Pesters-slachtoffer: 1-0
Over een paar dagen is het carnaval; een feest waarin ik me graag onderdompel. Vijf dagen samen met mijn beste vrienden, maten, kroegkennissen en mijn lieve vriendin lachen, drinken, zingen en alles even door de grootste roze bril zien die je maar kunt vinden!
Maar vooral samen…samen met mensen die ik vertrouw, die m’n leven mooi maken, mensen op wie ik kan bouwen, mensen die me helpen als ik het moeilijk heb, mensen die positief aan mijn leven meedragen, mensen die me laten leven…
Samen…
Tharukshan Selvam, bijna 16 jaar, was wellicht geen carnavalsvierder. Hoewel, als je in Heerlen woont zit je er natuurlijk wel midden in. Maar we zullen het nooit weten, en ook Tharuksan niet: Een paar weken geleden pleegde hij zelfmoord… een reactie op pesten door klasgenoten. Afpersing, uitsluiting, racisme, dreiging zowel in de klas als via de digitale media, ach je kent dat wel toch; jongeren onder elkaar… een beetje plagen, zo zijn jongeren nou eenmaal…toch? Toch???
Mocht je dit wat cynisch vinden klinken dan is dat inderdaad goed opgemerkt. Zo gaan namelijk dit soort berichten voorbij; als één van de vele, als ‘er zal wel meer aan de hand zijn geweest’, als ‘misschien had hij naar een training zelfvertrouwen moeten gaan’, als ‘op onze school gebeurt zoiets niet’…
Mijn cynisme gaat naar boosheid als ik vervolgens dit bericht in de krant lees: “De school van de jongen laat weten dat er alles aan is gedaan om het pesten te stoppen” (Volkskrant 12-01-17). Alles aan gedaan? Ik dacht het niet: er zijn docenten die hun les gewoon lieten doorlopen terwijl ze wisten, voelden op z’n minst, dat er iets speelde in hun klas. Alles aan gedaan? Ik dacht het niet: ik heb nog nooit een bericht in de krant gelezen dat een school zijn volledige lesprogramma gestopt heeft om samen met collega’s, studenten, ouders en weet ik wie nog meer geen stap meer verder te zetten, om tot op de diepste bodem uit te zoeken wat er aan de hand is en, misschien mijn stokpaardje maar dat zij dan maar zo, een pedagogisch basisklimaat te organiseren waarin iedereen, maar dan ook iedereen zich veilig, fijn, zichzelf en samen kan voelen…
Ik ga me in deze blog niet richten op welke oplossingen er zijn: die zijn er voldoende en bovendien zijn ze simpel. Het probleem zit niet in de oplossingen, het zit hem in het feit dat we pedagogische veiligheid gewoonweg niet met z’n allen (overheid, besturen van scholen, ouders, teams, studenten) als prioriteit nummer 1 hebben staan.
Ik geef je het verhaal van een studente die haar verhaal aan mij gedaan heeft; over haar ervaringen met het gepest worden en over wat dat met haar gedaan heeft. Over de onzekerheid, de twijfel, het minderwaardig voelen en het ongeluk. Een waargebeurd verhaal dat ik met je wil delen en misschien wil jij deze weer delen met anderen: je klas, je collega’s, vrienden, familie…je eigen kinderen. Misschien, heel misschien draagt het bij aan de urgentie van het probleem en heel misschien redden we er een leven mee.
(Tekst in het verhaal is letterlijk overgenomen, naam is gefingeerd)
Mijn naam is Janneke en ik ben 20 jaar
Op dit moment probeer ik de opleiding verpleegkunde te halen. En dat proberen heeft helemaal niets te maken met mijn punten…
Op de lagere school ben ik gepest. Vanaf groep 4 tot en met groep 8 stond ik er in de klas alleen voor. Ik was in die tijd een beetje mollig en ik droeg een brilletje. Ik was ook wel verlegen en durfde niet zo snel iets terug te zeggen. De kinderen in mijn klas maakten opmerkingen, trokken aan mijn haar en stuurde vervelende briefjes rond over mij. Ze verzonnen liedjes die zogenaamd leuk waren maar die altijd betrekking hadden op mij. Veel erger vond ik het dat ik nooit met andere kinderen mee mocht doen. De schooltijd voelde daardoor erg eenzaam. Ik speelde alleen, at mijn boterhammen in mijn eentje op en natuurlijk werd ik bij gym altijd als laatste gekozen. Als ik tijdens het speelkwartier naar een groepje kinderen toeliep draaiden ze zich allemaal om, liepen weg of jaagden me weg. Schriftjes verdwenen, spullen werden stukgemaakt en m’n jas werd elke dag wel vuil gemaakt. De eerste jaren alleen met modder maar in de laatste groepen werd er ook op gespuugd. In groep 7 en 8 zeiden kinderen tegen me dat ik beter dood kon gaan zodat niemand last van me had.
Het allerergste vond ik eigenlijk dat de school er niets aan deed. Sommige leerkrachten deden zelfs mee, door bijvoorbeeld mee te lachen als de kinderen uit mijn klas weer eens een liedje over me gemaakt hadden. Ze zeiden letterlijk dat het aan mij lag omdat ik zo stil was. Eén leraar heeft ooit tegen mij en mijn ouders op een ouderavond gezegd: “misschien moet u haar andere kleren aantrekken dan valt ze niet zo op…”. Eén lerares heeft ooit gezegd dat ik me er niks van aan moest trekken en daar is het dan ook bij gebleven. Ik voelde me niet alleen eenzaam maar ook erg in de steek gelaten.
Op de middelbare school werd ik gelukkig niet meer gepest maar ik was er niet gelukkiger om. Ik twijfelde aan mezelf, ik twijfelde aan de bedoelingen van anderen. Leerlingen die aardig tegen me waren wantrouwde ik want ik dacht “dat menen ze toch niet, ze doen alleen maar aardig om me straks weer keihard te laten vallen”. Ik trok me terug op m’n kamertje en huilde vrijwel elke avond. Ik voelde me niks, niks waard, ik voelde me tot last van iedereen en het erge was; ik snapte dat ook: ik was toch ook niks? Op mijn 15e heb ik een zelfmoordpoging gedaan. Ik dacht dat iedereen om me heen beter af zou zijn zonder mij, en dat niemand me zou missen. Gelukkig vonden m’n ouders me op tijd, de huisarts stuurde me naar maatschappelijk werk waar ik zo’n 10 gesprekken heb gehad waarna zij vonden dat het wel goed was met me.
Maar het is nog steeds niet goed. Ik ben bang voor andere mensen. Ik wil graag voor andere zorgen maar ik kan niet eens voor mezelf zorgen. Ik voel me nog steeds minder dan anderen. Een compliment geloof ik niet maar kritiek blijft dagenlang in m’n hoofd rondspoken.
Ik zit nu in het tweede jaar van de opleiding verpleegkunde en ook hier sta ik er alleen voor. Het is alsof het weer van voor af aan is begonnen. Misschien is het niet echt pesten maar ik word wel door al mijn klasgenoten buitengesloten. Op feestjes word ik niet gevraagd en als er gewerkt moet worden in groepjes loop ik altijd er achter aan. Ik ben ook niet zo gezellig denk ik, ik ben vooral stil. Als ik antwoord geef in de klas, of als ik iets vraag wordt er vaak gelachen, soms zachtjes maar ook gewoon hardop. Sommige docenten zeggen er soms iets van maar de meeste gaan gewoon door met de les en doen alsof ze niets gemerkt hebben. In een mentorgesprek heb ik te horen gekregen dat ik wat beter voor mezelf moest opkomen en dat ik deel mocht gaan nemen aan een cursus faalangst. Tijdens deze cursus voelde ik me soms als een metselaar. Ik bouwde een stevige muur dacht ik maar als ik dan weer een dag later op school kwam trapte andere studenten die muur zo weer om. Alsof de cement gewoon nog niet hard geworden was.
Op m’n stage dreigt het nu ook verkeerd te gaan omdat ik steeds minder durf te vragen als ik iets niet snap. Ik ben bang dat ze me dom zullen vinden dus vraag ik maar liever niets. Het is ook pas uitgegaan met mijn vriend. Hij is echt een hele lieve jongen die heel veel geduld met mee heeft gehad. Maar ik kon gewoon niet geloven dat hij echt van me hield. Ik snapte niet wat hij in me zag en was bang dat hij zo naar een andere meid toe zou gaan. En ik snapte dat ook wel. Vorige maand heb ik maar tegen hem gezegd dat ik niet verder met hem wil gaan. Ik weet niet of hij dat snapt.
Ik voel me langzaam weer helemaal wegzinken. ’s Avonds in bed begin ik bang te worden voor mezelf. Bang dat ik het allemaal niet meer in de hand heb, bang dat ik mezelf iets aan doe.
Ik wil alleen maar gelukkig zijn. Dat mag toch wel?
Janneke
Dit verhaal is van een paar jaar geleden. Mocht je je afvragen hoe het met Janneke gaat; het gaat beter met haar. Ze werkt in een ziekenhuis, heeft haar lieve vriend terug en geeft haar leven een 6-min. “Waarom een 6-min”, vroeg ik? “Omdat ik altijd die twijfel in me heb over wat mensen van me vinden, en omdat ik nooit meer zonder een vooroordeel gewoon spontaan op iemand af kan stappen…”
Voor Tharukshan is het allemaal te laat. Hij laat een familie achter vol met verdriet en een school en gemeente ‘die er echt alles aan gedaan hebben’. En ja, dat maakt me cynisch en boos. Maar vooral erg verdrietig…
Maar misschien schudt het de wereld wakker…misschien beseffen we dat we er voor elkaar moeten zijn, dat niemand het alleen kan, dat we allemaal ‘samen’ nodig hebben. En misschien, heel misschien was Tharukshan de laatste…en is dat zijn nalatenschap…
Rust zacht Tharukshan…
Diep geraakt door jouw blog Emile….
Helaas gebeuren dit soort zaken elke dag weer opnieuw en opnieuw. Daar helpt geen Pestprotocol aan, geen schoolregels of wat dan ook. Wij zijn het zelf, die hier samen met elkaar iets aan kunnen en moéten doen. Oog hebben voor de ander, échte interesse en aandacht. En vooral niet aan de zijkant blijven staan toekijken. Of nog erger: meedoen met de meute. Dus een oproep aan iedereen: doé wat voordat opnieuw een leven wat nog moet beginnen beëindigd wordt. Het begint bij jezelf.
Ludo Hodzelmans
Dag Ludo,
mooi gesproken en inderdaad precies de kern: echte en oprechte aandacht voor elkaar, geen mensen uitsluiten, het niet normaal vinden als er wordt gepest en er daadwerkelijk op dat moment wat aan doen…het begint inderdaad allemaal bij jezelf…en samen komen we verder…
Emile