Objectief beoordelen is onmogelijk – en dat is oké

Datum: 27 maart 2025
Auteur: Marion van Neerven

“Echt objectief beoordelen is dus eigenlijk onmogelijk”, zei een BKE-kandidaat laatst tegen me in een coachingsgesprek. Ze had voor haar online BKE zitten stoeien met het beoordelingsformulier van haar vak, muziekdidactiek voor de tweedejaars Pabo. Ze wilde zo objectief mogelijke criteria, en dat leidde tot veel en vage tekst die nog steeds niet de lading dekte. “Yes”, dacht ik, het kwartje begint te vallen. Want als écht objectief beoordelen niet haalbaar is, hoe zorg je er dan voor dat je studenten eerlijk en betrouwbaar beoordeelt op het geven van een muziekles?

Ze dacht er verder over na. Werkelijk objectief beoordelen zou suggereren dat we prestaties kunnen meten zonder enige vorm van interpretatie. Maar dat werkt niet altijd zo in de praktijk. Neem bijvoorbeeld een student die een betoog schrijft. Als beoordelaar kijk je naar verschillende zaken: hoe sterk is het argument? Hoe goed is de taal? Worden bronnen correct gebruikt? Áls de beoordelingscriteria al duidelijk zijn, blijft er altijd enige ruimte voor interpretatie. Iedere beoordelaar heeft een eigen referentiekader, ervaring, en (onbewuste) verwachtingen. Laat staan of je je dag wel of niet hebt. Twee beoordelaars die naar dezelfde prestatie kijken en dezelfde criteria hanteren, kunnen dus (nét iets) anders oordelen. En daarmee kán een beoordeling dus niet objectief zijn.

“Is dat altijd zo?”, vroeg ik haar, “zijn er bijvoorbeeld situaties in de opleiding waarin je een student wél objectief kunt beoordelen?” Ze dacht aan het spelen van een lied op een gitaar, waarbij het gaat om de techniek. De beoordeling is hier grotendeels objectief: is de juiste techniek toegepast? Zijn de akkoorden en noten juist? Is de melodie van het lied conform bladmuziek? Klopt de tekst? Dit zijn heldere ja/nee-vragen waarbij weinig ruimte is voor interpretatie, en een duidelijk onderscheid tussen goed en niet goed. Maar zodra er sprake is van complexere vaardigheden, zoals kritisch denken of communicatieve vaardigheden, komt er automatisch een stukje subjectiviteit bij kijken.

“Redeneer eens verder”, nodigde ik haar uit, “is een beoordeling van complexere prestaties dan dus altijd onbetrouwbaar? En hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat je met dit soort beoordelingen dan zoveel mogelijk op één lijn zit?” Ze kwam met: goede rubrics opstellen, overleggen met je mede-beoordelaar, en peer-reviewen. “Yes”, dacht ik weer, “het kwartje is nu echt gevallen”.

Beoordelen is namelijk geen exacte wetenschap, maar een proces waarin je zo veel mogelijk informatie verzamelt om een goed onderbouwd oordeel te vormen over de prestatie van de student. Duidelijkheid over criteria, kalibratiesessies en samenwerking met collega’s helpen om tot een eerlijke en transparante beoordeling te komen.

Dus ja, volledig objectief beoordelen bestaat niet. En dat is helemaal okay. Want we kunnen wél betrouwbaar en eerlijk beoordelen. Zodat we een rechtvaardige beslissing kunnen nemen over de prestatie van een student. En dat is uiteindelijk waar het om draait.

Dit soort gesprekken hebben we tijdens de BKE-online van Metis. Interesse in een online BKE? Kijk op onze website of schrijf me.

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *