mbo

Inspectie van het Onderwijs. (n.d.). Standaard Basisvaardigheden nieuw in het onderzoekskader. Retrieved May 16, 2024, from https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/de-versterking-van-ons-toezicht/standaard-basisvaardigheden

PISA Nederland. (2022). Resultaten 2022. Retrieved May 16, 2024, from https://www.pisa-nederland.nl/resultaten2022/

Hagen, K. (2024, April 8). Minister stelt extra eisen aan mbo-docenten Nederlands, rekenen en burgerschap. Algemene Onderwijsbond. Retrieved May 16, 2024, from https://www.aob.nl/actueel/artikelen/minister-stelt-extra-eisen-aan-mbo-docenten-nederlands-rekenen-en-burgerschap/

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *