Stel je voor: je zit in een vliegtuig en vlak voor de start hoor je de piloot mompelen: “Ik weet niet zeker of ik dit kan…” Niet echt geruststellend, toch? Maar precies dát is wat er in veel klaslokalen gebeurt. Studenten die met een schuin oog naar een opgave kijken en denken: “Dit gaat ‘m niet worden.” Of erger nog: “Ik ben gewoon slecht in rekenen/schrijven/presenteren.”
Wat gebeurt er vervolgens? Ze beginnen er niet eens aan. Of ze geven bij de eerste tegenslag op. En dat is zonde, want zoals Albert Bandura al lang geleden (Bandura, 1993; Kirschner, 2019) bewees: het geloof in eigen kunnen -zelfeffectiviteit- is misschien wel de belangrijkste voorspeller van succes. Dus, docenten in het mbo en hbo: hoe zorgen we ervoor dat onze studenten wél het lef hebben om die ‘moeilijke’ opdrachten te tackelen?
Studenten leren niet omdat het moet, maar omdat ze denken dat ze het kunnen. Die overtuiging bepaalt of ze aan een taak beginnen, doorzetten bij tegenslag en uiteindelijk succes ervaren. Klinkt logisch, toch? Maar in de praktijk gaat het vaak mis. We zien slimme studenten die zichzelf onderschatten en daardoor onnodig afhaken. Of juist studenten die bij de eerste tegenvaller de handdoek in de ring gooien.
En ja, we kunnen ze overladen met motiverende peptalks à la “Je kunt alles, als je maar wilt!” Maar dat werkt niet. Wat wél werkt, is een leeromgeving creëren waarin studenten structureel succeservaringen opdoen. Niet door alles makkelijk te maken, maar door hen net dat duwtje te geven waardoor ze ontdekken: “Hé, ik kan dit wél!”
Hoe? Drie praktische acties voor in jouw klas
- Bouw aan succeservaringen
Laten we eerlijk zijn: niemand krijgt zelfvertrouwen van een reeks mislukkingen. Studenten hebben ervaringen nodig waarin ze merken dat hun inspanning leidt tot resultaat. Dus, geef ze taken die uitdagend zijn, maar haalbaar. Denk aan een student die moeite heeft met schrijven: laat hem eerst een korte tekst structureren voordat hij een volledig adviesrapport opstelt. Of een student die paniek krijgt bij wiskunde: begin met een reeks sommen die nét binnen zijn comfortzone liggen, en bouw van daaruit op.
Geef ze vervolgens gerichte feedback: niet alleen wat beter kan, maar vooral hoe ze het kunnen verbeteren. En als ze iets goed doen? Benoem het. Niet alleen de prestatie, maar ook de inzet die daaraan voorafging.
- Haal de competitie eruit, focus op persoonlijke groei
Laten we het even hebben over onderlinge vergelijking. Niets knakt het geloof in eigen kunnen zo snel als de gedachte: “Iedereen is beter dan ik.” Toch houden we als docenten vaak onbedoeld die vergelijking in stand. Bijvoorbeeld door studenten te laten zien ‘hoe goed de rest het doet’ of door prestaties expliciet naast elkaar te leggen.
Wat werkt beter? Maak leren een persoonlijk proces. Laat studenten zichzelf vergelijken met hun eigen eerdere prestaties, niet met die van anderen. Benadruk de vooruitgang, hoe klein ook. Een student die eerst struikelde over grammatica, maar nu foutloos korte zinnen schrijft? Dat is groei! Creëer daarnaast een cultuur waarin fouten maken normaal is, zolang je ervan leert. De beste leerresultaten komen vaak uit momenten van falen—mits we ze zien als opstapjes naar verbetering.
- Wees zelf het voorbeeld
Hier komt de pijnlijke waarheid: als jij als docent niet gelooft in je eigen invloed, hoe kun je dan verwachten dat je studenten in zichzelf geloven? Onderzoek laat zien dat docenten met een hoge zelfeffectiviteit hun studenten beter begeleiden, vaker aanmoedigen en minder snel opgeven.
Dus, even kritisch naar jezelf kijken: twijfel jij soms of je écht een verschil maakt? Besef dan dat jouw houding bepalend is voor de motivatie van je studenten. Geef jij snel op bij een lastige klas of student? Realiseer je dat door te laten zien dat jij doorzet, je studenten hetzelfde leert doen. Kijk jij vooral naar de problemen of naar de progressie? Hoe meer je focust op vooruitgang (ook in kleine stappen), hoe meer je studenten dat ook gaan doen.
Laat studenten het geloof in zichzelf ontdekken
Zelfeffectiviteit is geen magie. Het is een spier die je kunt trainen. Hoe vaker studenten ervaren dat hun inzet iets oplevert, hoe sterker die spier wordt. En het mooie? Die spier werkt door, niet alleen in jouw klas, maar ook daarbuiten: in stages, bij sollicitaties en in het echte leven.
Dus, aan de slag. Creëer succeservaringen, breek de wedstrijdmentaliteit en wees zelf het voorbeeld. Want een student die gelooft in eigen kunnen, heeft de kracht om door te zetten. En dát is de turbo onder elk leerproces.
Bronnen:
Bandura, A. (1993). Perceived Self-Efficacy in Cognitive Development and Functioning. Educational Psychologist, 28(2), 117-148. https://doi.org/10.1207/s15326985ep2802_3
Kirschner, P., Claessens, Luce, Raaijmakers, Steven, Ros, Bea. (2019). Op de schouders van reuzen: Inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie voor leerkrachten. Ten Brink Uitgevers. http://opdeschoudersvanreuzen.nl/
0 reacties