Bouwsteen 3: Zonder betrokkenheid geen warmte!

Datum: 8 augustus 2017
Auteur: Peter Loonen

Studenten die er wel zijn maar ongeïnteresseerd onderuit hangen. Ze kijken naar je met het idee “jouw probleem”. Wanneer je ze iets vraag dan halen ze hun schouders op en zeggen ze: “weet niet”; non-verbaal voegen ze er aan toe: en het interesseert me ook niet… 

Jij hebt in het weekend je lessen voorbereid, de doelen scherp neergezet en je instructie gemaakt voor de les. Vervolgens hebben je studenten niet echt zin in de les en al helemaal niet in actieve betrokkenheid. Een frustrerende combinatie: jij werkt hard en de student is niet geïnteresseerd. Echter leren krijgt pas zin wanneer de student actief is in het leerproces: leren is een werkwoord! Wat nodig is, zijn betrokken studenten.

HOE KRIJGEN WE DIT VOOR ELKAAR?

Marzano (2011) geeft in zijn boek over betrokkenheid 4 dagelijkse effectieve strategieën en 12 strategieën die je naar eigen inzicht kunt inzetten om de betrokkenheid op het juiste moment te bevorderen. Ik neem ze hieronder met je door:

4 DAGELIJKSE STRATEGIEËN:

  1. Handhaven van een effectief tempo: studenten voelen zich beter wanneer het tempo aansluit bij hun gewenste tempo. Docenten moeten aandacht besteden aan organisatorische taken, overgangen, zelfstandig werken en de presentatie van nieuwe leerstof om het tempo op het goede niveau te houden.
  2. Tonen van passie en enthousiasme: het tonen van passie en enthousiasme is belangrijk voor het creëren van een positief leerklimaat. Als docent vraag je je dus af waar jij echt enthousiast over bent voor je les van vandaag. Mogelijkheden die je kunt gebruiken zijn: het vertellen van persoonlijke verhalen, geven van verbale en non-verbale signalen en je passie voor het lesgeven weer actief in je eigen systeem brengen.
  3. Werken aan een positieve relatie tussen docent en student: de goede relatie tussen docent en student is de kern van een ondersteunende sfeer in de klas. Een positieve en eerlijke benadering van studenten, tonen van belangstelling voor je studenten en het gebruiken van positieve informatie van je student helpt mee aan het tot stand brengen voor van een positieve relatie.
  4. Gebruiken van effectieve verbale feedback. Feedback vormt de inhoud van bouwsteen 4. Kort gezegd gaat het erom dat je alles doet om de student het gevoel te geven: “dit kan ik”.

NAAST STRATEGIEËN VOOR IEDERE DAG, ZIJN ER DOOR MARZANO (2011) OOK 12 STRATEGIEËN VOOR HET JUISTE MOMENT.

  1. Integreren van lichamelijke bewegingI: fysieke beweging stimuleert de alertheid waardoor de betrokkenheid vergroot kan worden. Stel je vragen als: welke fysieke activiteit past bij mijn leerdoel van deze les en hoe kan ik het organiseren?
  2. Gebruiken van humor: zelfspot, een grappig filmpje of een anekdote. Vaak zijn humoristische situaties spontaan. de vraag die je jezelf kunt stellen of humor wellicht ook te plannen is. Humor draagt bij aan een positief leerklimaat en daarmee op een beter leerresultaat
  3. Gebruiken van spelvormen en vrijblijvende competitie: wedstrijdelementen en spelvormen verhogen de betrokkenheid van studenten (de meeste studenten willen graag winnen). Plan aan de hand van je leerdoelen welke activiteiten zich lenen voor een spelvorm of een kleine competitie. De applicatie plickers is een leuke interactieve manier om competitie-elementen in te bouwen. Door een soort QR-code geeft iemand via een quiz in plickers het antwoord A, B, C of D. Leuk om uit te proberen.
  4. Aanzetten tot milde meningsverschillen: een andere manier om betrokkenheid te vergroten is door het organiseren van debatten, een mini-rechtsaak, “de wereld-draait-door”, stemmingen of andere manieren die meningsverschillen aanmoedigen.
  5. Geven van opmerkelijke informatie: de menselijke hersenen worden actief wanneer informatie anders is dan anders. Routine maakt lui en suf. Wanneer je door voorwerpen, een spannend verhaal of heftige emoties de informatie van de leerdoelen anders kunt verpakken neemt de alertheid en betrokkenheid toe. Onverwachte situaties zijn een bedreiging voor de veiligheid en daardoor worden je studenten actief.
  6. Vragen stellen om meer reacties te krijgen: antwoorden in de vorm van ketens, “weet niet, telt niet, klassikale antwoorden zijn manieren om door middel van vragen de aandacht te verhogen.
  7. Verbinden met het dagelijkse leven van studenten: niet alle lessen zijn geschikt om ze te verbinden met de leefwereld van studenten maar het loont de moeite om in je doelstellingen te zoeken naar mogelijkheden om te verbinden. Bijbaantjes, hobby’s, familie, fysieke kenmerken of specifieke situaties kunnen aanleiding zijn om de verbinding met de persoonlijke kenmerken van de student te stimuleren.
  8. Verbinden met persoonlijke ambities van studenten: wellicht minder vaak in te zetten maar wel heel krachtig in gepersonaliseerd leren. Wanneer de ambitie van je studenten kent, is het mogelijk om de lessen, de voorbeelden en de oefeningen aan te laten sluiten bij de ambitie. De krachtigste vorm van motivatie is naar een specifiek doel toe (in plaats van er van af) vanuit intrinsieke (in plaats van extrinsiek) motivatie.
  9. Stimuleren van het toepassen van kennis: de betrokkenheid van studenten neemt toe wanneer ze uitgedaagd worden in realistische projecten. Zeker wanneer de opdrachtgever bekend is en er “wat van af hangt” of het goed gaat, stimuleert dat de studenten. Het stimuleert bovendien wanneer studenten binnen hun leerdoelen keuzes kunnen maken (autonomie hebben) over de taak, het proces, de wijze van verslaglegging, de groep waarmee ze samenwerken.
  10. Volgen en bestuderen van vorderingen: wanneer studenten hun eigen vorderingen (ten opzichte van zichzelf en ten opzichte van het doel) duidelijk in kaart hebben stimuleert dit de betrokkenheid. Weten waar je naar toe moet en weten dat (en welke) vooruitgang je boekt stimuleert de betrokkenheid bij de lessen.
  11. Voorbeelden geven van Self-efficacy: stimuleer de studenten tot ontwikkeling, geeft ze duidelijke voorbeelden waar ze een positieve ontwikkeling doorgemaakt hebben en geef ze positieve feedback op hun proces.
  12. Lesgeven in self-efficacy: leerdoelen koppelen aan activiteiten en vaardigheden die bijdragen aan het verhogen van de zelf effectiviteit stimuleren de betrokkenheid van studenten omdat zij meer doelen in kortere tijd realiseren. Dit kunnen effectiviteitsvaardigheden op het gebied van de persoon, het proces of de taak zijn. Doel van deze lessen in self-efficacy is de studenten te leren vaardig te worden in de growth mindset (ik kan het misschien nog niet maar ik ga mijn best doen om het te leren) van Carol Dweck en afstand te doen van de fixed mindset (ik kan dit toch niet omdat ik niet sterk of slim genoeg ben). Je stimuleert de betrokkenheid wanneer studenten het idee hebben dat ze veel gegroeid zijn en nog veel verder kunnen groeien. Dit geldt voor alle niveaus in het onderwijs en op alle vormen van reflectie. Mijn vrouw Charlotte werkt in het speciaal basis onderwijs met de kleinste kleuters (met leerachterstand). Op basis van een eerdere blog van Boukje Jansen over de afsluiting van het schooljaar kijkt zij met haar leerlingen terug op het afgelopen jaar. Twee prachtige voorbeelden van moeilijk lerende kinderen die terugkijken op het afgelopen jaar. De één is trots dat hij zijn schoenen zelf kan aantrekken de andere leerling is trots dat zij de “p” en de “b” beter kan lezen en uit elkaar kan houden.

Meer lezen over betrokkenheid? In eerdere blogs hebben we als meer geschreven over betrokken studenten. Bijvoorbeeld een blog van oud-collega Martijn van Grootel over betrokken studenten of de gastblog van Richard van Bragt over studentbetrokkenheid in het hoger onderwijs.

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *