Het beroepsonderwijs staat voor een grote uitdaging. Vaak zien en horen we hetzelfde fenomeen: docenten worstelen met de implementatie van formatief handelen. Formatief handelen, het is een prachtig concept dat soms even complex als een horloge lijkt.
Wat is formatief handelen ook alweer?
Formatief handelen is geen hogere wiskunde. Het is een doordachte manier van onderwijzen waarbij je continu checkt of de lesstof overkomt en of de studenten op koers liggen om hun doelen te bereiken. Je stelt heldere leerdoelen, ontwerpt uitdagende leeractiviteiten en verzamelt feedback. Dan analyseer je die feedback en stel je je lessen bij waar nodig. Het is een dynamisch dansje dat je steeds opnieuw uitvoert.
Het draait allemaal om die eindcompetenties – weten wat je studenten zelfstandig moeten kunnen aan het einde van een module. Klinkt logisch, toch? Maar de realiteit is soms net een slecht geregisseerde soap. Let op; we gaan de stereotyperingen niet uit de weg.
Neem nou de docent autotechniek die ervan uitgaat dat zijn studenten na een paar sleutelsessies wel snappen hoe een motor werkt. Dat doen ze op zaterdag toch ook? Of de zorginstructeurs die te laat ontdekken dat hun pupillen beven bij de gedachte alleen al aan het uitvoeren van een injectie tijdens hun stages. Dat is toch waar ze voor komen? En dan hebben we het nog niet over de ICT-leraren die vinden dat hun leerlingen vast wel kunnen programmeren als het er echt op aankomt; dat doen ze thuis op zolder toch ook?
Hoe kan het anders?
Stel je voor dat we dit radicaal anders gaan doen. Dat we de studenten niet als passieve ontvangers zien, maar als actieve deelnemers in hun leerproces. In de autotechniek zou dit kunnen betekenen dat we elk onderdeel van een motor tot in detail behandelen met assessments die helpen de kennislacunes te dichten. Mini-workshops die inspelen op de individuele behoeften, zoals het zelfstandig oplossen van motorproblemen, kunnen hier onderdeel van zijn.
In de zorgopleidingen zou je kunnen denken aan skillslabs waar studenten hun medische handelingen oefenen en direct feedback krijgen. Dat koppelen aan peer-assessments kan het leereffect nog groter maken. Want zeg nou zelf, wie kan er nu beter de vinger op de zere plek leggen dan een medestudent die precies hetzelfde moet leren?
En in de ICT, waar het draait om probleemoplossend denken, kunnen we studenten door middel van projectmatige opdrachten hun code laten testen in ‘sprint reviews’. Feedback van medestudenten en instructeurs maakt dit een leeromgeving waar continue verbetering de norm is. Het mooie hiervan is dat studenten niet alleen leren programmeren, maar ook kritisch en zelfstandig leren denken.
Implementatie en een oproep
We nodigen alle opleidingen uit om deze nieuwe aanpak te omarmen. Definieer die leerdoelen scherp en train je docenten in het toepassen van formatieve beoordelingsstrategieën. Laat docenten bij elkaar in de keuken kijken, niet om te oordelen, maar om van elkaar te leren. En hier komt de kicker: deel je successen. We willen allemaal horen wat werkt en wat niet.
De Call to Action is simpel:
Deel je concrete leeropbrengsten. Laat zien hoe jullie het doen en inspireer elkaar. Of je nu successen boekt in de garage, de operatiekamer of achter de computer, jouw ervaringen zijn goud waard. Laten we het beroepsonderwijs samen naar een hoger niveau tillen. Niet morgen, maar nu. Want als we wachten tot morgen, lopen we alleen maar meer vertraging op. En vertraging, daar houden we niet van. Toch?
0 reacties