Positieve groepsvorming: werkvormen groepsdynamica op een rij

door 5 feb 2019

Dag lezer! Mijn blogreeks groepsdynamica komt aan zijn eind. De reeks is erop gericht geweest het onderwerp groepsdynamica onder de aandacht te brengen. Lees deel 1, deel 2 en deel 3 gerust eens terug. Het is een veelbesproken… onderwerp waar docenten dagelijks mee te maken hebben. Er zijn meerdere bronnen die geraadpleegd kunnen worden als je je wilt verdiepen in groepsdynamica. Ik heb het boek ‘positieve groepsvorming’ gebruikt, maar een van de meest gebruikte en bekende in onderwijsland is die van Remmerswaal (Handboek Groepsdynamica, 2015).

Werkvormen groepsdynamica in de oriëntatiefase 

Ik sluit de reeks af met werkvormen die je kunnen helpen om het groepsproces positief te beïnvloeden. Ik kies ervoor om met name werkvormen uit de oriëntatiefase weer te geven omdat dit de fase is waar je met de minste inspanning veel effect op de groep kunt hebben.

In elke fase waarin ene groep verkeert, kun je als docent werkvormen inzetten waarbij je de groep een stap verder kunt helpen.

Ik hoop dat je er iets aan hebt. Voel je vrij om in reacties eigen voorbeelden te delen!

Oriëntatiefase: de fase waarin het belangrijk is dat iedereen elkaar in de groep leert kennen.

Zoals wel eens wordt gezegd ‘zonder relatie, geen prestatie’. In deze fase worden de relaties tussen student en docent en studenten onderling gevormd. Het streven van elke docent is om deze verhoudingen vanaf het begin op een positieve manier op te bouwen. Hieronder drie activiteiten die je als docent aan het begin van een schooljaar kunnen inspireren om goed van start te gaan.

1. Groepsregels bepaal je samen

Regels zijn er niet voor niets, denk maar aan het verkeer. Als er geen regels zouden bestaan, dan zou er een grote chaos op de weg ontstaan. Dit geldt niet alleen voor het verkeer. Ook in de klas zorgt het ontbreken van duidelijkheid voor onrust bij studenten. En omdat een schadeformulier bij ongelukken in groepen nog ontbreekt, is het raadzaam om ongelukken te voorkomen.

BLANK

Groepsregels bepaal je samen

Om dat te voorkomen is het belangrijk om een schooljaar te beginnen met het opstellen van groepsregels.

Deze regels heten niet voor niets groepsregels, ze gelden namelijk voor de hele groep. Daarom is het verstandig om studenten een rol te geven bij het opstellen van deze afspraken. Je creëert op deze manier een gezamenlijk doel met veel inbreng en dus draagvlak onder de studenten.

Tips bij deze activiteit:

  • Stimuleer studenten om slechts een beperkt aantal klassenregels (maximaal 5) positief te omschrijven: Wat willen jullie wel?
  • Als jij zelf bepaalde groepsregels terug wilt laten op groepsregels terug wil komen, schrijf deze dan van tevoren op en laat studenten hierover in discussie gaan en ze eventueel aanpassen.
  • Maak de gezamenlijke afspraken zichtbaar door er bijvoorbeeld een poster van te laten maken.

2. Elke les een Ice breaker of Energizer

Energizers of Ice breakers hebben vaak niets met de leerstof te maken, maar ze kunnen wel een positieve invloed hebben op de groepsvorming. Ze hebben als doel energie op te wekken waardoor studenten loskomen en zich op hun gemak gaan voelen.

Voorbeelden werkvormen groepsdynamica

Hieronder een aantal voorbeelden die je als docent kunt inzetten om elkaar beter te leren kennen:

BLANK

In de rij

Tijdsduur: 5 minuten
Doel: Alle studenten vormen een rij op basis van genoemde criteria.
Werkwijze: De docent geeft de studenten de taak om binnen 2 minuten op basis van lengte een rij te vormen.
Evaluatie: Het belang van communicatie in een groep bespreken.
Variaties:

  • Laat de studenten een rij vormen op basis van andere criteria: leeftijd, schoenmaat, geboortedag, beginletter van de naam.
  • Maak het maken van een rij moeilijker door extra restricties te geven: zonder praten, geblinddoekt, geblinddoekt en zonder praten.

Twee waarheden, een sprookje

Deze Ice breaker kun je klassikaal uitvoeren of studenten in tweetallen laten doen.
Tip: Begin als docent met het vertellen van twee waarheden, een sprookje. Hierdoor is het ijs vaak gebroken en weten studenten wat de opdracht is.

Tijdsduur: 5 minuten
Doel: Docent en studenten leren elkaar beter kennen op een grappige manier.
Werkwijze:

  • De persoon die aan de beurt is, vertelt 3 dingen over zichzelf. Eén hiervan is niet waar, het is een ‘sprookje’.
  • Laat de andere leerling(en) raden wat het sprookje is.

Evaluatie: Kort bespreken wat je nu van elkaar te weten bent gekomen. 

Voorstellen met foto’s

Tegenwoordig heeft (bijna) elke student wel een smartphone. Bij de volgende werkvorm kun je hier als docent gebruik van maken.

Doel: Elkaar beter leren kennen.

Werkwijze:

  • Maak als docent tweetallen.
  • Geef de tweetallen 5 minuten de tijd om samen elkaars laatste 10 foto’s te bekijken.
  • Laat studenten elkaar voorstellen in 1 minuut aan de hand van de foto’s die ze met elkaar besproken hebben.

Evaluatie: Kort bespreken wat je nu van elkaar te weten bent gekomen. 

Nooit heb ik …

Doel: Studenten leren elkaar beter kennen op een actieve en een beetje competitieve manier.

Werkwijze:

  • De klas gaat in een cirkel zitten
  • Elke student houdt 5 vingers omhoog.
  • De docent gaat de cirkel langs en vraagt aan elke student om iets te vertellen wat hij of zij nog nooit heeft gedaan (een activiteit mag maar 1 keer genoemd worden).
    De student begint telkens met: ‘Nooit heb ik …’
    (bijvoorbeeld: ‘Nooit heb ik zwart haar gehad’).
  • Nadat een student een zin heeft gezegd moeten de studenten in de cirkel die de activiteit wel hebben gedaan 1 vinger omlaag doen en blijven er dus nog 4 vingers over.
  • Als student wil je zo lang mogelijk in het spel blijven en dat kan als je nog vingers omhoog hebt staan. Stimuleer studenten dus om activiteiten te noemen die klasgenoten wel hebben gedaan.

Evaluatie: Kort bespreken wat je nu van elkaar geleerd hebt.

Met de hele groep tellen

Tijdsduur: 5 minuten
Doel: Studenten concentreren zich op slechts één activiteit

Werkwijze:

  • Vorm met de hele groep een niet al te grote cirkel.
  • Zorg ervoor dat elke student naar een punt in het midden kijkt.
  • De hele groep samen, telt tot 30.
    Let op: Telkens mag maar 1 persoon een cijfer zeggen én iemand mag niet twee keer achter elkaar aan het woord zijn.
  • Als twee studenten tegelijk spreken, begin je weer bij 1.
  • Variatie: geef een teken en dan gaat de telling achteruit, of verandert de cirkel van richting (van linksom naar rechtsom). De kring moet dan nog beter focussen!

Evaluatie: Hoe goed zijn we in staat om ons op één ding te focussen?

Samenwerking twister

Tijdsduur: 10 minuten
Doel: Studenten moeten met elkaar samenwerken om de opdracht te volbrengen.
Werkwijze: Studenten moeten samen 1 opdracht volbrengen. Bijvoorbeeld: Jullie moeten er samen voor zorgen dat in totaal slechts 5 voeten, 3 handen en 1 kin de grond aanraken.

Begin bij deze Energizer eenvoudig en maak de opdrachten steeds moeilijker, zodat studenten meer moeten samenwerken

Evaluatie: Hoe goed zijn jullie in staat om samen te werken?

 

3. Coöperatief leren

Om een groepsgevoel te creëren is het belangrijk dat studenten ervaren dat ze samen meer leren dan alleen. Het gaat er hierbij om dat studenten ervaren dat ze elkaar nodig hebben om een doel te bereiken. Dit gebeurt wanneer ze coöperatief leren. Bij coöperatief leren is het wel belangrijk dat er aan de vijf basisprincipes wordt voldaan (Kerpel, 2014):

  • Positieve wederzijdse afhankelijkheid: Een opdracht kan alleen slagen als elk individueel groepslid een bijdrage heeft geleverd.
  • Individuele verantwoordelijkheid: Elke leerling wordt beoordeeld voor zijn eigen individuele bijdrage aan een samenwerkingsopdracht.
  • Directe interactie: Er is fysieke interactie tussen de studenten, ideeën, kennis en meningen worden op deze momenten gedeeld.
  • Samenwerkingsvaardigheden: Er wordt los van de opdracht ook nog elke les aandacht besteed aan de vaardigheden die nodig zijn om succesvol te kunnen samenwerken.
  • Evaluatie van het groepsproces: Evaluatie van de samenwerking vindt eerst plaats in de groepen en daarna klassikaal.

Voorbeelden werkvormen groepsdynamica

Ten slotte is het belangrijk dat de docent de groepen maakt bij cooperatief leren. Bij de eerste keer is het vooral belangrijk dat de samenwerking zonder problemen verloopt en daarom werkt het beter om groepen te vormen bestaande uit studenten die elkaar kennen. Bij vervolgopdrachten maak je als docent juist heterogene groepen met daarin studenten die elkaar niet goed kennen. Hierdoor dient deze vorm van leren tevens ook als kennismakingsacitiviteit.

Hieronder staan twee coöperatieve werkvormen die je als docent kunt inzetten om het groepsvormingsproces positief te beïnvloeden.

BLANK

Denken – delen- uitwisselen

Tijdsduur: 5 minuten
Doel: Studenten leren naar elkaar te luisteren en informatie met elkaar uit te wisselen.

Werkwijze:

  1. De docent stelt een vraag aan de studenten
  2. De studenten krijgen vervolgens 1 à 2 minuten de tijd om individueel na te denken.
  3. Hierna krijgen de studenten 1 à 2 minuten de tijd om hun antwoord in tweetallen met elkaar te delen.
  4. Elk tweetal deelt zijn antwoord klassikaal.

Placemat

Tijdsduur: 15 minuten
Doel: Studenten leren naar elkaar te luisteren, te overleggen en overeenstemming te bereiken binnen de beschikbare tijd.

Werkwijze:

  • De docent maakt groepen van vier studenten.
  • Elke groep krijgt een A3 vel papier met in het midden een rechthoek, en vanuit elke hoek van de rechthoek een diagonale lijn, zodat er naast de rechthoek in het midden nog 4 vakken ontstaan.
  • Er zitten 4 studenten bij elke ‘placemat’. Elke student heeft een eigen vak op de placemat.
  • De studenten krijgen eerst 5 minuten de kans om de opdracht van de docent te beantwoorden en in te vullen in hun eigen vak op de placemat. .
  • Na deze 5 minuten gaan studenten 5 minuten overleggen om tot een gezamenlijk antwoord te komen. Dat wordt in het middelste vak gezet.
  • De groepjes delen hun gezamenlijke antwoord met de rest van de klas, en vervolgens vergelijken ze de antwoorden met elkaar. 

3 Reacties

  1. Matt

    Erg leuke activiteiten die vernieuwend en passend zijn bij de huidige studenten. Ga er zeker drie van gebruiken als in maart de nieuwe groep start.

    Antwoord
  2. Annemieke van Ravesteijn

    “Energizers of Ice breakers hebben vaak niets met de leerstof te maken, “.
    Het mooie van energizers vind ik juist dat je ze altijd een creatieve draai kunt geven, zodat ze een link hebben met de leerstof. Op die manier zorg je dat ze behalve verbinding met elkaar, ook direct positief en met plezier bezig zijn met de inhoud van die les.

    Antwoord
  3. Marie-Antoinette Minis

    Top ideeën weer ga ik er nu drie van gebruiken. Het is zo waar dat er eerst aan contact en vertrouwen moet worden gewerkt. Dan kan de student leren in een veilige omgeving. Afspraken maken met elkaar over verwachtingen m.b.t. de samenwerking is ook heel belangrijk. Daar starten we altijd mee, maar komen er ook op terug als iemand zich er niet aan houdt.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Emina NAKIČEVIĆ

Emina NAKIČEVIĆ

auteur


Florerend beroepsonderwijs

Florerend beroepsonderwijs

Laat duizend bloemen bloeien voor florerend onderwijs

In dit boekje staan kleine, diverse praktijkverhalen van studenten en docenten die het grotere onderwijsverhaal kunnen voeden, vormen én veranderen. Genuanceerde verhalen over wat goed en minder goed lukt in het samen ontwikkelen en leren als bijdrage aan florerend beroepsonderwijs. Wij zijn van mening dat het belang van het contact en de samenwerking tussen docent en studenten weer eens goed in het licht gezet mag worden.

Lees meer

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

Vul je emailadres en je naam in

om de casestudy te bekijken

You have Successfully Subscribed!

× Stel je vraag via WhatsApp