Motivatie & betrokkenheid bij online leren (deel 3 van 3)

Datum: 19 januari 2021
Auteur: Peter Loonen

Online leren vonden studenten in het begin natuurlijk hartstikke leuk. Het was nieuw voor ze. Maar op een gegeven moment gaat de nieuwigheid er een beetje vanaf. En oude routines worden gewoon vervangen door nieuwe. Hoe krijg je het dan voor elkaar dat studenten toch betrokken blijven?

In dit laatste deel over motivatie en betrokkenheid het SCARF-model (Rock, 2008).

SCARF-model

Het SCARF-model van David Rock (2008) stelt dat 5 specifieke factoren iemands motivatie en gedrag beïnvloeden: status, zekerheid, autonomie, relatie en rechtvaardigheid. Deze factoren zijn dus ook bepalend of een student van het online leren ‘afgaat’ (pijl naar links) of juist geneigd is om er naar tóe te bewegen en aldus (veel) studie-inspanning levert (pijl naar rechts).  Hieronder een korte beschouwing van elke factor in relatie tot online leren.

pastedGraphic.png

1. Status

De verschillende culturen op straat, thuis en op school brengen ook verschillen (sociale) statussen en gedragingen met zich mee.  Iedereen vervult op een bepaalde manier een bepaalde plek in een groep, de zogenaamde (sociale) status. De status van een groep, of een individu in een groep, brengt positieve of negatieve gedragingen met zich mee.

Op dit moment vervalt een groot deel van de verworven sociale status op school. Bijeenkomsten zijn online en we werken/studeren thuis.

We merken in de praktijk dat de ‘online status’ van een heel ander soort is dan de ‘offline’ sociale (groeps)status. Goed voorbereid zijn voor een les kan online bijvoorbeeld door medestudenten niet opgemerkt worden, terwijl het in de klas aanleiding voor hoon of spot kan zijn wanneer je laat zien dat je je opdrachten allemaal gemaakt hebt.

Wat nu precies statusverhogend of -verlagend online-gedrag is bij studenten, wordt nog onderzocht. Hier heeft de sociale wetenschap nog geen goed beeld van. Dit is dan ook een nieuwe uitdaging voor het SCARF-model. Het is goed om je bewust te zijn van deze effecten op de ervaren status van studenten, en welke gevolgen dat kan hebben voor gedrag en dynamiek.

2. Zekerheid

Waar moet ik inloggen?’ ‘Doet mijn camera het wel?’ ‘Waar vind ik de opdrachten?’ Deze en andere vragen zorgen mogelijk voor onzekerheid bij studenten. Hoe kun je daar nu op anticiperen?

Afspraken maken & duidelijke beschikbaarheid

Probeer zoveel mogelijk onzekerheden weg te nemen. Maak heel duidelijke afspraken met je studenten. Bijvoorbeeld:

Mogen ze je whatsappen of bellen als ze ergens niet uitkomen? Veel scholen hebben als beleid dit niet te doen. Toch is ons dringende advies om dit wel te doen. Zo geef je studenten de zekerheid dat je bereikbaar bent als ze je hulp écht nodig hebben.

Bang dat je wordt platgebeld of geappt? Zorg er dan voor dat je op vaste tijden bereikbaar en beschikbaar bent, markeer duidelijke vraag- en sparmomenten in het rooster en zorg dat je dan ook werkelijk beschikbaar bent. En wees daarbovenop nét iets actiever door zelf ook even ongevraagd contact te zoeken met je studenten; vraag hoe het staat en gaat met de opdracht.

HUMOR

Gebruik humor! Zo hoorden we van een docent die knettergek werd van vragen over haar geluid en beeld (‘doet uw computer het wel goed? Het beeld haperde een seconde’). Terwijl de techniek toch echt prima in orde was. Ze zei: ‘Als jullie je onzekerheden over mijn computer aan de kant zetten en alleen nog goede vragen stellen over de opdracht, dan verkleed ik me in de tweede leshelft als een banaan’. Zo gebruikte ze een (hilarische) externe prikkel om studenten flink te motiveren met de opdracht aan de slag te gaan. En ongeacht of er nu wel of geen vragen kwamen: ze zat er uiteindelijk gewoon, verkleed als banaan.

SPARREN

Bespreek met je team hoe jullie eventuele onzekerheden van studenten weg kunnen nemen. Maar dit kan natuurlijk ook zeker met je studenten zelf: welke oplossingen stellen zij voor?

3. Autonomie

Door het online leren neemt de autonomie van studenten enorm toe. Veel meer dan hiervoor ligt de regie van het leren opeens volledig bij de student. Docenten geven ons dan ook vaak aan dat ze niet meer weten wat studenten eigenlijk doen. De controle die we zo gewend zijn omdat we er gewoonlijk ‘bovenop zitten’, valt nu voor een deel weg.

Hoe kun je hier weer meer controle op krijgen?

Het antwoord: niet! Kijk juist eens hoeveel het opleverde de afgelopen maanden. Dus sinds de regie vooral bij de studenten zelf ligt. Wat zie je gebeuren? Zou je de conclusie aandurven dat studenten deze verantwoordelijkheid in principe best wel aankunnen? Stel jezelf eerst deze vragen en wees voorzichtig met het weer willen inperken van hun autonomie.

Verhoog daarentegen liever de zelfeffectiviteit van studenten. Laat ze niet zwemmen en verzanden in onduidelijkheid, maar laat ze juist keihard werken. Door bijvoorbeeld opdrachten te geven die de urgentie aanwakkeren om jou inhoudelijke vragen te stellen. En zorg ervoor dat je beschikbaar bent om de student te begeleiden indien nodig.

4. Relatie

De relatie die je hebt met de student is bij online leren heel cruciaal. In welke mate heb je echt contact met ze? Bijvoorbeeld: hoe maak je contact als een student deze week nog niet heeft ingelogd? Je komt je studenten nu immers niet meer in de hal of kantine tegen. Zoek dan uit wat de reden daarvoor is: Is de opdracht misschien te moeilijk? Heeft hij geen toegang tot een computer? Kan hij nergens rustig werken? Schaamt hij zich voor zijn thuissituatie?

Blijf dus in goed contact met je studenten. Tips hiervoor:

  • Bel of whatsapp met ze.
  • Houd bepaalde rituelen in stand. Bijvoorbeeld dat iedereen even mag vertellen hoe het met ze is.
  • Let op bij het begin van de les: begin niet meteen met de les, maar maak eerst even persoonlijk contact.
  • Geef het goede voorbeeld en laat daarom ook wat van jezelf als persoon zien.

5. Rechtvaardigheid

Het gevoel van rechtvaardigheid (voelt de omgeving eerlijk voor de student?) is in een klassensituatie met sociale interactie heel belangrijk voor studenten. Maar net zoals de online status, is ook het online gevoel van rechtvaardigheid nog een vaag gebied: wanneer voelen studenten zich online rechtvaardig behandeld en wanneer niet?

Voor ons is dit ook een heel interessant vraagstuk. Daarom willen we jou als docent vragen om jouw ervaringen en ideeën over de online status & rechtvaardigheid met ons te delen. Zo kunnen we samen de huidige gaten van het SCARF-model in de online setting hopelijk snel opvullen.

Doe mee met onze gratis live webinars

Vond je dit artikel leerzaam en wil je graag meer tips en tricks over online leren en lesgeven? Abonneer je dan op ons webinar-kanaal.

Zo leer je niet alleen de theorie, maar ervaar je het online leren zelf ook in de praktijk!

Abonneer je nu gratis op ons webinar-kanaal

Bibliografie

Rock, D. (2008). SCARF: a brain-based model for collaborating with and influencing others. Neuroleaderschip Journal, (1).

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
3 Reacties
  1. Peter, wat enorm leuk om scarf te koppelen aan online lessen! Top

    Antwoord
    • Dag Ria,
      Dank voor je reactie!

      Antwoord
  2. Dank je wel voor de direct toepasbare adviezen die elke keer op het juiste moment van mijn eigen proces komen!

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *