Datum: 20 februari 2018
Auteur: Metis Onderwijsadvies

Intervisie is een hele bruikbare methode om met en van elkaar te leren. Het is een krachtig instrument om met collega’s of vakgenoten te leren van vragen en problemen uit de dagelijkse werkpraktijk.  Het doel van intervisie is dat zowel de inbrenger als de intervisie-groepsleden deskundiger worden met betrekking tot het hanteren van het ingebrachte probleem in engere zin en het werk in ruimere zin. Nu ik tegenwoordig wat vaker intervisiebijeenkomsten begeleid ervaar ik de kracht van intervisie weer aan den lijve. Ik maak regelmatig mee dat na een intervisiebijeenkomst wordt gezegd: “Dit moeten we veel meer doen en hier kan ik echt mee verder!’ Vandaar deze week een blog over intervisie en wel de oplossingsgerichte variant.

Het eerste boek dat ik heb gebruikt voor intervisiebijeenkomsten was: Een pot met goud (Groot en Nobel, 2001). De pot met goud is hier een metafoor voor alle deskundigheid, kennis en ervaringen die in de intervisiegroep aanwezig is. En dat door intervisie al dat goud zichtbaar en bruikbaar wordt. Ik vind het nog steeds een mooie metafoor om een intervisiebijeenkomst mee te starten. Daarnaast heb ik van mijn oud-collega Ineke Beumer de oplossingsgerichte variant aangereikt gekregen die ik hier beschrijf.

Waar bij de traditionele variant de focus ligt op het ingebrachte probleem en het analyseren daarvan, ligt de focus bij de oplossingsgerichte aanpak op het doel dat iemand wil bereiken. Er worden casussen ingebracht met daaraan gekoppeld een gewenste situatie, bijvoorbeeld: ‘Ik stoor me aan het gedrag van studenten in mijn klas als het gaat om hoe ze met elkaar omgaan. Ik zou dit graag klassikaal willen bespreken, maar ik durf het niet goed. Hoe kan ik het storende gedrag bespreekbaar maken in en met mijn klas?’

Hoe gaat oplossingsgerichte intervisie in zijn werk?

De algemene spelregels en succesfactoren voor intervisie gelden ook voor de oplossingsgerichte variant. Belangrijk is wel dat de intervisieleider handelt vanuit een oplossingsgerichte mindset.

Voorbereiding

Stap 1

De intervisieleider vraagt aan de groep wie een casus in wil brengen met daaraan gekoppeld een intervisievraag die gericht is op het realiseren van een gewenste situatie. Bijvoorbeeld: Hoe kan ik ….?.

Stap 2

De intervisieleider inventariseert de intervisievragen en laat de groep kiezen met welke vraag ze aan de slag gaan.

Doelformulering

Stap 3

De inbrenger van de intervisievraag vertelt meer over de context van de casus en zijn intervisievraag.

Stap 4

De overige teamleden stellen de inbrenger vervolgens om de beurt vragen die helpen om de gewenste situatie levendig en helder voor ogen te zien, het bijbehorende gevoel te ervaren en deze gewenste situatie om te zetten naar een motiverend doel. Voorbeeldvragen zijn:

  • Hoe zie jij de gewenste situatie precies voor je? Wat zie je jezelf doen? Wat zie je de ander doen? Omschrijf eens hoe je je op dat moment zult voelen.
  • Wat wil je bereiken? Wat wil je precies bereiken?
  • Hoe zullen andere mensen zien dat jij je doel hebt bereikt? Wat zien ze? Wat horen ze jou zeggen?
  • Stel dat je je doel hebt bereikt, wat levert dat op voor jou? Of: Welk verschil maakt dat voor jou? En wat nog meer?

Resultaat van deze stap is dat de inbrenger een concreet, inspirerend doel voor ogen heeft en dit kan verwoorden. Belangrijk is om te checken of het doel binnen de invloedsfeer ligt van de inbrenger.

Op weg naar het doel

Stap 5

De intervisieleider tekent een schaal van 0 tot 10 en vertelt dat de 10 staat voor de situatie waarin het doel (voldoende) is bereikt en 0 het slechtste moment is dat je kent. De vraag aan de inbrenger is: ‘Welk cijfer geef je aan de huidige situatie?’ of ‘Waar sta je nu?’

Stap 6

Over het algemeen geeft de inbrenger een score die hoger is dan de 0. De intervisieleider vraagt dan vervolgens ‘Wat maakt dat je al op een … staat?’ De inbrenger krijgt de ruimte om te vertellen wat goed werkt en welke kwaliteiten hij heeft laten zien om het doel al deels te bereiken. Een handige vervolgvraag is: ‘En wat nog meer?’ Let erop dat de inbrenger vertelt waarom hij een hoger cijfer heeft genoemd dan een 0. Waarom de score nog niet op een 10 staat, is nu niet relevant. De overige teamleden luisteren aandachtig en noteren alle succesvolle gedragingen en kwaliteiten die de inbrenger al bezit op weg naar de gewenste situatie.

Stap 7

De teamleden vertellen om de beurt aan de inbrenger wat hen opvalt: Wat doet de inbrenger al wat goed werkt, welke kwaliteiten worden benut en wat heeft hij al bereikt? De inbrenger luistert zonder commentaar en noteert de complimenten.

Een stapje verder

Daarna bedenken alle groepsleden een tip voor de inbrenger. Deze tips worden kort geformuleerd en begint bijvoorbeeld met: ‘Ik geef je de suggestie om…’. Alle tips worden genoteerd voor of door de inbrenger, liefst op een flap.

De inbrenger krijgt even tijd om de tips rustig langs te lopen en mag erop reageren.

Afronding

Stap 8

De intervisieleider vraagt alle teamleden of de bijeenkomst nuttig voor hen was en zo ja, wat dan bruikbaar was. Daarna bedankt de intervisieleider iedereen voor hun inbreng.

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *