3 brillen om naar je klas te kijken
“alleen kan je niks, je moet het samen doen” (Johan Cruijff)
Je les, in de opleiding bedrijfseconomie, staat op het punt van beginnen. De doelstelling van vandaag is om de studenten de verschillende manieren van een waardebepaling van een bedrijf aan te leren. Eén voor één druppelen de studenten binnen en nemen plaats in het lokaal. Een aantal studenten houdt zijn jas aan, de meeste pakken eerst hun telefoon en een paar groepjes zijn gezellig met elkaar in gesprek.
Je probeert de aandacht te trekken door te zeggen dat je graag wilt beginnen.
Langzaam maar zeker wordt het rustiger in het lokaal en net wanneer je wilt starten, komt een groepje laatkomers met een hoop kabaal binnen. Zij maken direct contact met medestudenten en het rumoer begint weer opnieuw.
Wanneer je uiteindelijk begonnen bent, zie je dat er veel studenten op hun telefoon blijven kijken. Je hebt niet het idee dat ze erg actief met de les bezig zijn.
Nadat je de concepten van waardebepaling hebt uitgelegd, geef je een opdracht waar de studenten in groepjes aan moeten werken. De studenten nemen de opdracht echter niet echt serieus. Ze kletsen over van alles maar niet over de opdracht. Na een paar minuten merk je dat de aandacht volledig verdwenen is.
Je zucht een keer diep……hoe krijg je deze groep goed aan het werk?
Herkenbaar?
Je grootste wens is om lekker les te geven, je kennis over te dragen en je studenten verder te helpen. Je houdt je vakliteratuur bij en hebt jezelf geschoold in het toepassen van activerende werkvormen. Maar hoe doe je dat bij deze groep? Hoe krijg je die dynamiek toch naar standje gemotiveerd?
Veel docenten waar ik mee werk, worstelen met deze vragen. Ze zijn uit de beroepspraktijk in het beroepsonderwijs gestroomd en zijn ambitieus om hun kennis over te dragen op studenten. Ze zijn vakinhoudelijk sterk en rekenen erop dat studenten belangstelling hebben voor hun ervaringen.
Wanneer je de studenten individueel vraagt wat ze van de les vinden, zijn ze ook nog enthousiast over de inhoud. In de groep gedragen ze zich echter lang niet altijd constructief. En de docenten weten lang niet altijd hoe ze de groep positief moeten beïnvloeden. Terwijl het meeste onderwijs toch echt in groepen plaatsvindt.
Daarom reik ik jullie een drietal “brillen” aan waarmee je naar groepen kunt kijken. In een aantal blogs pas ik de brillen (perspectieven) toe op bovenstaande situatie.
Hoe kunnen we naar groepen kijken?
René Meijer en Lex Mulder (Meijer & Mulder, 2015) reiken drie invalshoeken aan om naar de groep studenten te kijken:
- Individuele invalshoek waarin het gedrag wordt bepaald door persoonlijkheidskenmerken van de individuele student.
- Interactionele invalshoek waarin het gedrag van de student wordt bepaald door actie-reactie tussen twee of meer studenten.
- Groepsdynamische invalshoek waarin gedrag een uiting is van iets wat er in de groep speelt.
Om te analyseren wat er in de groep studenten speelt kunnen we met deze invalshoeken in ons achterhoofd een drietal vragen stellen:
- Wat is hier aan de hand in de communicatie binnen de groep?
De communicatie is hier een uiting van de oppervlaktestructuur. De oppervlaktestructuur is al de waarneembare interactie tussen de studenten. Het door de klas roepen bij binnenkomst, gezellig kletsen of praten over alles behalve de opdracht zijn uitingen in de oppervlaktestructuur. - Hoe zit deze bijeenkomst/ les formeel in elkaar?
Deze vraag sluit aan bij de analyse van de harde structuur. In de harde structuur kijken we naar alles wat letterlijk en formeel vastligt, tastbaar en controleerbaar is. De begin- en eindtijd en de inrichting van het lokaal zijn hier voorbeelden van. - Wat is hier eigenlijk aan de hand?
Deze vraag heeft betrekking op een analyse van de dieptestructuur in de groep. De dieptestructuur raakt aan alles wat onzichtbaar en onbewust plaats vindt in groepen. Het gaat hier om ongeschreven regels, verborgen patronen en impliciete verwachtingen.
Voordat we nu direct de interactie of groepsdynamische analyse inschieten is het zinvol om eerst naar de harde structuur te kijken. Het is niet voor niets dat Marzano (Marzano, Marzano, & Pickering, 2010) aangeeft dat regels en routines een belangrijke voorwaarde zijn voor goed klassenmanagement.
Mogelijke tips voor de docent in bovenstaande casus vanuit de harde structuur:
- Maak heel heldere afspraken over de aanvang van de les. Laat bijvoorbeeld de eerste studenten een favoriete clip kiezen op YouTube of Spotify en spreek met ze af dat je begint zodra de clip is afgelopen. Dit markeert een duidelijk begin van de les en ze hebben ook nog zelf invloed. Het voordeel is dat jij je stem niet hoeft te verheffen om de les te beginnen. Het volume opendraaien kan dan altijd nog.
- Geef bij het begin van de les een duidelijk tijdschema van de les. Wanneer is er instructie, wanneer een opdracht, wanneer pauze en wanneer is de les afgelopen.
- Maak een afspraak voor het al dan niet gebruiken van de mobiele telefoon. Wanneer je geen telefoons in de les wilt hebben, geef dan een kort moment om de berichten te controleren.
- Zorg dat je zelf regie hebt over de indeling/ opstelling van de klas. De vaste bus-opstelling is meestal niet de meest geschikte voor het doel van je les. Aarzel niet om de opstelling regelmatig te wijzigen.
- Neem ook de regie op de samenstelling van de subgroepen. Jij bepaalt wie met wie gaat samenwerken op basis van voorkennis, leervoorkeuren, willekeurige nummering. Wanneer je de studenten zelf groepen laat maken, ligt afleiding meer op de loer dan in nieuwe groepen. Geef wel duidelijk aan waarom je tot de groepindeling bent gekomen.
- Geef concreet de doelstelling van de les aan door te delen wat de studenten aan het einde van de les kunnen of weten.
- Maak heldere afspraken over de voorbereiding of verwerking die je verwacht.
Alle tips die hierboven staan zijn gericht op het geven van zoveel mogelijk duidelijkheid. Onduidelijkheid in de structuur van de lessen geeft mogelijk aanleiding tot onrust. Dit is natuurlijk niet het hele verhaal. In de komende blogs zal ik verder ingaan op de groepsdynamische en interactie invalshoek.
Tot die tijd ben ik nieuwsgierig naar jullie 3 grootste frustraties in het werken met groepen. Deel ze in het reactieveld hieronder of mail ze naar mij en ik zal proberen in een aantal kennisclips of webinars mijn ideeën over de frustraties met jullie te delen.
Goedemorgen Peter,
Zo klaar als een klontje wat je zegt.
Wat ik mij alleen afvraag is wat er in de afgelopen 44 jaren gebeurd is in de lerarenopleiding(en)? Tijdens mijn studie aan de lerarenopleiding moesten we de lessen voorbereiden aan de hand van een ‘lesformulier’ waarin al dit soort zaken aangegeven moest worden. Invullen zette je zwaar aan het nadenken over hoe de les gegeven ging worden, over de structuur van de les, de didactische componenten die aan bod kwamen, leerdoelen, subdoelen, tijdsplanning, etc., etc. Niet zo fijn om elke keer te doen, maar wat hebben ikzelf en mijn studiegenoten er later in ons werk als docent veel baat bij gehad!
Ik was hogelijk verbaast toen een jaar of vijf geleden iemand kwam met zo eenzelfde lesformulier en dit presenteerde als het ‘ei van Columbus’ om meer structuur in de les aan te brengen en er voor te zorgen dat de lessen beter verliepen! Ik wil niet over ‘vroeger’ zeuren, maar ik zie tegenwoordig de worsteling van, niet alleen, veel jonge docenten. Misschien is het nog niet zo verkeerd om weer eens terug te pakken wat goed was?
Dag Ludo,
Dank voor je reactie.
Het helpt in ieder geval bij het opbouwen van een vaste routine. En laat het hanteren van routines nou net datgene zijn dat Marzano aangeeft als succesfactor bij het een goed pedagogisch klimaat en klassenmanagement.
Beste Peter,
Deze problematiek is heel herkenbaar! Zeker bij BBL lesgroepen waarin combinaties zijn van niveaus en/of leerjaren en/of lesmethodes. Docenten zijn dan handelingsverlegen, laten studenten vooral zelfstandig aan opdrachten werken en toetsen doen. Lijkt verdacht veel op (schriftelijke) afstandsonderwijs van een aantal grote particuliere aanbieders…
Studenten geven als feedback: wij willen klassikale les, meer uitleg, meer structuur, meer aandacht!
Ik ga met een techniekteam aan het werk. Eerst de groepssamenstellingen bekijken, de lesbijeenkomsten observeren. Daarna met het team aan de slag: als basis het activerende directe instructiemodel (her)introduceren en koppelen aan differentiatie tijdens de les; samen bepalen wat dit voor gevolgen heeft voor de lesvoorbereiding, het klassenmanagement en rollen/handelingen van docenten. Welke tools zijn handig? Maar ook: wat verwachten we van studenten aan het zelfstandig kunnen werken, het in groepen kunnen samenwerken, uitgestelde aandacht? Hoe leren wij studenten dat te doen?
We gaan ermee aan de slag!
Dag Joke,
wat een mooi voorbeeld van de winst die in de harde structuur te behalen is. Duidelijkheid, structuur en goed kijken wat er nodig is voor de student. Prachtig!
Mooie manier hoe jij er tegen aan kijkt, leuk artikel om te lezen en erg interresant! Bedankt!