Een frisse start van het schooljaar: motiveren met het CAR-model

Datum: 1 juli 2025
Auteur: Rachèl Davies

Na de zomervakantie, als de koffers zijn opgeborgen en de agenda’s zich weer vullen, breekt dat moment aan: het nieuwe schooljaar staat voor de deur.

De eerste weken vond ik als docent altijd spannend. Je weet niet precies wie je voor je krijgt. Hoe is de groepsdynamiek? Welke studenten zitten er straks in je lokaal, gemotiveerd, zoekend, onzeker, mondig? Het blijft elke keer weer een ontdekkingstocht.

Die beginfase van het schooljaar is ontzettend bepalend. Je legt dan het fundament waarop je de rest van het jaar bouwt. Niet alleen qua inhoud, maar vooral op sociaal en pedagogisch vlak. Wat voor sfeer ontstaat er? Hoe veilig voelen studenten zich? En hoe gemotiveerd raken ze om aan de slag te gaan?

Juist aan het begin van het schooljaar kan het CAR-model helpen om bewust aandacht te geven aan de motivatie van studenten.
Het CAR-model van Luc Stevens, gebaseerd op de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan, helpt mij om te kijken naar wat studenten nodig hebben om in beweging te komen.

Deze theorie stelt dat mensen gemotiveerd raken wanneer drie psychologische basisbehoeften worden vervuld: Competentie (ik kan het), Autonomie (ik heb invloed) en Relatie (ik hoor erbij). Het CAR-model is geen vast stappenplan, maar een praktische bril waarmee je doelgerichter kijkt naar de sociale en pedagogische kant van het lesgeven. En juist in de eerste weken van het schooljaar kun je daarin al een groot verschil maken.

In dit artikel neem ik je mee in hoe je het CAR-model bewust kunt inzetten bij de start van het schooljaar — met praktische tips, herkenbare situaties en toepasbare handvatten.

CAR-model Luc Stevens

C – Competentie: “Je kunt dit”

Wat betekent het aan het begin van het schooljaar?
Voor veel studenten voelt de start onzeker. Ze weten nog niet precies wat er van hen verwacht wordt. Zijn ze goed genoeg? Kunnen ze het aan? Een gevoel van succes in de eerste weken is cruciaal voor hun zelfvertrouwen en motivatie.

Wat kun je doen in de eerste weken?
• Begin met overzicht. Geef helderheid: wat staat er de komende weken op het programma? Maak het klein, overzichtelijk en behapbaar.
• Geef studenten een vroege succeservaring. Plan in de eerste week een korte, duidelijke opdracht waarbij ze kunnen slagen. Denk aan een praktische taak, iets creatiefs of een groepsopdracht waarbij samenwerking belangrijker is dan ‘het juiste antwoord’.
• Bespreek verwachtingen expliciet. Veel studenten hebben geen helder beeld van wat ‘goed werk’ is. Laat voorbeelden zien, leg uit wat belangrijk is, en geef de boodschap mee: fouten maken mag — daar leer je van.

A – Autonomie: “Je hebt invloed”

Wat betekent ‘invloed’ aan het begin van het schooljaar?
Autonomie betekent niet: doe maar wat je wilt. Het betekent: jij mag meedenken, jouw stem doet ertoe. In een schoolcontext draait het om eigenaarschap. Als je dat vanaf dag één stimuleert, groeit het zelfvertrouwen én het verantwoordelijkheidsgevoel.

Wat kun je doen in de eerste weken?
• Stel samen de groepsregels op. Vraag de klas: hoe willen we met elkaar omgaan dit jaar? Wat vinden we belangrijk? Maak afspraken waar zij aan hebben meegedacht.
• Bied keuze in kleine dingen. Laat studenten kiezen tussen twee kennismakingsvormen. Of laat ze zelf een vraag bedenken om aan een klasgenoot te stellen. Zo ervaren ze invloed binnen een veilige structuur.
• Laat studenten persoonlijke doelen formuleren. Vraag bijvoorbeeld in week 1: “Wat wil jij over vier weken bereikt hebben?” Zo wordt leren iets van henzelf — niet alleen iets wat jij ‘oplegt’.

R – Relatie: “Je hoort erbij”

Wat betekent het aan het begin van het schooljaar?
Zonder relatie, geen motivatie. Dat geldt voor vrijwel alle studenten. In de eerste weken wil je vooral één ding uitstralen: je bent welkom, je doet ertoe, je hoort erbij.

Wat kun je doen in de eerste weken?

  • Plan kennismaking in de tijd. Beperk het niet tot de eerste dag. Laat studenten op verschillende manieren kennismaken — met jou én met elkaar — verspreid over de eerste weken.
  • Leer zo snel mogelijk namen. En gebruik ze bewust. Het lijkt iets kleins, maar het effect is groot: het geeft studenten het gevoel gezien te worden.
  • Laat iets van jezelf zien. Deel een stukje van je eigen leerervaringen, je zomervakantie of waarom jij ooit voor dit vak hebt gekozen. Juist dat persoonlijke maakt jou toegankelijk.
  • Geef ruimte aan hun verhaal. Vraag bijvoorbeeld: “Wat was voor jou het hoogtepunt van de zomer?” of “Wat hoop je dit jaar niet meer mee te maken?” Zo ontstaat ruimte voor herkenning, begrip en verbinding.

Tot slot: bouwen vanaf dag één

De start van het schooljaar is geen ‘wachtfase tot het echte werk begint’. Bij de start begint direct het echte werk. Het fundament dat je nu legt, werpt het hele jaar zijn vruchten af.

Door bewust te kijken vanuit het CAR-model, stel je jezelf telkens de vraag:

  • Voelen mijn studenten zich bekwaam?
  • Hebben ze invloed?
  • Voelen ze zich gezien en verbonden?

Als het antwoord daarop ‘ja’ is, dan is de kans groot dat je niet alleen een goed begin maakt, maar ook een stevig fundament legt voor duurzame motivatie, leerplezier én groepsvorming.

Verder praten?

Wil je met jouw team aan de slag met een goede start, groepsvorming of pedagogisch handelen in het onderwijs? Wij begeleiden teamsessies en trainingen waarin we het CAR-model vertalen naar jullie dagelijkse praktijk. Neem gerust contact op!

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *