Het Nederlands elftal van 1988, de gouden volleyballers van Atlanta, de waterpolosters, de hockeysters en de met goud beladen schaatsploegen van Gerard Kemkers en Jac Orie. Allemaal uitermate succesvolle sportteams, gericht op het bereiken van dat ene doel; goud op de olympische spelen.
De vraag is natuurlijk: Waarom zijn deze teams succesvoller dan hun concurrenten? Zijn zij gemiddeld genomen beter getraind, talentvoller, rijker, slimmer of gelukkiger dan al die andere sportteams? Ik ben geneigd om te zeggen dat dit allemaal niet de dominante factoren zijn. Ik denk dat het succes van al die teams gezocht moet worden in de groepsdynamiek, de structuur van samenwerking en de manier van leidinggeven door de coach of trainer. Het teamproces maakt volgens mij van een groep zeer talentvolle individuele sporters een winnend team. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook zo is in het onderwijs. Het teamproces maakt van een groep talentvolle docenten een zeer goed functionerend onderwijsteam, dat succesvol onderwijs neerzet voor de studenten. Onderwijs is succesvol wanneer studenten met voldoening, trots en plezier naar (terug-) kijken op hun opleiding. Wat maakt het teamproces succesvol?
De Haan en Beerends (2012) beschrijven vier succesfactoren voor effectieve teams.
1. Meetlat
Het team heeft scherpe doelen geformuleerd over wat ze wil bereiken. Deze doelen zijn geformuleerd voor de inhoud (wat) en het proces (hoe). Formuleren van doelen valt volgens de auteurs onder de harde structuur in de organisatie. De harde structuur bevat alles wat vastgelegd is in plannen, afspraken, roosters en systemen. Wanneer hier onduidelijkheid over iskun je als opleidingsmanager/ coordinator werken aan helderheid in de harde structuur.
2. Eigenaarschap
Een team is succesvol als alle teamleden zich eigenaar voelen van de doelen, de resultaten en het proces in het team. Allen zijn bereid daarop aangesproken te worden en elkaar daarop aan te spreken. Eigenaarschap gaat niet alleen over verantwoordelijkheid, maar ook over het intrinsieke commitment (geloof in waar men mee bezig is).
Dit ontbreekt nog weleens. Oorzaken daarvoor liggen in de interactie tussen de harde structuur (welke afspraken en beleid hebben we?), hoe communiceren wij met elkaar en het bewustzijn over gemeenschappelijke behoeften, opvattingen en waarden. De oorzaak van onvoldoende geloof in de doelstellingen ligt in een van deze drie systemen (structuur- communicatie – opvattingen) zelf of in de interactie tussen de systemen (Meijer en Mulder, 2015). Als team of leidinggevende kun je werken aan eigenaarschap van het team zelf door invloed uit te oefen op één van de systemen of op de drie systemen als geheel.
3. Hier-en-nu
Het team is aandachtig voor de interactie die hier-en-nu plaatsvindt. Deze interactie geeft veel informatie over patronen en het effect ervan. Dat vraagt in contact staan met zichzelf en elkaar. Uitingen van werken in het hier en nu zijn zichtbaar in de zichtbare communicatie van de teamleden. In zijn de zichtbare patronen van de interacties in een team te herkennen. Door de patronen in overleg, samenwerking of projecten zichtbaar en bespreekbaar te maken kun je als team scherper zijn op dat wat helpt om je doelstellingen te bereiken.
4. IJsberg
Een succesvol team kijkt niet alleen naar gedrag (boven de waterlijn), maar heeft ook een beeld en interesse van de onderliggende opvattingen, emoties en motieven van elkaar. De drijfveren van teamleden en het team als geheel zijn in beeld. De cultuur is gezien en beschouwd als een belangrijk onderdeel om gedrag te veranderen en succes te bereiken. Het team is zich bewust dat een verandering van gedrag (boven water) pas duurzaam plaatsvindt als ook de opvattingen, emoties en drijfveren die hieraan gekoppeld zijn, helder zijn, en misschien wel gaan bewegen. Veel wat zich onder de ijsberg bevindt, is onbewust. Als coach, trainer maar ook als teamleider kun je werken aan het vergroten van het bewustzijn over deze onbewuste processen in een team. In teams die goed presteren en die zeggen in een flow te zitten is er juist veel afstemming op de diepere processen. Van ieder succesvol team is een analyse te maken vanuit de vier succesfactoren en de onderliggende systemen. De volleyballers hadden een sterk gemeenschappelijk doel en kende elkaar door en door omdat ze zichzelf een paar jaar in een sporthal hadden opgesloten, het Nederlands elftal van 1988 had een zelfde opvatting en drijfveer om de “bobo’s” zoveel mogelijk buiten spel te zetten. De vraag voor jou is: hoe succesvol is jouw onderwijsteam? Leg jouw team eens langs de lat van deze vier succesfactoren, en de onderliggende drie systemen. Deel je observatie en belangrijkste inzichten hieronder en win het boek “De Hei op” (t.w.v. € 23,50)
Bronnen:
Haan, E. de & Beerends, E. (2012). Organisatieontwikkeling met Theory U. Hoe komen we de bocht door? Werkvormen en cases. Amsterdam: Uitgeverij Boom Nelissen.
Meijer, R. & Mulder, L. (2015). De hei op! Een groepsdynamische aanpak voor teamontwikkeling. Amsterdam: Boom uitgevers.
0 reacties