Dinsdag 6 oktober kwam het bericht dat het resultaat op het rekenexamen voorlopig niet gaat meetellen voor diplomering in het mbo. Dit studiejaar zouden mbo-niveau 4 studenten minimaal een 5 moeten halen op hun rekenexamen om een diploma te krijgen. In 2016-2017 zou dit gaan gelden voor niveau 2 en 3 studenten. Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker hebben afgelopen dinsdag in een brief medegedeeld dat zij deze maatregelen niet verantwoord vinden, en dat ze het geheel gaan uitstellen naar 2020-2021[1]. Tot het studiejaar 2020-2021 moeten mbo-studenten het rekenexamen wél afleggen maar telt het resultaat niet mee voor het behalen van het diploma.
Is dat goed nieuws of slecht nieuws? Hebben alle inspanningen van de afgelopen jaren geleid tot niks? Is het rekenonderwijs in het MBO mislukt? Hoe zorg je er als docent voor dat studenten prestaties gaan leveren?
In deze blog licht ik het besluit van de minister toe en krijg je tips van Elise Dekker, vakdocent Rekenen bij ROC Nijmegen. Elise geeft momenteel rekenonderwijs aan ±100 studenten van Entree Opleidingen. Op 4 november geeft ze een workshop over rekenen in de entree-opleiding op de landelijke conferentie ‘op weg naar goed rekenonderwijs’.
Maar eerst… Waarom uitstel?
De resultaten van het rekenonderwijs in het MBO blijven over de hele linie achter, ondanks alle inspanningen en ontwikkelingen, en ondanks dat er op sommige plekken wel degelijk goede resultaten worden geboekt. Uit cijfers[2] blijkt dat het afgelopen studiejaar alleen in mbo-3 meer dan de helft van de studenten in staat was een voldoende (zes of hoger) te halen voor de rekentoets. Bij zowel mbo-2 als mbo-4 komen de voldoendepercentages rond de 30% uit. Dat betekent dat meer dan de helft van de studenten zou zakken vanwege hun rekenexamen. Bovendien laten de cijfers ook zien dat er te weinig een stijgende lijn in de resultaten zit. Bij niveau 2 en 3 is er zelfs helemaal geen sprake van een stijging te zien. De minister vindt terecht dat studenten niet de dupe mogen worden van rekenonderwijs dat niet op orde is. En heeft daarom besloten dat het niet verantwoord is om met ingang van dit studiejaar het resultaat op de rekentoets te laten meetellen voor het behalen van het diploma in het mbo.
Waarom blijven die rekenprestaties achter?
De minister schetst in haar brief een aantal oorzaken van de achterblijvende prestaties.
- Een belangrijke oorzaak is dat nog teveel studenten de afgelopen jaren met rekenachterstanden het mbo zijn ingestroomd.[3] Immers, de vo-leerlingen die de afgelopen jaren naar het mbo zijn doorgestroomd, hadden bij diplomering in het vo nog niet allemaal het gewenste eindniveau van ten minste 2F. In plaats van het onderhouden van het rekenniveau (de oorspronkelijke opdracht voor het mbo) moest het mbo nu het rekenniveau van studenten in een aantal cohorten zélf zien op te krikken.
- Een tweede oorzaak is dat mbo-instellingen moeite hebben met het vinden van goede rekendocenten[4]. Docenten met een pabo-diploma blijken zeer geschikt voor het rekenonderwijs, echter om ze (als zij-instromer) te kunnen benoemen moeten zij binnen twee jaar een pedagogisch-didactisch getuigschrift (pdg) halen. Dit kost zowel de school als de docent tijd en geld, terwijl deze docenten via hun pabo-opleiding al veel pedagogisch-didactische vaardigheden hebben opgedaan.
- Een andere mogelijke oorzaak voor de achterblijvende prestaties is dat bij enquêtes van het CvTE in het afgelopen studiejaar circa een derde van de leerlingen in het mbo aangeeft geen rekenonderwijs te hebben gehad ter voorbereiding op het rekenexamen.[5] Geen onderwijs leidt tot geen resultaten.
Wat gaat er nu gebeuren?
Naast het besluit tot uitstel gaat de minister de komende jaren inzetten op verbetering van het rekenonderwijs. Doordat het rekenexamen dus voorlopig tot 2020 nog niet meetelt voor het diploma, hebben de scholen en studenten in het mbo nog enkele jaren extra om zich te verbeteren. Er komt een actieplan rekenonderwijs mbo met een ambitieuze landelijke doelstelling: minimaal 95% van de studenten haalt in het studiejaar 2020-2021 (het jaar dat het resultaat gaat meetellen voor het behalen van het diploma) tenminste een 5. De minister vraag inspanning van scholen én studenten. Daarvoor gaat zij diverse maatregelen treffen. Het resultaat op de rekentoets wordt zichtbaar op de resultatenlijst bij het diploma om zo te stimuleren dat iedereen zich maximaal inzet voor een zo goed mogelijk resultaat. Daarnaast krijgen scholen op diverse manieren ondersteuning, zodat ze alles uit de kast kunnen halen om het rekenonderwijs te verbeteren. Tegelijk gaat de minister de voortgang nauwgezet monitoren en scholen aanspreken wanneer deze verbetering niet snel genoeg gaat. En ze gaat ook regelen dat pabo-gediplomeerden eenvoudiger en sneller als rekendocent in het mbo benoemd kunnen worden. Wederzijdse inspanning moet nu écht leiden tot het gewenste resultaat.
Goed nieuws of slecht nieuws? Wat vindt de rekendocent?
Inspanningen, tegenvallende resultaten, aangepaste maatregelen. Op het oog lijkt dat goed nieuws. Elise Dekker, rekendocent op ROC Nijmegen gaf antwoord op een aantal vragen die ik haar heb gesteld.
De resultaten van studenten zijn slecht, door de maatregel krijgen we dus nog een paar jaar respijt.
Is dat eigenlijk goed nieuws? In welk opzicht?
Dat is goed nieuws vanuit het perspectief van studenten die in (te) korte tijd aan misschien wel te moeilijke eisen moeten voldoen. Als rekendocent heb ik te maken met studenten van diverse toeleverende scholen. Het verschil in genoten rekenonderwijs en rekenniveau is enorm. Voor een groot aantal studenten is de inhaalslag die zij moeten maken (nog) niet reëel. Dat ze dus nog niet kunnen zakken op rekenen geeft lucht.
In welk opzicht is het slecht nieuws?
Onderwijsteams, docenten en studenten hebben hun ziel en zaligheid gelegd in het wegwerken van achterstanden en het behalen van een rekenniveau dat aansluit op de eisen van een vervolgopleiding en de arbeidsmarkt. We hebben geïnvesteerd in kwaliteit van docenten, een ondersteuningsteam Rekenen, Rekenexperts, Informatieavonden voor ouders, etc. We zien goede resultaten en we zien waar we nog kunnen verbeteren / versterken. In dat opzicht hebben we geen behoefte aan weer nieuwe maatregelen die frustreren en afleiden.
De minister zegt in haar brief: “Studenten hebben recht op goed rekenonderwijs. Zij hebben rekenvaardigheden immers overal in de samenleving nodig. Wij verwachten dan ook dat scholen en leerlingen er alles aan doen om ook in het mbo de resultaten zo snel mogelijk te verbeteren’‘ [..]. Scholen moeten nu écht aan de slag.”
Hebben jullie zitten slapen de afgelopen jaren? Of zijn de studenten gewoon slecht in rekenen?
Over het rekenniveau van de gemiddelde student en het gevraagde niveau is al veel gezegd en geschreven. In 2010 werden de referentieniveaus in het VO en MBO tegelijkertijd ingevoerd. Naar mijn idee zijn we nu een inhaalslag aan het maken, van geen rekenonderwijs naar volwaardig rekenonderwijs. Ik ben van mening dat je signalen van studenten die aangeven dat ze niet voldoende rekenonderwijs genieten, niet mag bagatelliseren. Echter is de feitelijke juistheid hiervan een zaak tussen de Inspectie van Onderwijs en de betreffende scholen. Het gaat hier immers om de kwaliteit van onderwijs.
De regering wil dat studenten via het afleggen van een verplichte rekentoets aantonen dat zij voldoende kennis hebben, gerelateerd aan de referentieniveaus. Inmiddels zijn we een invoeringsperiode verder, een kwaliteitsverbetering, we hebben aangepaste toetsen, en een transitieperiode tot 2020. Op een gegeven moment zullen we consequenties moeten gaan inzien. Het cijfer nogmaals gaan verlagen is naar mijn idee het aangeven dat de toets niet op het juiste niveau zit. Maar dat rekenen op de lessentabel staat wil ook niet zeggen dat het rekenonderwijs op orde is.
Een ander citaat: “Naast dat er flinke stappen gezet moeten worden bij de scholen in de verbetering van het rekenonderwijs, verwachten we van alle leerlingen dat ze zich de komende periode maximaal inzetten in voor rekenen en voor het behalen van een goed resultaat op de rekentoets. Het door hen behaalde resultaat op de rekentoets zal worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma.”
Wat ga jij er als rekendocent aan doen om ervoor te zorgen dat jouw studenten binnen nu en 5 jaar die voldoende wél halen? Of eigenlijk: wat maakt een rekenles een TOPles?
Ik blijf actief aan de slag, letterlijk! Wij hebben bij ROC Nijmegen Entree Opleidingen een leerlijn ontwikkeld, (naast het werken met een lesmethode) met veel activerende en motiverende rekenactiviteiten binnen verschillende thema’s.
Als voorbeeld thema “inrichten van je kamer”. Hierbij komen o.a.de volgende onderwerpen aan bod;
- Oppervlakte (laminaat leggen)
- Schaal (teken je kamer op schaal)
- Optellen, vermenigvuldigen (Budget €1250 om je kamer in te richten)
- Procenten (korting op stoelen, bureaus, bezorging etc.)
- Lijnen en figuren (welke vormen herken je)
De thema’s en activiteiten sluiten zoveel mogelijk aan bij de belevingswereld en de toekomstige beroepscontext van de studenten. Alle activiteiten behoren bij rekendoelen die studenten zouden moeten behalen aan het eind van hun opleiding.
Welke 3 tips heb je voor je collega’s (zowel rekendocenten als vakdocenten) om de studenten te motiveren voor het rekenonderwijs zodat ze zich maximaal gaan inzetten en goede resultaten gaan behalen?
- Maak rekenen praktisch toepasbaar. Laat studenten ervaren waar ze het rekenen dagelijks tegenkomen. Dit maakt het voor hen eenvoudiger en werkt motiverend.
- Maak studenten zélf verantwoordelijk door middel van opdrachten / eigen inbreng. Laat studenten (eventueel als opdracht / beoordeling) een starter of examensom aanleveren pf presenteren. Hierdoor worden ze uitgedaagd en gevraagd op het juiste niveau te gaan zitten.
- Differentiëren, maatwerk voor de student. Wellicht een van de lastigste zaken in de dagelijkse praktijk. In mijn optiek doe je dit niet (alleen) door ze een ander boekje te geven of ze digitaal op hun eigen niveau te laten werken. Belangrijk is om de studenten te volgen, rekengesprekken te houden (en te noteren), verlengde instructie te geven waar nodig, etc. etc.
Tot slot. Is het rekenonderwijs in het MBO mislukt in jouw beleving?
Nee, zeker niet! Als ik zie hoe studenten binnenkomen met vaak een aversie tegen het rekenen en dan groeien in zelfvertrouwen en vaardigheden kan ik zeker niet spreken over een mislukking. Veel studenten zien erg op tegen het examen. We krijgen nu extra tijd om ze daar op voor te bereiden voor dat het daadwerkelijk in de zakslaag regeling mee gaat tellen. Dat is een kans voor de student, en een uitdaging voor ons!
Met dank aan Elise Dekker.
Vind jij dat het rekenonderwijs mislukt is? Heb jij tips waardoor studenten wél goed scoren op hun rekenexamen? Deel ze in onderstaand reactieveld.
[1] Lees hier de brief en toelichtende stukken van de minister: http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2015Z18227&did=2015D37243
[2] Rapportage Taal en rekenen 2014-2015 CvTE, september 2015
[3] Zie ook de rapportages van het Steunpunt taal en rekenen mbo over de intensiveringstrajecten: ‘Over rekenen gesproken’ en ‘Over rekenen gesproken, het vervolg’.
[4] Idem 3.
[5] Zie de Rapportage taal en rekenen 2014-2015 van het CvTE (bijlage 2), Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
0 reacties