Boeiend! Boeiend! Boeiend! Interessant!

Datum: 8 oktober 2019
Auteur: Metis Onderwijsadvies

Confetti is alleen dán confetti
als hij (of zij)
meerkleurig is…

Het strooien van éénkleurig confetti
sorteert vrijwel geen effect… 

Het is de mengeling die het ‘m doet…

C’est la vie.

(Toon Hermans, 1973)

De meerkleurige confetti herkennen we in het onderwijs wel: onze groepen zijn divers, gemêleerd en vol verschillen en dat maakt het onderwijs leuk. Het zorgt voor beweging en energie maar ook regelmatig voor de verzuchting dat groepen of individuele studenten ‘lastig’ zijn. Iedereen snapt wat daarmee bedoeld wordt maar onbewust sturen we daar mee aan op stigmatisering van een groep of individu. Als adviseurs zitten we met zeer grote regelmaat binnen teams. Vaak weten we na een korte tijd al welke groepen en studenten als lastig ervaren worden en zien we wat de gevolgen daarvan zijn voor de mentale instelling van team en docenten: een lastige groep of student zal daardoor altijd als lastig gezien blijven worden.

Een nieuw schooljaar zit vol met nieuwe uitdagingen en voor dit schooljaar wil ik je ‘uitdagen’ om er nog één specifieke actie bij te ondernemen: het afschaffen van het woordje lastig bij het typeren van groepen of individuele studenten! ‘Lastig’ is een negatieve benaming die er niet voor gaat zorgen dat je als docent positieve energie in een groep of student gaat stoppen. Andersom geldt overigens hetzelfde; als een groep of student eenmaal zelf in de gaten hebben dat ze als ‘lastig’ gezien worden gaan ze zich daar ook zo naar gedragen! Een heftig voorbeeld hiervan is het verhaal van een jonge docente die ik ooit coachte. Ze had een vak overgenomen halverwege het schooljaar en had zich voorgenomen een prettige sfeer te creëren in elke les die ze gaf. Ze kwam in tranen bij mij omdat er een klas was geweest die letterlijk tegen haar gezegd had: “juffrouw, u hoeft voor ons geen moeite te doen want wij zijn toch een moeilijke klas…”. Zo’n opmerking komt nooit van een klas zelf; het is de wijze waarop ze door docenten gezien en benaderd worden die er voor zorgt dat zij deze beoordeling over zichzelf afroepen.

Welk woord kunnen we dan wel gebruiken, vraag je je misschien af? Ik wil voorstellen om het woordje ‘boeiend’ te gaan gebruiken i.p.v. lastig! Ineens hebben we het dan over boeiende groepen met boeiende studenten die boeiend gedrag vertonen! En dan gebruik je het woordje lastig alleen nog maar voor jezelf, als in “ik vind het lastig…”.

Boeiend wil niet zeggen makkelijk…maar het geeft aan dat je er positieve energie in wilt stoppen om het beter te leren kennen, om er meer van te snappen, om er met uitdaging naar te kijken! En dat verschil in mentale instelling (van negatief veroordelend naar positief uitdagend) gaat iedereen binnen je school merken!

Om je te helpen bij deze uitdaging heb ik een aantal tips voor je die je kunt gebruiken bij je groepen (daarbij ga ik er natuurlijk vanuit, jullie kennen me onderhand wel, dat eigenlijk elke groep en elke student zéér boeiend is…).

Groepstips:

  1. Zorg dat je van elke student iets bijzonders (positiefs) weet. Dat kan zijn een hobby, een bijzondere kwaliteit, liefde voor muziek. Door de koppeling met persoonlijke zaken leer je de namen veel sneller kennen, het ‘dwingt’ je om bewust op zoek te gaan naar positieve dingen en je geeft je studenten oprecht het gevoel dat je in ze geïnteresseerd bent!
  2. Maak gedrag bespreekbaar in je klas. Laat aan je klas weten dat je snapt dat er veel soorten gedrag zijn en dat je snapt waar dat gedrag vandaan kan komen. Laat de studenten in je klas benoemen wanneer zij positief gedrag vertonen en wat de trigger is voor negatief gedrag. Ook hier geldt weer: je leert je klas beter kennen en de klas leert en ziet dat het jou altijd om gedrag gaat en niet om de persoon.
  3. Een verdieping op tip 2. Als je klas het vertrouwen heeft in jou en in het feit dat je altijd naar gedrag kijkt en niet naar persoon, zou je ‘boeiende studenten’ kunnen overhalen om iets over zichzelf te vertellen aan de klas. “Waarom doe ik wat ik doe?”, is daarbij dan het thema. Geen veroordeling naar wat iemand zegt maar proberen om met elkaar te begrijpen hoe persoonlijke omstandigheden en ervaringen leiden tot bepaald gedrag in een groep (ik weet het; dit is groepsdynamica voor gevorderden maar als je dit wil proberen mag je altijd contact met me opnemen over hoe je dit kunt aanpakken!).
  4. Een goede oefening voor jezelf en de klas is ‘positieve of negatieve trigger’: Je maakt twee vakken (of kanten) in je klas. Het ene vak staat voor prettig gevoel en gedrag en het andere voor onprettig gevoel en gedrag. Jij als docent gaat vervolgens een aantal situaties en uitspraken schetsen waarop de student op basis van een eerste reactie in één van de twee vakken gaat staan. Bv ‘als ik mijn stem verhef om het rustig in de klas te krijgen’, ‘als ik zelf als docent niet lekker in mijn vel zit’, ‘als we een stuk pittige theorie moeten doen’, etc. Vervolgens vraag je aan een aantal studenten waarom ze in een vak zijn gaan staan en of ze hun gedrag kunnen uitleggen. Door deze oefening maak je meer en meer gedrag bespreekbaar. Een leuke extra oefening: laat de studenten een aantal vragen en situaties aan jóú voorleggen waarop jij in één van de vakken gaat staan!
  5. Misschien wat confronterend maar toch: 50% van gedragsproblemen van studenten verandert als het docentgedrag verandert. Durf je je eigen gedrag en houding onder de loep te nemen? Vragen als ‘waarom vertoont deze student dit gedrag wel bij mij en niet bij een collega?’ of ‘deze student kwam best relaxed binnen maar nu is hij helemaal gestrestst, hoe kan dat?’, kunnen dan kritische vragen zijn naar jezelf. Dit betekent overigens helemaal niet dat de ‘fout’ altijd bij jou ligt maar besef dat het voor ons als volwassenen makkelijker is om ons gedrag aan te passen dan voor een jongere. Het doel is altijd; hoe help ik die student hierbij?

Om een groep, ondanks of juist dankzij (!) hun gedrag, als boeiend te ervaren zijn er steeds vier vragen die bij jou en je team voorop moeten staan:

  • Groepsvorming: hoe ontstaat een groep, welke fasen doorloopt een groep en welke rollen zijn er in een groep?
  • Pedagogisch handelen: op welke wijze kun je je pedagogisch handelen versterken, waardoor gaan studenten wel aan de slag en meewerken, wat is je rol en invloed als docent daarop?
  • Klassenmanagement: op welke wijze kun je voldoen aan de behoefte aan autonomie van de studenten, zonder de regie uit handen te geven? Hoe kun je ervoor zorgen dat alles vlot verloopt zonder dat je alles zelf moet doen?
  • Interactie: hoe word je je bewust van je eigen interactie met studenten en het effect daarvan op de groep?

Durf jij de uitdaging aan te gaan en het woordje lastig voor eens en voor altijd uit je vocabulaire op school te schrappen? Laat me maar weten hoe je dat gaat doen, wat wel en niet werkt en welke goede ideeën jij hebt die je graag wilt delen!

In onze trainingen maar ook op ons HIT-event van aanstaande 21 november besteden we veel aandacht aan de vier vragen hierboven. We willen gaan voor boeiend in plaats van lastig omdat we nu eenmaal ook echt vinden dat elke student recht heeft op koninklijk onderwijs. Als je daar ondersteuning en begeleiding op zou willen hebben neem dan eens contact met me op emile@oabdekkers.nl.

Ps. Ik zie dat we het op ons eigen HIT-event hebben over ‘omgaan met lastige groepen’…dat moet natuurlijk zijn ‘omgaan met boeiende groepen’!

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
3 Reacties
  1. Is het misschien ‘lastig’ om die titel alsnog te veranderen😉

    Antwoord
    • Boeiende blog, dank! Doet me zeker anders kijken naar studenten en lesgroepen.

      Antwoord
      • Dag Gerard, ben benieuwd naar wat dat oplevert! Wat zou je overigens aan de titel willen veranderen? Lijkt me boeiend om te weten…:-)

        Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *